Waarom heeft u geen kritische kanttekeningen geplaatst bij het feit dat Zaanstad het door u gewenste advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) pas ná publicatie van de lijst met vermeende fraudeurs, heeft ingewonnen?1
Vraag 2
Kunt u specificeren bij welke instanties de gemeente Zaanstad juridisch advies heeft ingewonnen en kunt u een afschrift van deze adviezen delen met de Kamer?
Vraag 3
Gezien de ernst van het publiceren van persoonsgegevens, nogmaals de vraag: acht u deze maatregel proportioneel, vooral in het licht van de kritiek van de AP dat dit een «extreem zwaar middel» betreft?
Vraag 4
Wat is het effect van de nu ontstane situatie op de direct betrokkenen?
Vraag 5
Bent u voornemens om landelijke richtlijnen op te stellen voor gemeenten over hoe om te gaan met dergelijke situaties, om willekeur en disproportionele maatregelen te voorkomen?
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de communicatie tussen Zaanstad en haar gemeenteraad over deze kwestie? Acht u deze communicatie adequaat en transparant?
Vraag 7
Constaterende dat u de Kamervragen binnen een relatief korte termijn beantwoord heeft, kunt u toelichten waarom u ervoor heeft gekozen om de volledige beantwoordingstermijn niet te benutten, gezien de complexiteit van de zaak en de toen nog niet bekende adviezen?
Vraag 8
Bent u niet bezorgd dat uw steun aan deze handelwijze door Zaanstad een precedent schept voor andere gemeenten om vergelijkbare maatregelen te nemen zonder voldoende juridische onderbouwing?
Vraag 9
Welke rol ziet u voor uzelf en uw ministerie weggelegd in het toezicht op en de handhaving van privacywetgeving bij gemeenten in dergelijke gevallen?
Vraag 10
In hoeverre wordt deze casus meegenomen in de bredere evaluatie van de Participatiewet en de omgang met bijstandsgerechtigden?
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z10596
Volledige titel: Het publiceren van lijst met vermeende fraudeurs door de gemeente Zaanstad