Kamervraag 2025Z14494

De verkoop van het gasdrukwapen ‘Sentinel’ en de hiaten in de wet

Ingediend 10 juli 2025
Beantwoord 19 september 2025 (na 71 dagen)
Indiener Songül Mutluer (PvdA)
Beantwoord door David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14494.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-36.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht in De Telegraaf van 8 juli 2025 over de verkoop van het gasdrukwapen «Sentinel», dat legaal op de markt is gebracht door minimale technische aanpassingen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat dit wapen, ondanks de uiterlijke gelijkenis met een vuurwapen en het risico op letsel, momenteel niet onder het verbod op gasdrukwapens valt? Zo ja, wat is uw oordeel hierover?

    De wet classificeert lucht-, gas- en veerdrukwapens in de zogenaamde wapencategorie IV onder 4e. Het voorhanden hebben van deze wapens is alleen toegestaan voor personen van 18 jaar en ouder. Voor leden van een schietvereniging die jonger zijn dan 18 jaar geldt een vrijstelling.
    Lucht-, gas- en veerdrukwapens kunnen afhankelijk van de energie waarmee zij projectielen kunnen afvuren letsel veroorzaken. In het lopende traject voor de modernisering van de Wet wapens en munitie wordt meegenomen of het instellen van een energieafgifte grens ertoe kan bijdragen dat bepaalde lucht-, gas of veerdrukwapens als verboden aan te wijzen.
    Als een lucht-, gas- of veerdrukwapen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, dan is het een verboden wapen, zoals genoemd in de categorie I onder 7e van de Wet wapens en munitie. Categorie I onder 7e van de wet benoemt het verbod op voorwerpen die zodanig op een wapen gelijken dat zij voor be- of afdreiging geschikt zijn. In artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie is verder bepaald dat voor de beoordeling van deze vraag, voorwerpen een sprekende gelijkenis moeten vertonen met echte vuurwapens.
    Het criterium «sprekende gelijkenis» kent in de uitvoeringspraktijk veel voorbeelden waarbij dilemma’s ontstaan over wat verstaan moet worden onder «sprekende gelijkenis». In uitspraken van verschillende rechterlijke instanties en met name van de Hoge Raad, blijkt dat hier zeer verschillend over gedacht kan worden. Vanwege de complexiteit die voortvloeit uit de toepasbaarheid van de criteria zoals die in categorie I onder 7e van de wet zijn opgesteld, zal ik in het moderniseringstraject van de wet hier in het bijzonder aandacht aan geven.
    Ik heb de Werkgroep Advies Wet wapens en munitie gevraagd hier een advies over uit te brengen. Binnen deze werkgroep wordt verschillend naar dit criterium gekeken, maar het overwegende standpunt is dat het betreffende wapen niet valt onder de verboden categorie I onder 7e van de Wet wapens en munitie en gezien moet worden als een gasdrukwapen dat valt onder categorie IV onder 4e Wet wapens en munitie. Hiervan is het bezit voor personen van 18 jaar en ouder toegestaan. Ik verwacht het advies van de werkgroep dit najaar te ontvangen.
    De werkgroep benadrukt dat de wet voldoende ruimte biedt om handhavend op te treden als men dit gasdrukwapen op de openbare weg of in een voor het publiek toegankelijke ruimte draagt. Voor dit wapen, zoals voor alle wapens van categorie IV, geldt namelijk een draagverbod. Het dragen van een wapen in de openbare ruimte roept immers direct onveiligheidsgevoelens op voor andere burgers. Met de wet in de hand kan hiertegen worden opgetreden. In dat geval valt dit onder het wettelijk verbod om wapens te mogen dragen en geldt als aanvullend criterium dat wanneer er sprake is van het dragen van deze wapens op de openbare weg of voor het publiek toegankelijke ruimtes dat die als voorwerpen kunnen worden aangemerkt die gelet op de aard of omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder een van de andere categorieën vallen.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven wat de omvang is van de verkoop van dit type wapens in Nederland? Heeft u ook inzicht in het profiel van de kopers?

    In Nederland ziet de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) van de douane toe op de invoer van onder andere dit soort wapens. Een handelaar in Nederland kan middels een consent van CDIU deze wapens importeren. In dit consent zijn alle unieke kenmerken van de wapens genoemd. De politie heeft geen inzicht in de omvang, aangezien de verkoop dan legaal is.
    De politie heeft ook geen inzicht in het profiel van de kopers van deze wapens. De verkoop van dit soort wapens is in de hierboven omschreven situatie legaal en bij aankoop heeft de handelaar tot taak om een registratie met betrekking tot de eerste verkoop van het wapen bij te houden waaruit blijkt de datum van overdracht, het aantal, het fabricaat en type van de overgedragen voorwerpen, de naam en het adres van degene aan wie wordt overgedragen en het soort en nummer van diens legitimatiebewijs. Deze registratie wordt gedurende een termijn van zeven jaren bewaard. Indien het wapen wordt doorverkocht vindt er geen registratie plaats.

