Kamervraag 2025Z07640

De onderwijstaal op Caribisch Nederland

Ingediend 16 april 2025
Beantwoord 28 mei 2025 (na 42 dagen)
Indieners Anita Pijpelink (PvdA), Raoul White (GroenLinks-PvdA)
Beantwoord door Mariëlle Paul (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z07640.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2327.html
1. Dossier Koninkrijksrelaties, 13 april 2025, «Kabinet wil gelijke onde…
2. NRC Handelsblad, 12 april 2025, «Beter Nederlands leren helpt Caribis…
3. Juana Kibbelaar, «Taal: brug of barrière?», ADCaribean BV, 10 april 2025, blz. 58–59.
  • Vraag 1
    Gaat u in het kielzog van het wetsvoorstel Integratie Wet educatie en beroepsonderwijs BES en de Wet sociale kanstrajecten BES, waarmee de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de verschillen in de onderwijswetgeving tussen Europees en Caribisch Nederland wil verkleinen en dat hij heeft voorgelegd aan de Raad van State, ook nog voor het funderend onderwijs op Caribisch Nederland met aanpassingen komen?1

    Bij wet- en regelgeving voor Caribisch Nederland wordt altijd het principe van comply or explain toegepast: er wordt afgewogen of dezelfde regels kunnen gelden in Caribisch Nederland als in Europees Nederland, of dat voor Caribisch Nederland onderbouwd moet worden afgeweken. Het doel is het bereiken van een gelijkwaardig voorzieningenniveau. Om dat doel te behalen is het soms juist nodig om andere regels in Caribisch Nederland toe te passen. Voor het primair onderwijs in Caribisch Nederland geldt een aparte wet: de Wet primair onderwijs BES. Op onderdelen wordt die wet soms aangepast om de verschillen tussen Caribisch en Europees Nederland te verkleinen. Zo treedt per 1 januari 2026 een wijziging in werking waarmee ook vroegschoolse educatie in Caribisch Nederland wordt geregeld. In het voortgezet onderwijs zijn de verschillen in de onderwijswetgeving tussen Caribisch en Europees Nederland verkleind met de invoering van de Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020). In de WVO 2020 is de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs BES geïntegreerd in één wet, geldend voor Caribisch en Europees Nederland.

  • Vraag 2
    Deelt u de zorgen over de kwaliteit van het onderwijs op Caribisch Nederland en de CAS-eilanden, mede in het licht van basisscholen op Bonaire en Sint-Eustatius, die het volgens de inspectierapporten pas na een langere periode van onvoldoende kwaliteit is gelukt om weer te voldoen aan de basiskwaliteit, en een school op Sint-Eustatius voor voortgezet onderwijs die ook nog in 2024 niet voldeed aan de basiskwaliteit?

    De kwaliteit van onderwijs in Caribisch Nederland en de Caribische landen (CAS) heeft mijn voortdurende aandacht. Wel moet hierbij een onderscheid worden gemaakt in mijn verantwoordelijkheid voor Caribisch Nederland en die van de CAS. Daar waar Caribisch Nederland onder mijn verantwoordelijkheid valt, zijn de landen van de CAS zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs.
    Met de partners op Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn per eiland afspraken vastgelegd in de Onderwijsagenda’s, met als doel het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Een van de prioriteiten in de Onderwijsagenda’s is het versterken van de ondersteuning aan scholen. We hebben middelen beschikbaar gesteld voor ondersteuning van de scholen. Het is zorgelijk dat de inspectie de onderwijskwaliteit van een van de scholen wederom als onvoldoende beoordeelt. Het feit dat het de enige vo-school op het eiland betreft, maakt de situatie extra kwetsbaar. Daarom is het van belang dat de school zo spoedig mogelijk de onderwijskwaliteit op orde brengt. De school ontvangt hierbij ondersteuning vanuit de overheid.

  • Vraag 3
    Spelen vergelijkbare problemen ook op de CAS-eilanden?

    Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn autonome landen binnen het Koninkrijk en onderwijs is zodoende een landsaangelegenheid van de Caribische landen. Binnen het Ministerieel Vierlandenoverleg werken we voortdurend aan kennisdeling, waaronder op het gebied van taal en het samen opleiden van leraren. Enkele vragen over het onderwijs in de landen heb ik onlangs samen met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap per Kamerbrief beantwoord.2

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u het pleidooi om alle scholieren op de ABC-eilanden goed Nederlands te leren, in verband met de zeer beperkte beschikbaarheid van de leesbronnen en leermaterialen in het Papiaments als een kleinschalige taal vergeleken met grotere talen als Spaans, Engels en Nederlands, zonder ook maar iets af te doen aan de gelijkwaardigheid van het Papiamentu als moedertaal van veel van deze kinderen en jongeren?2

