Ingediend | 15 juli 2025 |
---|---|
Beantwoord | 2 september 2025 (na 49 dagen) |
Indiener | Sarah Dobbe |
Beantwoord door | Ruben Brekelmans (minister defensie) (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14696.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2983.html |
Ja.
Het kabinet hecht veel waarde aan een zorgvuldige controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie met het oog op het behouden en bevorderen van de internationale veiligheid. De controles zijn onder andere bedoeld om de ongewenste verspreiding van wapens en overige militaire goederen te voorkomen, de verspreiding van gevoelige technologieën te beheersen en ervoor te zorgen dat export geen activiteiten ondersteunt die in strijd zijn met Nederlandse belangen en verplichtingen.
In dit kader stimuleert Nederland ook andere landen om een zorgvuldig en transparant exportcontrolebeleid te voeren (inclusief risicobeoordeling en controle op eindgebruik). Dit komt ook voort uit internationale verplichtingen zoals het partij zijn bij het VN-wapenhandelsverdrag (ATT) en geldende Europese wetgeving.
Wapenexportbeleid is een nationale bevoegdheid. Het kabinet kan geen uitspraken doen over de invulling van het Oekraïense wapenexportcontrolebeleid, aangezien dit sterk afhankelijk is van de nationale context. Nederland stimuleert Oekraïne om een zorgvuldig en transparant exportcontrolebeleid te voeren, in overeenstemming met het Oekraïense EU-toetredingsperspectief en de noodzaak tot geleidelijke aanpassing aan het EU-acquis. In dat kader vormt het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole (2008/944/GBVB) het referentiekader.
Tijdens de NAVO Defence Ministers Meeting (DMM) van 5 juni jl. hebben Nederland en Oekraïne een zogenaamd Memorandum of Understanding (MoU) getekend om directe verwerving van militair materieel waaronder bijvoorbeeld Oekraïense drones ten behoeve van de Oekraïense krijgsmacht te faciliteren. Het MoU biedt een kader voor financiering, inkoop en contractering. Aankopen komen tegemoet aan de productiecapaciteit van de desbetreffende producenten, maar zijn geen directe investeringen.
Onder deze MoU wordt Oekraïens militair materieel door Nederland enkel en alleen aangekocht ten behoeve van Oekraïense krijgsmacht. In de MoU is bepaald dat materieel niet buiten de krijgsmacht overgedragen mag worden. Voor gebruik is vastgelegd dat het materieel enkel ter zelfverdediging en voor militaire doeleinden kan worden ingezet, in overeenstemming met het internationaal recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten. Er is daarmee beperkt risico voor verdere export van het materieel en oneigenlijk gebruik.
Zoals in vraag 4 beschreven is het doel van de MoU om het verwerven van militair materieel voor de Oekraïense strijdkrachten te faciliteren. Dit proces is gebonden aan de Nederlandse exportcriteria. Vergunningaanvragen voor de export van militaire goederen naar Oekraïne worden door het Ministerie van Buitenlandse Zaken zorgvuldig getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole (2008/944/GBVB).
Nederland is partij bij het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) en het Verdrag inzake anti-personeelslandmijnen (APMBC) en is daarmee gehouden aan de bepalingen van deze verdragen, waaronder het verbod op productie en export van anti-personeelslandmijnen en clustermunitie. Criterium 1 van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole toetst specifiek aan naleving van de internationale verplichtingen en verbintenissen van de lidstaten.
Bovendien zet Nederland zich in om, conform het Lausanne Action Plan van het CCM en het Siem Reap Angkor Action Plan van het APMBC, de naleving van de verdragsnormen bij niet-verdragspartijen te bevorderen. Onderdeel hiervan is het ontmoedigen van het gebruik, de ontwikkeling, de productie van voorraden en de overdracht van clustermunitie en anti-personeelslandmijnen.
Zie hiervoor vraag 4. Voor gebruik van militaire goederen door Oekraïne is vastgelegd dat het materieel enkel ter zelfverdediging en voor militaire doeleinden kan worden ingezet, in overeenstemming met het internationaal recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten. Overdracht naar derde landen is zonder toestemming van Nederlandse exportcontrole autoriteiten niet toegestaan.
Zie het antwoord op vraag 4. Onder de getekende MoU wordt Oekraïens militair materieel door Nederland enkel en alleen aangekocht ten behoeve van de Oekraïense krijgsmacht. In de MoU is bepaald dat materieel niet buiten de Oekraïense krijgsmacht overgedragen mag worden.