Ingediend | 22 juli 2025 |
---|---|
Beantwoord | 28 augustus 2025 (na 37 dagen) |
Indiener | Don Ceder (CU) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (minister ) (NSC) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14844.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2919.html |
Het kabinet veroordeelt deze en andere onacceptabele aanvallen door gewelddadige kolonisten en kolonistenorganisaties op de Westelijke Jordaanoever en blijft zich inzetten om hen in de EU te sanctioneren. Bij de aanvallen in Taybeh zijn voor zover bij het kabinet bekend is, gewonden gevallen, is materiële schade toegebracht aan de St. George-kerk en zijn priesters en bewoners in een onveilige situatie gebracht. Van overlijdensgevallen is, voor zover het kabinet heeft kunnen achterhalen, geen sprake.
Zie antwoord vraag 1.
Ja. Het signaal dat geestelijken zich niet langer veilig voelen is bijzonder zorgelijk. Nederland zet zich wereldwijd actief in voor de bescherming van de vrijheid van religie en levensovertuiging als een fundamenteel mensenrecht. Ook spreekt het kabinet Israël consequent aan op zijn verantwoordelijkheden voortkomend uit het humanitair oorlogsrecht als de mensenrechtenverdragen, waarbinnen nadrukkelijke aandacht voor godsdienstvrijheid is.
Het dorp Taybeh ligt in Area C van de bezette Westelijke Jordaanoever, waar Israël volledige verantwoordelijk draagt voor de veiligheid, rechtshandhaving en civiele zaken. Er zijn signalen dat het Israëlische leger afwezig blijft of onvoldoende optreedt bij aanvallen door kolonisten, waaronder de aanvallen op het dorp Taybeh. Hoewel directe betrokkenheid van het leger bij deze aanvallen niet is vastgesteld, stelt het kabinet dat Israël, op basis van het humanitair oorlogsrecht, als bezettende macht de verantwoordelijkheid draagt om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen dergelijk geweld. Het uitblijven van effectieve handhaving werkt straffeloosheid in de hand en draagt bij aan verdere escalatie. Het kabinet blijft dit benadrukken richting de Israëlische regering.
Zie antwoord vraag 4.
Er is regelmatig contact met kerkgemeenschappen in de Palestijnse Gebieden. Op 14 juli heeft de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah deelgenomen aan een solidariteitsbezoek aan Taybeh naar aanleiding van kolonistenaanvallen op het dorp.
Tot op heden is er geen informatie over concrete stappen tot vervolging van de daders.
Het kabinet veroordeelt deze aanvallen en kolonistengeweld in het algemeen. Israël draagt op basis van het humanitair oorlogsrecht, als bezettende macht de verantwoordelijkheid om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen dergelijk geweld.
Het kabinet beschikt niet over informatie om de uitspraak van de Grieks-orthodoxe patriarch van Jeruzalem te bevestigen.
Nederland en de EU spreken Israël stelselmatig aan op zijn verantwoordelijkheden als bezettende macht onder internationaal recht. In lijn met het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024, waarin de voortdurende bezetting, annexatie en het nederzettingenbeleid als onrechtmatig worden aangemerkt, veroordelen Nederland en de EU nadrukkelijk de uitbreiding van nederzettingen en de daarmee samenhangende schendingen van internationaal recht en de mensenrechten. Nederland pleit daarnaast voor concrete stappen, waaronder sancties tegen gewelddadige kolonisten en hun organisaties. Ook spreekt Nederland zich uit tegen ontwikkelingen als het E1-plan. Binnen de EU blijft Nederland aandringen op een juridische analyse door de Juridische Dienst van de Raad (JDR) om het IGH-advies verder te bespreken.
Verder zet Nederland zich wereldwijd actief in voor de bescherming van de vrijheid van religie en levensovertuiging, met speciale aandacht voor kleine en kwetsbare geloofsgemeenschappen waaronder in conflictgebieden. Dit gebeurt via diplomatieke inzet in bilaterale en multilaterale fora, het werk van de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging, en via financiële steun uit onder meer het Mensenrechtenfonds. Verder steunt Nederland daarnaast verschillende projecten gericht op de bevordering van vrijheid van religie in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Zie antwoord vraag 10.