    Elk land in het Koninkrijk is verantwoordelijk voor het eigen onderwijsbeleid en de (onderwijs)taal. De vier landen in het Koninkrijk zijn het er over eens dat het Nederlands in het onderwijs op de eilanden een belangrijke plaats heeft. Daarom werken we vanuit het Ministerieel Vierlandenoverleg samen aan de ondersteuning van het onderwijs bij de taal.
    Echter, voor veel leerlingen is het Nederlands een vreemde taal en dat vraagt om een passende didactiek. Hiervoor is onder andere een Netwerk Nederlands als Vreemde Taal opgericht waar gezamenlijk gewerkt wordt aan het ontwikkelen van diagnostische instrumenten en docententrainingen. De Taalunie is als adviseur bij dit netwerk betrokken. In opvolging van de intentieverklaring Nederlands als Vreemde Taal uit 2019, die door de vier onderwijsministers uit het Koninkrijk is ondertekend, wordt in Taalunieverband de verdere samenwerking met Caribisch Nederland, en mogelijk ook met Aruba, Curaçao en Sint Maarten, verkend.
    De ontwikkeling van het Papiaments is belangrijk. Wanneer een leerling één taal goed en volledig leert spreken, wordt taalgevoel ontwikkeld. Hierdoor kan de leerling andere talen ook beter leren. Bovendien delen Nederland, Aruba en Curaçao de overtuiging dat het Papiaments bijdraagt aan de beleving en het uitdragen van de eigen identiteit. Daarom is met de Bestuursafspraak Papiaments in 2021 ook het belang van het Papiaments in het onderwijs op Bonaire erkend.
    Op de eilanden bestaan het Nederlands en het Papiaments, samen met andere veelvoorkomende talen als het Engels en het Spaans, naast elkaar. Daarom heeft het Ministerie van OCW voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius in de onderwijsagenda afspraken met de schoolbesturen gemaakt om meertaligheid in het onderwijs te verankeren en beleid te ontwikkelen waarmee binnen het onderwijs de resultaten in verschillende talen kunnen toenemen.

  • Vraag 5
    Deelt u de visie van de auteur van Taal: brug of barrière? dat een eventuele vervanging van Nederlands- door Engelstalig onderwijs geen oplossing biedt voor de bestaande problemen in het onderwijs op de ABC-eilanden en er nog een paar problemen aan toevoegt?3

    Ik deel de constatering van de auteur dat bij deze overweging niet alleen de gevolgen voor het onderwijs in ogenschouw genomen moeten worden, maar ook de maatschappelijke gevolgen hiervan. Een eventuele vervanging van Nederlands- door Engelstalig onderwijs heeft ook gevolgen voor de doorstroommogelijkheden naar vervolgopleidingen en voor de aansluiting op de arbeidsmarkt. Dit komt bovenop de enorme (ook financieel kostbare) inspanning om het gehele leerkrachtenkorps om te scholen en de infrastructuur rond curriculum, toetsen en examens opnieuw in te richten.

  • Vraag 6
    Betekent de analyse die ten grondslag ligt aan het pleidooi voor goed Nederlands onderwijs dat de Inspectie van het Onderwijs anders moet gaan kijken naar de onderwijskwaliteit die de scholen op de Caribische Nederlanden kunnen en moeten bieden? Zo ja, wat voor wijzigingen staan u dan voor ogen? Zo neen, waarom niet?

    De inspectie besteedt veel aandacht aan de kwaliteit van het onderwijs in het Nederlands op Bonaire. De inspectie bezoekt ook altijd een aantal lessen Nederlandse taal. Bovendien bespreekt de inspectie de resultaten voor Nederlandse taal met de scholen.

  • Vraag 7
    Laat u deze analyse ook betrekken bij het volgende Ministerieel Vierlandenoverleg OCW?

    Onderwerpen die urgent zijn voor alle landen binnen het Koninkrijk kunnen door elk van de landen worden geagendeerd en worden bij instemming van de andere landen gezamenlijk opgepakt. Via het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW werken we op dit thema samen met de landen aan het uitwisselen van expertise op het gebied van meertaligheid via het netwerk Nederlands als Vreemde Taal (NVT) Carib.

  • Mededeling - 13 mei 2025

    Op 16 april 2025 hebben de leden White en Pijpelink (beiden GroenLinks-PvdA) schriftelijke vragen gesteld over de onderwijstaal op Caribisch Nederland. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat zorgvuldige beantwoording meer tijd vergt. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z07640
Volledige titel: De onderwijstaal op Caribisch Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-2327
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden White en Pijpelink over de onderwijstaal op Caribisch Nederland