Ingediend | 8 april 2025 |
---|---|
Beantwoord | 21 mei 2025 (na 43 dagen) |
Indiener | Ines Kostić (PvdD) |
Beantwoord door | Rummenie |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z06724.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2267.html |
Ja.
Ja.
Ja, dit staat in het Besluit houders van dieren onder artikel 3.4.
Mensen willen graag het perfecte uiterlijk voor hun hond, maar realiseren zich te laat dat het perfecte uiterlijk en de perfecte gezondheid niet altijd hand in hand gaan. Met het fokken van rassen is onbedoeld ook geselecteerd op erfelijke afwijkingen. Het vereist een goed fokbeleid om rassen weer gezonder te maken. Voorlichting voor zowel fokker als consument kan hier een belangrijke rol in spelen.
Tijdens de opnames van Zembla is de NVWA bevraagd over één van de genoemde 25 fokreglementen. Dit betreft die voor de Berner Sennen. Ook weet de NVWA dat in andere fokreglementen3 informatie staat die in strijd is met de wetgeving indien fokkers hiernaar handelen. Ik zoek dit verder met de NVWA uit en daar waar de fokreglementen klaarblijkelijk aanzetten tot het handelen in strijd met de wet, zullen de betreffende organisaties benaderd worden.
Ik onderschrijf de uitspraak. Ik vind het ernstig dat gefokt wordt met honden met erfelijke schadelijke kenmerken en erfelijke ziekten en dat de gezondheid van de honden niet voorop staat. Daarom ga ik ook met de NVWA en de Raad van Beheer over de foknormen in gesprek. Het eerste gesprek hierover heeft inmiddels plaatsgevonden en de afspraak staat dat hier nog verder over gesproken zal worden.
De fokreglementen zijn afspraken die de rasverenigingen onderling maken. Dit staat los van de regelgeving. De fokkers zijn verplicht zich te houden aan de wet- en regelgeving. Dat is ook waar de NVWA op controleert.
Het fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarbij erfelijke afwijkingen en ziekten kunnen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen is verboden volgens artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren. De fokker is verantwoordelijk voor de wijze waarop wordt gefokt en deze moet dan ook aantonen dat er voldoende is gedaan om het doorgeven van erfelijke afwijkingen en ziekten te voorkomen.
De NVWA houdt sinds 2019 toezicht en handhaaft op artikel 3.4. Op basis van meldingen en risicoselecties voert zij inspecties uit bij fokkers van honden. Zowel bij rashondenfokkers als bij fokkers van honden zonder stamboom. Zo heeft de NVWA de afgelopen vijf jaar gecontroleerd en gehandhaafd op het fokken met schadelijke uiterlijke kenmerken en erfelijke aandoeningen, zoals honden met een te korte snuit, heupdysplasie en patella luxatie (ontwrichting van de knieschijf). Als een overtreding van artikel 3.4 wordt geconstateerd, wordt een waarschuwing, een bestuurlijke boete of een bestuursrechtelijke last opgelegd.
Een rashondenvereniging is een belangenvereniging, zij kunnen geen overtreding begaan van deze wetgeving, omdat de wetgeving gaat over de door de fokker geïnitieerde fokhandelingen. Een overtreding ligt daarom altijd bij de fokker die de ouderdieren heeft uitgekozen en ingezet. Desondanks vind ik het onwenselijk dat rashondenverenigingen fokkers van informatie voorzien die tegen de wet- en regelgeving ingaat. Ik ben hierover, samen met de NVWA, in gesprek met de Raad van Beheer.
Het beleid is er al jaren op gericht om te komen tot gezonde en sociale honden. In dit kader heb ik het Expertisecentrum Genetica Diergezondheid gevraagd om mij te adviseren over gezonde hondenfokkerij. Ook werk ik aan regelgeving die gericht is op het tegengaan van de vraag naar deze dieren, zoals een houdverbod voor dieren die altijd lijden onder hun uiterlijk.
Een ontwerpalgemene maatregel van bestuur met een houdverbod voor naaktkatten en vouwoorkatten is in procedure gebracht. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2026. Dit houdverbod wil ik uitbreiden waar nodig. Ik werk ook aan een vertoningsverbod van dieren die lijden onder hun uiterlijk in bijvoorbeeld reclames. Een houd- of vertoningsverbod moet goed onderbouwd en handhaafbaar zijn. Daarvoor is het nodig om te weten welke uiterlijke kenmerken bij honden en katten lijden veroorzaken en hoe dat verband objectief kan worden vastgesteld. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan en ik verwacht in de loop van 2025 te kunnen zeggen of en zo ja voor welke andere dieren bij wie de uiterlijke kenmerken lijden veroorzaken een houd- of vertoningsverbod zal worden uitgewerkt. Ook ondersteun ik Stichting Fairdog. Stichting Fairdog wil Nederlandse fokkers ondersteunen in verantwoorde fokkerij en consumenten faciliteren bij de aanschaf van een gezonde en sociale hond. Met een gezondheidscertificaat krijgen kopers dan de zekerheid dat alle nodige gezondheidscontroles bij de ouderdieren zijn uitgevoerd.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8 controleert de NVWA bij fokkers van honden. De NVWA blijft toezicht houden en handhaven op het fokken met gezelschapsdieren, waaronder het fokken waarbij erfelijke afwijkingen en ziekten kunnen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen.
