Ingediend | 28 maart 2025 |
---|---|
Beantwoord | 19 mei 2025 (na 52 dagen) |
Indieners | Lisa Westerveld (GL), Anita Pijpelink (PvdA) |
Beantwoord door | Karremans , Mariëlle Paul (VVD) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z05945.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2245.html |
Ja.
Het is te betreuren dat er dit jaar wederom ophef was over relationele en seksuele vorming en de Week van de Lentekriebels.
Bovendien is het kwalijk dat er misinformatie rondgaat, zeker over een thema dat leerlingen helpt weerbaarder te worden tegen bijvoorbeeld seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Ja. Uiteraard mogen er verschillende opvattingen bestaan over relationele en seksuele vorming, deze vrijheid is verankerd in onze democratie en ook in het onderwijs. Maar het verspreiden van onjuiste en onvolledige informatie is schadelijk. Dat Rutgers juridische stappen heeft moeten zetten om dit tot een halt toe te roepen is zeer te betreuren. Onlangs heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat Civitas Christiana geen onrechtmatige uitlatingen meer mag doen over Rutgers en de Week van de Lentekriebels en eerdere onrechtmatige uitlatingen moet rectificeren. De ministeries van OCW en VWS hopen dat Rutgers en scholen zich gesterkt voelen door deze uitspraak en dat dit hen helpt om misinformatie recht te zetten.
De Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 laat zien dat gemiddeld 88,8% van de Nederlandse middelbare scholieren in klas 2 en 4 zich voldoende weerbaar voelt. Per gemeente varieert dit van 79,6% tot 97%.2 Deze percentages zijn redelijk hoog, maar geven geen reden om achterover te leunen. Kinderen zijn volop in ontwikkeling, zoeken grenzen op en zijn beïnvloedbaar voor negatieve invloeden en verleidingen. Zo blijkt uit het onderzoek «Seks onder je 25ste» uit 2023 dat 66% van de meiden en 29% van de jongens te maken heeft gehad met seksuele grensoverschrijding. Dit gaat van vervelende seksuele opmerkingen en ongewenste aanrakingen tot allerlei vormen van seks tegen de wil.3
Het is cruciaal dat kinderen weten wat hun wensen en grenzen zijn, dat zij hiernaar weten te handelen en voor zichzelf opkomen. Zo bouwen weerbare kinderen een buffer op voor de risico’s van online en offline seksueel grensoverschrijdend gedrag. Onder meer via het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag en het vernieuwde curriculum wordt bijgedragen aan versterking van deze thema’s.
De Week van de Lentekriebels is een jaarlijkse projectweek van expertisecentrum Rutgers en de regionale GGD’en om aandacht te vragen voor relationele en seksuele vorming. Met deze themaweek worden scholen gestimuleerd om structureel met relationele en seksuele vorming aan de slag te gaan op een manier die past bij de school en de (leeftijd van de) leerlingen. Het is wetenschappelijk bewezen dat brede en structurele relationele en seksuele vorming kinderen en jongeren helpt bij de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en attitudes die bijdragen aan een positief zelfbeeld en gezonde relaties. Kinderen en jongeren leren hun eigen en andermans grenzen beter herkennen en respecteren én zoeken eerder hulp als dat nodig is. Goed geïnformeerde jongeren beginnen gemiddeld later aan seks en doen dit bovendien veiliger, waardoor risico's zoals grensoverschrijdend gedrag, soa's en ongewenste zwangerschappen afnemen.4
De Week van de Lentekriebels is dan ook een goed en belangrijk initiatief. Daarom blijft het Ministerie van VWS – via instellingssubsidie aan Rutgers – de organisatie van de Week van de Lentekriebels de komende jaren mogelijk maken. Uiteraard is het altijd aan scholen zelf of zij aan de themaweek mee willen doen, welk lesmateriaal zij gebruiken en hoe ze relationele en seksuele vorming invullen.
Zoals eerder al aangegeven is het te betreuren dat wederom ophef is ontstaan rondom de Week van de Lentekriebels en relationele en seksuele vorming in het algemeen.
