Kamervraag 2025Z08282

De uit de hand gelopen bijeenkomst op 22 april in Lelystad

Ingediend 24 april 2025
Beantwoord 18 juli 2025 (na 85 dagen)
Indieners Joost Eerdmans (EénNL), Mirjam Bikker (CU), André Flach (SGP), Diederik van Dijk (SGP)
Beantwoord door David van Weel (minister , minister ) , Judith Uitermark (minister ) (NSC)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z08282.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2751.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met een bijeenkomst van «Christenen voor Israël» op 22 april in Lelystad waarbij genodigden en aanwezigen drie kwartier langer moesten binnen blijven vanwege hun veiligheid en niet konden vertrekken op advies van de politie door een tegendemonstratie?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is deze tegendemonstratie vooraf aangekondigd? Zo ja, is er door de burgemeester een vergunning verleend om op de desbetreffende plek te demonstreren?

    Uit navraag bij de gemeente Lelystad blijkt dat de gemeente Lelystad kort voor de lezing is geïnformeerd over de demonstratie. Daarom zijn de organisatoren vooraf niet ingelicht.

  • Vraag 3
    Zijn de organisatoren van de bijeenkomst vooraf ingelicht over een tegendemonstratie?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke ondersteuning biedt u aan gemeenten die situaties willen voorkomen zoals de belaging in Zaltbommel en nu de opsluiting van onschuldige bezoekers in Lelystad?

    In Nederland is de burgemeester verantwoordelijk voor het faciliteren van het demonstratierecht. Er zijn diverse handreikingen over het demonstratierecht, zoals Bijkans Heilig van de gemeente Amsterdam en de website www.demonstratierecht.nl waar betrokken partijen terecht kunnen voor vragen. Daarnaast kunnen gemeenten ook terecht bij het Nederlands Genootschap van burgemeesters (NGB).

  • Vraag 5
    Hoe gaat u nu de veiligheid voor toekomstige bijeenkomsten van «Christenen voor Israël» waarborgen? Bent u bereid bij volgende bijeenkomsten extra veiligheidsmaatregelen te treffen?

    Het waar mogelijk faciliteren van een demonstratie en de beoordeling wat wel en niet nodig en mogelijk is aan (veiligheids)maatregelen is aan de burgemeester. Hierover vindt afstemming plaats met de politie en het OM. Het is een lokale aangelegenheid en de burgemeester legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het is dan ook niet aan mij om in deze beoordeling te treden.
    Daarbij merk ik op dat het kabinet vaker ziet dat het demonstratierecht botst met andere grondrechten. Mede om die reden wordt via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum de mate verkend waarin het wettelijk kader bestendigd kan worden en het handelingsperspectief voor alle betrokkenen verstevigd kan worden. De uitkomsten van dit onderzoek worden aan het eind van zomer verwacht, waarna het kabinet uw Kamer in het najaar zal informeren over de uitkomsten en onze reactie daarop.

  • Vraag 6
    In hoeverre vindt u het toelaatbaar dat bezoekers niet meer naar een bijeenkomst durven omdat er bij binnenkomst een grote groep demonstranten staat waarbij demonstranten op slechts twee meter van de bijeenkomst zijn gekomen?

    Uiteraard vind ik het onacceptabel wanneer bezoekers niet meer naar een bijeenkomst durven. De bezoekers van een bijeenkomst oefenen immers hun recht op vrijheid van meningsuiting uit. Ook dit recht verdient bescherming. Tegelijkertijd hebben demonstranten het recht om vreedzaam te demonstreren. Zowel de vrijheid van meningsuiting als het demonstratierecht zijn essentieel in een democratische rechtsstaat en verdienen bescherming. Hoe in een concrete situatie een afweging gemaakt wordt om beide rechten te faciliteren is aan het lokaal gezag.

  • Vraag 7
    In hoeverre was de tegendemonstratie volgens u in strijd met artikel 146 Wetboek van Strafrecht?

    Het is in voorkomend geval aan het OM om te bepalen of sprake is van een strafbare gedraging en of vervolging opportuun is. Het is vervolgens aan de rechter om te bepalen of er daadwerkelijk in strijd is gehandeld met dit artikel.

  • Mededeling - 15 mei 2025

    Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Eerdmans (JA21) en Flach en Diederik van Dijk (SGP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de uit de hand gelopen bijeenkomst op 22 april in Lelystad (ingezonden 24 april 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z08282
Volledige titel: De uit de hand gelopen bijeenkomst op 22 april in Lelystad
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-2751
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bikker, Eerdmans, Flach en Diederik van Dijk over de uit de hand gelopen bijeenkomst op 22 april in Lelystad