Ingediend | 7 maart 2025 |
---|---|
Beantwoord | 15 april 2025 (na 39 dagen) |
Indiener | Peter Smitskam (PVV) |
Beantwoord door | Struycken |
Onderwerpen | bestuur parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z04028.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1943.html |
Momenteel loopt de evaluatie van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). Deze evaluatie is na de zomer van 2024 gestart. In de wetsevaluatie worden onder andere de eisen die worden gesteld aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel onderzocht. Als onderdeel van de wetsevaluatie wordt een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar de toegang tot de rechter voor belangenorganisaties in algemeenbelangacties tegen de overheid. De focus ligt hierbij op de eisen die de ons omringende landen stellen aan de representativiteit en ontvankelijkheid van belangenorganisaties met een ideëel doel. Het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (UCALL) van de Universiteit Utrecht, de Radboud Universiteit en de Erasmus Universiteit Rotterdam voeren het onderzoek uit.
De onderzoeksopzet maakt deel uit van het onderzoek. Het rechtsvergelijkend onderdeel wordt volgens de huidige planning eind april 2025 opgeleverd. Ik kan u de onderzoeksopzet daarom nu niet toesturen. Het evaluatieonderzoek volgt naar verwachting in de zomer van 2025. Elk van de onderzoeken wordt binnen zes weken na zijn oplevering openbaar gemaakt.
Het rechtsvergelijkend onderzoek naar algemeenbelangacties vormt onderdeel van de evaluatie. Met het oog op het voortvarend uitvoeren van de afspraak uit het regeerprogramma en de moties van de leden Van Dijk c.s.2 en Stoffer c.s.3 is in de planning voorrang gegeven aan het rechtsvergelijkend onderzoek.
Nee, het evaluatieonderzoek is nog gaande.
Het rechtsvergelijkend onderdeel zal volgens de planning eind april worden opgeleverd en het evaluatieonderzoek in de zomer van 2025. Het onderzoek wordt uiterlijk zes weken na oplevering openbaar. Ik verwacht dus te kunnen voldoen aan het verzoek om het onderzoek vóór september 2025 aan uw Kamer voor te leggen. Overigens zijn er uit het Centraal register voor collectieve vorderingen4 geen aanwijzingen te halen dat het aantal collectieve acties bij de burgerlijke rechter ex artikel 3:305a BW tegen de Staat sinds 2020 toeneemt. Ook zijn uit gesprekken die met deskundigen over de WAMCA zijn gevoerd, tot nu toe geen signalen gekomen dat sprake is van mogelijk misbruik van deze procedures.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Smitskam (PVV), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over Uitstelbericht Kamervragen over de afspraak uit het hoofdlijnenakkoord: «Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van art. 3.305a Burgerlijk Wetboek» (ingezonden 6 maart 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.