Uit de recente peiling die Rutgers onder schoolleiders heeft gehouden blijkt dat, ten opzichte van de vorige peiling in 2022, het aantal deelnemende scholen aan de Week van de Lentekriebels is gedaald: van 43,2% naar 35%.5 6 In de peiling van 2025 heeft Rutgers uitgevraagd welke redenen scholen geven om géén aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. De meest genoemde reden hierbij is dat het weerstand oproept bij ouders (38%). In 2022 was dit nog 6%. Het is lastig om op basis van deze cijfers één op één een verband te leggen met de verspreiding van desinformatie. Echter, het is niet ondenkbaar dat desinformatie en het aanwakkeren van twijfels, onzekerheid en zorgen bij ouders via sociale media hieraan heeft bijgedragen. Dit is onwenselijk en zorgelijk.
Deelname aan de Week van de Lentekriebels is vrijwillig. Net als het gebruik van lesmethodes. De Week van de Lentekriebels is geen doel op zichzelf, maar een instrument om scholen te stimuleren structureel aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat 96% van alle schoolleiders aandacht besteedt aan relationele en seksuele vorming op hun school. Dat is zeer positief maar het is ook van belang dat álle scholen hier aandacht aan besteden. Relationele en seksuele vorming is immers onderdeel van de wettelijk geldende kerndoelen. Bovendien draagt, zoals gezegd, relationele en seksuele vorming het meest bij aan de ontwikkeling van kinderen als deze structureel en in de breedte van het thema gegeven wordt, passend bij de leeftijd. Binnen de kaders van onderwijsvrijheid is het daarom van belang om te blijven stimuleren dat relationele en seksuele vorming breed en structureel wordt aangeboden.
Scholen kunnen ervoor kiezen om niet deel te nemen aan de Week van de Lentekriebels, bijvoorbeeld omdat zij de lessen op een ander moment of op een andere wijze willen aanbieden. Ik vertrouw erop dat alle scholen op een voor hen passende manier invulling geven aan de wettelijk verplichte kerndoelen over seksualiteit en (seksuele) diversiteit.
Zie antwoord vraag 6.
De rijksoverheid is geen eigenaar van lesmethodes of de projectweek Week van de Lentekriebels. Ook biedt de Grondwet restricties als het gaat om beïnvloeding van de keuze voor lesmethoden, daarvoor ligt de autonomie bij scholen. Via het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu kunnen ontwikkelaars van lespakketten relationele en seksuele vorming deze voorleggen aan praktijkprofessionals of commissies. Er wordt dan gekeken naar de onderbouwing en effectiviteit van het lespakket. Scholen kunnen ook een eigen lesmethode kiezen of gebruik maken van gastlessen
Tegelijkertijd hebben de ministeries van OCW en VWS zich de afgelopen jaren actief ingespannen om, elk vanuit hun eigen rol, heldere informatie te geven over het doel van relationele en seksuele vorming en de Week van de Lentekriebels. Het document met veelgestelde vragen op rijksoverheid.nl en het stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en Seksualiteit zijn hier uitingen van.
Ja, met dien verstande dat de Grondwet restricties biedt om vanuit de overheid uitspraken te doen over de keuze voor lesmethoden, daarvoor ligt de autonomie bij scholen. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 8 hebben de ministeries van OCW en VWS dit ook gedaan.
We waarborgen dat scholen (voldoende) aandacht besteden aan relationele en seksuele vorming door dit vast te leggen in het wettelijk geldende curriculum. Ook in de herziening daarvan is relationele en seksuele vorming een onderdeel. De nieuwe conceptkerndoelen beschrijven duidelijker en concreter wat van scholen verwacht wordt aangaande thema’s als relaties, seksualiteit en bijvoorbeeld ook grenzen aangeven. De onderwijspraktijk test nu de conceptkerndoelen (fase van beproeven). Hierna worden de kerndoelen verder aangescherpt.