Zoals aangegeven in vraag 8 kan enkel bij fokkers gehandhaafd worden op artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren, die de fokcombinaties van ouderdieren uitkiezen en inzetten. Ik vind het echter niet acceptabel dat de rashondenverenigingen de houders niet goed voorlichten en daarom spreek ik, samen met de NVWA, over de foknormen met de Raad van Beheer.
Ik heb kennisgenomen van de uitspraak van de directeur van de Raad van Beheer. Zoals ook in de Zembla-uitzending wordt geconstateerd zijn er weliswaar stappen gezet om rashonden gezonder te maken, vanuit fokverenigingen maar ook door wet- en regelgeving, maar wordt er tegelijkertijd nog steeds gefokt met honden met erfelijke afwijkingen en/of schadelijke uiterlijke kenmerken. Hierdoor wordt de wet nog steeds overtreden en is er nog steeds geen sprake van een gezonde fokkerij.
Ja, ik ben bekend met de reactie van de Raad van Beheer. Alle fokkers dienen zich aan de wet- en regelgeving te houden en ook de Raad van Beheer heeft hier een rol in te spelen.
De verantwoordelijkheid voor het fokken van gezonde dieren ligt bij de fokker. Ik vind dat de Raad van Beheer als overkoepelende organisatie van rashondenfokkers een belangrijke voorbeeldfunctie heeft in het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van honden. De Raad draagt op zijn website ook uit dat zij veel waarde hecht aan het fokken van gezonde en sociale rashonden. Er zijn in het verleden gesprekken geweest met de Raad over fokkerij, maar niet specifiek over de fokreglementen. Uit deze gesprekken gaf de Raad aan dat zij voor een gezonde fokkerij is.
Zie mijn antwoorden op vragen 12 en 13.
Ja, dat kan ik bevestigen.
Het is onwenselijk dat de Raad dit op zijn site heeft staan, want fokkers dienen zich ten alle tijde aan de wet- en regelgeving te houden. De wet is leidend, ook als dat betekent dat er te weinig honden zijn om mee te fokken. Ik ben inmiddels, samen met de NVWA, met de Raad van Beheer hierover in gesprek, zoals gemeld in voorgaande antwoorden.
Het fokken met zieke honden is wettelijk verboden. Dus het zou niet moeten kunnen dat de Raad stambomen afgeeft aan honden die niet volgens de wet zijn gefokt. Daarover ben ik, samen met de NVWA, met de Raad van Beheer in gesprek.
Een stamboom valt onder privaat recht en ik kan de Raad niets verplichten. Daarnaast is een stamboom een afstammingsbewijs en zegt het nu niets over de gezondheid van een hond. Ik ben met de Raad van Beheer in gesprek.
Ja, dat kan ik mij voorstellen. Dat is ook de reden dat ik Stichting Fairdog ondersteun. Daarnaast wil ik inzetten op een communicatiecampagne en betere voorlichting voor toekomstige diereneigenaren. In deze campagne zal ook aandacht zijn voor deze problematiek. Ik verwacht deze campagne na de zomer te starten.
Zoals ik al eerder heb aangegeven is een stamboom alleen een afstammingsbewijs en zegt het niets over de gezondheid van een hond.
Zoals ik al aangegeven heb bij mijn antwoord op vraag 19 wil ik inzetten op een communicatiecampagne en betere voorlichting voor toekomstige diereneigenaren.
Ik kan mij voorstellen dat er rassen zijn die zoveel ernstige ziekten hebben dat het niet meer verantwoord is door te gaan met dezelfde fokpopulatie. Mogelijk dat het kruisen met andere rassen een dergelijk ras kan verbeteren.
Mijn beleid is erop gericht om dit probleem breder aan te pakken. Daarom heb ik het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde ook gevraagd mij te adviseren in een bredere aanpak van een gezond fokbeleid.
De vragen zijn één voor één beantwoord. Vanwege afstemming over de antwoorden op de vragen met de NVWA heeft het wat langer geduurd dan de gestelde termijn. Hiervoor heeft de Tweede Kamer een uitstelbrief ontvangen.
De vragen van het lid Kostić (PvdD) over het onderzoek waaruit blijkt dat minstens 25 rashondenverenigingen de wet overtreden (2025Z06724) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord in verband met de benodigde afstemming. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.