Ingediend | 11 april 2025 |
---|---|
Beantwoord | 12 mei 2025 (na 31 dagen) |
Indieners | Habtamu de Hoop (PvdA), Aant Jelle Soepboer (FNP) |
Beantwoord door | Judith Uitermark (minister ) (NSC) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z07232.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2149.html |
Ja, ik heb hier kennis van genomen.
Ik begrijp dat het dragen van een pompeblêdspeldje voor velen geen politieke uiting is, maar een symbool van verbondenheid met Friesland en de Friese identiteit. Vanuit dat perspectief wordt het speldje gezien als een uiting van regionale trots en cultureel erfgoed. In onze democratische rechtsstaat is het van belang dat er ruimte bestaat om uiting te geven aan regionale identiteit, taal en cultuur.
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, begrijp ik dat het pompeblêdspeldje in de praktijk veelal gedragen als uitdrukking van regionale trots en culturele identiteit, en niet als politiek statement.
Ik kan me goed voorstellen dat de betrokken leden deze situatie als vervelend en kwetsend hebben ervaren.
Het is van belang dat symbolen, zoals het pompeblêdspeldje, niet onterecht worden aangemerkt als een demonstratieve uiting. De interpretatie van dergelijke symbolen valt onder de verantwoordelijkheid van het presidium en de voorzitter van de Tweede Kamer, die binnen de kaders van de Kamerorde beslissen of uitingen passend zijn in het parlementaire decorum.
Voor deze richtlijnen verwijs ik u naar de richtlijnen van de Tweede Kamer.
Ik heb er kennis van genomen dat de stafdienst heeft aangegeven dat het om een misverstand ging. De verantwoordelijkheid voor het handhaven van de Kamerregels ligt bij de voorzitter en het presidium van de Tweede Kamer. Zij zijn het die binnen de kaders van de Kamerorde kunnen beoordelen of het dragen van een bepaald symbool past binnen de parlementaire context.
Het komen tot verduidelijking of wijziging van reglement of de procedures van de Kamer is aan de Kamerleden en aan het presidium zelf.
Helaas is het niet gelukt deze vragen binnen 3 weken te beantwoorden.