Ingediend | 26 juni 2025 |
---|---|
Beantwoord | 1 september 2025 (na 67 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Karremans |
Onderwerpen | economie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z13337.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2949.html |
De overname van RCN door Blackstone is een voorbeeld van marktwerking binnen de recreatiesector op de Europese markt. De maatschappelijke missie van RCN is duidelijk verankerd, en het is aan de nieuwe eigenaar om deze koers wel of niet voort te zetten.
Er zijn geen wettelijke vereisten om deze maatschappelijke activiteiten contractueel te borgen bij een overname. Dit is een verantwoordelijkheid van partijen onderling. Hierover kunnen Blackstone en RCN wel afspraken over maken, maar of zulke afspraken zijn gemaakt en over eventuele garanties kunnen wij geen uitspraken doen; dat ligt bij de betrokken partijen.
Nee, die zorg deel ik niet. Private-equitybedrijven koersen op financieel rendement, maar dat hoeft niet te betekenen dat daarmee maatschappelijke doelen automatisch onder druk komen te staan. Ook betekent het niet automatisch dat prijzen verhoogd worden, omdat er ook concurrentie is op deze markt en andere aanbieders bij prijsverhoging relatief aantrekkelijker worden. Bij veel parken zijn kapitaalintensieve investeringen noodzakelijk en kunnen voordelen bieden. Bedrijven als Blackstone kunnen bijdragen aan het versterken, revitaliseren en toekomstbestendig maken van parken. De Autoriteit Consument & Markt heeft de overname getoetst op mededingingsrechtelijke gronden en geconcludeerd dat eerlijke concurrentie in de markt voldoende blijft bestaan. Goed werkende concurrentie zorgt ervoor dat bedrijven scherp blijven op prijs, kwaliteit en innovatie, wat consumenten ten goede komt.
De ACM houdt toezicht op het mededingingsrecht, in dit geval fusies en overnames, op grond van de Mededingingswet en de Europese mededingingsregels. Zij kijkt bij de beoordeling van fusies en overnames naar de gevolgen van de fusie of overname voor de concurrentie tussen ondernemingen. Dat betekent dat de ACM kijkt of er na de overname nog voldoende keuze is voor consumenten en of bedrijven eerlijk met elkaar kunnen blijven concurreren. Dat heeft de ACM ook in deze zaak gedaan, zo blijkt uit de toelichting van de ACM op het goedkeuringsbesluit2.
Ik heb hierover met de ACM contact gehad. De ACM neemt publieke en maatschappelijke waarden mee als zij kan uitleggen dat die verband houden met de concurrentie. In deze zaak heeft de ACM daar wel naar gekeken, maar hebben deze geen invloed gehad op de beoordeling.
Op dit moment zie ik geen reden om dit bij toekomstige toetsingen als aanvullend criterium door de ACM mee te laten nemen als zij kijkt naar fusies en overnames en de gevolgen daarvan voor de concurrentie.
Op dit moment is het nog niet duidelijk welk marktsegment Blackstone met RCN wil bedienen.
Overheden, zoals gemeenten, provincies of het Rijk, zijn wettelijk verplicht om besluiten zorgvuldig voor te bereiden en daarbij de relevante feiten en belangen mee te nemen (artikel 3:2 Awb). Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) kan daarbij in sommige gevallen een waardevol hulpmiddel zijn. Tegelijkertijd is dit instrument niet in alle situaties passend; het kan in bepaalde gevallen te zwaar of juist niet toereikend zijn. Het verplicht wettelijk verankeren van een MKBA of een maatschappelijke toets bij dit soort overnames acht ik daarom niet wenselijk.
Wel vind ik het belangrijk om te kijken in welke gevallen een MKBA of een andere vorm van maatschappelijke weging juist wél meerwaarde kan hebben. Mijn voorganger heeft tijdens het Notaoverleg Red de Camping toegezegd dit te onderzoeken. Ik kom eind van dit jaar terug op de toezegging van mijn voorganger tijdens het Notaoverleg Red de Camping.
Op grond van de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de AWR kan ik niet ingaan op individuele fiscale dossiers.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Nee.
Inderdaad is er sprake van een bredere trend waarin private-equityfondsen zich inkopen in vakantieparken en campings. Dit heeft te maken met het winstpotentieel van parken op de Europese markt. Goed om daarbij ook te noemen is dat grote kopers vaak ook kunnen investeren op het gebied van grootschalig onderhoud en energiezuiniger maken van woningen. Iets dat bestaande eigenaren niet altijd kunnen realiseren en de toekomstbestendigheid ten goede komt.
De uitvoering van de motie Van Nispen en Vermeer heeft mijn aandacht. Voor het eind van 2025 zal ik de Kamer op hoofdlijnen informeren over de contouren van de voorgestelde Kampeerwet, de te nemen stappen en het tijdpad.
De rechtspositie van chaletbezitters op huurgrond is complex en faillissement van een exploitant kan ingrijpende gevolgen hebben. Daarbij is het van groot belang dat de huurders die verplichtingen aangaan ook op de hoogte zijn van de gevolgen voor hun eigen situatie bij een faillissement van de parkexploitant.