  • Vraag 4
    Op welke wijze worden dit soort wapens momenteel gemonitord door politie en het Openbaar Ministerie? Wordt bijgehouden hoeveel incidenten of inbeslagnames er zijn geweest met dit of vergelijkbare wapens? Zo nee, waarom niet?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 vindt er geen continue monitoring plaats van de (door)verkoop van dit soort wapens. Van alle incidenten die ter kennis komen van de politie wordt een melding gemaakt in de politiesystemen. De wijze van de registratie van de melding maakt dat een analyse hierop vrijwel onmogelijk is. Zo kan een melding worden geregistreerd als «een verdachte situatie», «een bedreiging met een wapen» of anderszins.
    In de herziening van de Wet wapens en munitie wordt verkend of het wenselijk is dat zware luchtdrukwapens onder het wettelijk verbod gaan vallen en daarmee alleen voorhanden mogen worden gehouden als er een wettelijke grond is om daarvoor een vergunning te verlenen. Zie hierover mijn antwoord op vragen 6 tot en met 9. In dat geval zal bij incidenten wel een uitgebreide registratie plaatsvinden, omdat het dan gaat om een incident met een verboden wapen.

  • Vraag 5
    Deelt u de zorg dat de beschikbaarheid van dit soort wapens, ook als ze niet-dodelijk zijn, kan leiden tot risicovolle situaties, geweldsescalatie of misbruik?

    Ja, die zorg deel ik. Dit gasdrukwapen wordt door wapenhandelaren gepromoot als een wapen dat door burgers voor zelfverdediging kan worden ingezet. Dat vind ik een zeer zorgelijke ontwikkeling. Bovendien constateer ik dat, indien het wapen voor zelfverdediging kan worden ingezet, dat het wapen ook voor bedreiging en chantage van andere burgers en overheidsdiensten kan worden ingezet. Ook dat vind ik een zeer zorgelijke ontwikkeling. Zie verder mijn antwoord op vragen 6 tot en met 9.

  • Vraag 6
    Welke maatregelen bent u bereid te nemen om te voorkomen dat wapens door minimale technische aanpassingen toch op de markt gebracht kunnen worden, terwijl ze feitelijk onder de reikwijdte van het verbod zouden moeten vallen?
  • Vraag 7
    Acht u aanpassing van de Wet wapens en munitie wenselijk en uitvoerbaar om dit soort ontwijkconstructies te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 8
    Hoe beoordeelt u de handhaafbaarheid van de huidige wetgeving, gezien de vele grijze gebieden en uitzonderingen?
  • Vraag 9
    Bent u bereid om samen met politie, het Openbaar Ministerie en wapenexperts te onderzoeken hoe de Wet wapens en munitie kan worden aangepast om tot een duidelijker en beter handhaafbaar wettelijk kader te komen?
  • Vraag 10
    Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving zich tot die van buurlanden zoals België, Duitsland en Frankrijk als het gaat om dit soort wapens? Zijn er signalen dat Nederland hierin achterloopt? Kunt u dat toelichten?

    Het aspect «sprekende gelijkenis» zoals gehanteerd in de wet- en regelgeving is een juridische term die in onze in buurlanden niet wordt gehanteerd. Betreffende de schotkracht van lucht-, gas- en veerdrukwapens hanteren buurlanden zoals België, Duitsland en Frankrijk een limiet op de mondingsenergie (uitgedrukt in joule) voor wapens die zonder vergunning verkocht mogen worden. Deze grens varieert doorgaans tussen de 7,5 en 20 joule, afhankelijk van het land. Nederland kent, in tegenstelling tot andere landen in Europa, geen limiet en dus ook geen verbod op zware lucht-, gas- of veerdrukwapens.
    Zoals hierboven aangegeven wordt de vraag of het wenselijk is dat ook in Nederland zware luchtdrukwapens onder het wettelijk verbod gaan vallen, meegenomen in het herzieningstraject van de Wet wapens en munitie.

  • Vraag 11
    Bent u bereid om in Europees verband te verkennen hoe regelgeving voor zogeheten niet-dodelijke verdedigingswapens beter op elkaar kan worden afgestemd, om ongewenste import en misbruik te voorkomen?

    Op Europees niveau zijn momenteel verschillende initiatieven in gang gezet, waaronder de nieuwe regelgeving rond wapenhandel en traceerbaarheid. De komende periode zullen we verkennen hoe Nederland hier gericht op kan aanhaken en een bijdrage kan leveren aan de implementatie en verdere beleidsontwikkeling op dit vlak.

  • Vraag 12
    Ten slotte: kunt u aangeven in welk stadium de aangekondigde wetswijziging van de Wet wapens en munitie, inclusief het messenverbod voor minderjarigen, zich momenteel bevindt? Wanneer verwacht u dat dit voorstel aan de Tweede Kamer wordt aangeboden?

    Zie mijn antwoord op vragen 6 tot en met 9 over het traject voor de herziening van de Wet wapens en munitie. Het traject bevindt zich momenteel in de fase waarin de problematiek rondom het huidige legale vuurwapenbezit in kaart wordt gebracht en mogelijke oplossingen worden verkend. Over de planning van de herziening informeer ik uw Kamer volgend jaar.
    Het wetsvoorstel messenverbod is in december 2022 in internetconsultatie gegaan. Naar verwachting vindt dit najaar besluitvorming plaats over het vervolg van het wetsvoorstel messenverbod.

  • Mededeling - 31 juli 2025

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de verkoop van het gasdrukwapen «Sentinel» en de hiaten in de wet (ingezonden 10 juli 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z14494
Volledige titel: De verkoop van het gasdrukwapen ‘Sentinel’ en de hiaten in de wet
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20252026-36
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de verkoop van het gasdrukwapen ‘Sentinel’ en de hiaten in de wet