Klopt het dat inmiddels circa 29 procent van de inburgeraars in 2024 in de zogeheten Z-route is geplaatst, terwijl bij de invoering van de Wet inburgering 2021 werd uitgegaan van maximaal 15 procent? Kunt u deze cijfers bevestigen en toelichten?
Vraag 3
Hoe verklaart u de forse toename van het aantal inburgeraars in deze route sinds de invoering van de wet? Is er sprake van verruiming of soepelere toepassing van de toelatingscriteria?
Vraag 4
Op welke wijze wordt momenteel getoetst of iemand daadwerkelijk tot de doelgroep van de Z-route behoort?
Vraag 5
Klopt het dat inburgeraars in de Z-route als analfabeet kunnen worden aangemerkt en daardoor geen formele toets hoeven af te leggen, maar enkel een eindgesprek hoeven te voeren?
Vraag 6
Vindt u dit wenselijk, gelet op het belang van taalvaardigheid voor volwaardige participatie in de samenleving?
Vraag 7
Erkent u dat de beheersing van de Nederlandse taal essentieel is voor integratie, werk, onderwijs en zelfredzaamheid?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de Z-route geen ontwijkingsroute mag worden voor taaleisen binnen de inburgering?
Vraag 9
Bent u bereid om nader onderzoek te doen naar de toepassing van de Z-route door gemeenten en eventueel in te grijpen wanneer blijkt dat deze route te ruim wordt gehanteerd?
Vraag 10
Hoe wilt u uitvoering geven aan het hoofdlijnenakkoord, waarin staat dat de taaleis moet worden opgehoogd naar B1-niveau? Ziet u naar aanleiding van deze cijfers belemmeringen hiervoor?
Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z13770
Volledige titel: Het inburgeringsexamen, n.a.v. het bericht ‘Zou jij slagen? Nieuw inburgeringsexamen gaat in per 1 juli’