Ingediend | 7 maart 2025 |
---|---|
Beantwoord | 22 april 2025 (na 46 dagen) |
Indiener | Ines Kostić (PvdD) |
Beantwoord door | Femke Wiersma (minister ) (BBB) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid voedselkwaliteit |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z04185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2007.html |
Ik heb uw vragen zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ja.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven is in lijn met de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie waar ik uw Kamer op 19 november 2024 schriftelijk over heb geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 676). De uitspraak stelt dat het Ctgb altijd mag uitgaan van de «op het moment van onderzoek beschikbare relevante en betrouwbare wetenschappelijke en technische kennis». Ook als een beoordeling, conform Europees zonaal proces, wordt overgenomen van een andere lidstaat die de nieuwe kennis niet meenam, mag het Ctgb afwijken en de nieuwe kennis meenemen. Waar het gaat om hormoonontregelende effecten op de mens moet het Ctgb dat zelfs.
Naar aanleiding van deze uitspraak heeft het Ctgb op 30 juli 2024 bekendgemaakt de werkwijze bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen op onderdelen aan te passen. Zo kijkt Ctgb sinds eind 2024 bij de beoordeling of er recent nieuwe betrouwbare wetenschappelijke en technische kennis is ontwikkeld over hormoonontregeling bij de mens, nu één van de uitspraken van het Hof daar specifiek over gaat. Zo ja, dan houdt het Ctgb daar rekening mee in de beoordeling van de toelating van een gewasbeschermingsmiddel. Verder gaat het Ctgb nieuwe, strengere richtsnoeren en methodieken in de beoordeling gebruiken, zodra ze worden gepubliceerd door EFSA of een vergelijkbare instantie, ook als ze nog niet definitief zijn vastgesteld. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is dat de nieuwe richtsnoeren en methodieken «strenger» zijn dan de eerder gebruikte én dat het bestaande datapakket kan worden gebruikt. Met deze aanpassing van de werkwijze handelt het Ctgb, als aangewezen onafhankelijke toelatingsautoriteit, in lijn met de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Zoals bij het antwoord op vraag 4 genoemd heeft deze uitspraak verdere verduidelijking gegeven over de wijze waarop nieuwe wetenschappelijke kennis door het Ctgb mag en in het geval van hormoonontregelende effecten bij de mens moet worden meegenomen, ook wanneer een andere lidstaat deze informatie nog niet meenam. Ik heb vertrouwen in het feit dat het Ctgb de werkwijze voor hormoonontregelende effecten inmiddels heeft aangepast.
Ik ben bekend met de recente studies over neurotoxische effecten van de stof deltamethrin.
De stof deltamethrin wordt momenteel Europees herbeoordeeld waarbij inmiddels nieuwe wetenschappelijke grenswaarden voor blootstelling zijn voorgesteld. Deze nieuwe grenswaarden zijn gebaseerd op effecten bij lagere doseringen dan de effecten in de hier genoemde studies. Dit betekent dat de effecten van ontwikkelingsneurotoxiciteit in de genoemde studies worden afgedekt door de nieuwe voorgestelde grenswaarden. Of bij gebruik van een middel op basis van deltamethrin daadwerkelijk een risico optreedt voor de gezondheid is afhankelijk van de blootstelling (toepassing, dosering, etc.). Voor de aangevraagde representatieve gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen die deltamethrin bevatten, leidt de blootstelling niet tot overschrijding van deze strengere grenswaarden. Op grond van deze bevindingen is er op dit moment geen aanleiding om de Europese Commissie te vragen om de goedkeuring van deze stof tussentijds te herzien.
Het klopt inderdaad dat de laatste herbeoordeling van deltamethrin dateert uit 2003. Ondanks dat er een aantal aanwijsbare redenen zijn, zoals de overdracht van dit dossier van het Verenigd Koninkrijk naar Oostenrijk als gevolg van de Brexit en vertraging door de beoordeling op hormoonontregelende eigenschappen, vind ik een dergelijk lange periode van herbeoordeling niet wenselijk en zal ik bij de Europese Commissie blijven pleiten voor het versnellen van beoordelingsprocedures. Deze situatie is echter buiten de schuld van de aanvrager om ontstaan waardoor momenteel geen basis is om deze stof niet langer goed te keuren. Zoals gebruikelijk geldt ook hier de richtlijn dat, mocht tussentijds duidelijk zijn dat een werkzame stof niet meer aan de goedkeursingsvoorwaarden van Verordening (EC) 1107/2009 voldoet, de Europese Commissie meteen een voorstel aan de lidstaten zal voorleggen om de goedkeuring in te trekken.
Stoffen en gewasbeschermingsmiddelen op basis van deze stoffen worden periodiek herbeoordeeld waarbij nieuwe vastgestelde normen, nieuw toetsingskader en beschikbare wetenschappelijke kennis worden meegenomen in de risicobeoordeling. De Europese Commissie heeft de mogelijkheid om tussentijds in te grijpen in de goedkeuring van stoffen op basis van artikel 21 van de Verordening (EC) 1107/2009, indien daar gegronde redenen voor zijn. Op dit moment zijn er geen redenen om daar bij de Europese Commissie op aan te dringen.
Zoals in mijn antwoord op vraag 6 beschreven wordt deltamethrin op dit moment herbeoordeeld en zijn er momenteel geen aanwijzingen dat deze stof niet voldoet aan de eisen van Verordening (EC) 1107/2009 en dat ingrijpen nodig is.
De stof deltamethrin wordt momenteel reeds herbeoordeeld. Er is momenteel geen aanleiding om bij de Europese Commissie aan te dringen op een artikel 21-procedure.
Ik heb uw vragen zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Momenteel zijn er geen aanwijzingen dat deze stof niet voldoet aan de eisen van Verordening (EC) 1107/2009 en dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Ik heb vertrouwen in de Europese en nationale toelatingssystematiek waarbij stoffen eerst Europees worden goedgekeurd en middelen vervolgens nationaal worden toegelaten. Hierbij worden de risico’s voor mens, dier en milieu uitgebreid beoordeeld aan de hand van Europees vastgestelde toetsingskaders. Stoffen en middelen worden periodiek herbeoordeeld en goedkeuringen en toelatingen worden herzien wanneer hier wetenschappelijke aanleiding toe is. Als voorbeeld hiervan verwijs ik naar de beleidsregel van het Ctgb om de toelating van gewasbeschermingsmiddelen tussentijds opnieuw te bekijken naar aanleiding van structurele normoverschrijdingen in oppervlaktewater.
Ja.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Kostić (PvdD) van 7 maart 2025, met het kenmerk 2025Z04185, over het insecticide deltamethrin, wil ik u meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt vanwege noodzakelijke afstemming met het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) om de vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen. Ik streef ernaar uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.