Daarnaast heeft het Ministerie van OCW veel aandacht voor evidence-informed werken en de kwaliteit van leermiddelen, zoals eerder aangekondigd aan de Tweede Kamer. Dit onderzoek kan scholen en leraren ondersteunen in de vormgeving van effectieve relationele en seksuele vorming en in hun keuze voor lesmateriaal. De vrijheid van scholen in de manier waarop ze relationele en seksuele vorming willen geven, staat altijd voorop.
De ministeries van OCW en VWS werken onder andere samen in de Gezonde School Aanpak waar het thema Gezonde Relaties en Seksualiteit onderdeel van is. De afgelopen jaren heeft het Ministerie van VWS via het Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en Seksualiteit een impuls gegeven aan dit thema binnen de Gezonde School. Als onderdeel van dit programma kunnen scholen een stimuleringsregeling aanvragen, waarmee zij een geldbedrag en advies en begeleiding van een Gezonde School-adviseur van de GGD ontvangen. Ook aandacht voor (sociale) veiligheid is hier onderdeel van. Ruim 2000 scholen (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en mbo) hebben gebruik gemaakt van deze regeling. Het Stimuleringsprogramma loopt af in 2025. Om ervoor te zorgen dat scholen ook na afloop van deze regeling ondersteuning kunnen krijgen voor het geven van relationele en seksuele vorming, wordt het thema Relaties en Seksualiteit weer een geïntegreerd onderdeel van de Gezonde School.
Scholen of leerkrachten kunnen te maken krijgen met vragen van ouders of omstanders. Zolang gesprekken gevoerd worden op basis van respect kunnen ouders en omstanders altijd vragen stellen. Maar fysieke of verbale agressie is onacceptabel.
Mochten zich op school incidenten, calamiteiten, intimidatie, agressie of grensoverschrijdend gedrag voordoen, dan kunnen scholen voor advies en ondersteuning terecht bij het Adviespunt van Stichting School & Veiligheid. Ook wordt via Stichting School & Veiligheid, expertisecentrum Rutgers en het programma Gezonde School op diverse manieren aandacht besteed aan training over en ondersteuning bij veiligheid, of bij het voeren van lastige gesprekken.
Ja. Wij staan pal achter de thema-instituten die scholen ondersteunen bij het geven van relationele en seksuele vorming. En pal achter de scholen en leerkrachten die met dit thema aan de slag zijn. Op verschillende niveaus wordt gewerkt aan het tegengaan van desinformatie, zoals ook beschreven in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Becker, Kisteman (beiden VVD) en Heite (Nieuw Sociaal Contract) met kenmerk 2025Z05545.
Rijksbreed worden maatregelen genomen om de weerbaarheid van burgers tegen desinformatie in het algemeen te versterken. De ministeries van OCW en VWS zorgen er daarnaast voor dat betrouwbare informatie beschikbaar is over de Week van de Lentekriebels, het belang van relationele en seksuele vorming en de rol van het onderwijs hierin. Die informatie staat onder andere op rijksoverheid.nl.7
Daarnaast zijn er ook verschillende ondersteuningsmogelijkheden voor scholen via Stichting School & Veiligheid en Rutgers. Bij ontwrichtende situaties op school kunnen scholen altijd contact op nemen met Stichting School & Veiligheid voor advies of voor ondersteuning van het calamiteitenteam. Rutgers zet daarnaast extra in op het informeren en ondersteunen van leerkrachten en scholen, bijvoorbeeld in hoe zij ouders tijdig kunnen informeren en betrekken bij het onderwijs en hoe zij eventuele lastige gesprekken kunnen aangaan met ouders. Ook wordt extra ingezet op informatie, tools en ondersteuning voor ouders, zodat zij zelf invulling kunnen geven aan de relationele en seksuele opvoeding van hun kind.
Samen met het Ministerie van VWS wordt continu bezien of aanvullende actie nodig is om scholen en thema-instituten te ondersteunen in hun (wettelijke) taken.
Op 28 maart 2025 hebben de leden Westerveld en Pijpelink (beiden GroenLinks-PvdA) schriftelijke vragen gesteld over de Week van de Lentekriebels. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat afstemming met meerdere departementen noodzakelijk is. Ik zal, mede namens Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.