Ingediend | 24 februari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 8 april 2025 (na 43 dagen) |
Indiener | Faith Bruyning (NSC) |
Beantwoord door | Struycken |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z03486.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1883.html |
Ik heb de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid over «non-discriminatie en gelijke behandeling in de jeugdbeschermingsketen» op 18 februari 2025 aan uw Kamer aangeboden.2 Ik heb daarbij aangegeven dat de inhoudelijke reactie op de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid zal worden opgenomen in de eerstvolgende brief over jeugdbescherming. Ik verwacht deze brief in mei aan uw Kamer te zenden. In april is naar verwachting het eerste deelonderzoek naar discriminatie binnen de Raad voor de Kinderbescherming door het Verwey-Jonker Instituut ook gereed. De antwoorden op de vragen van het lid Bruyning over deze onderzoeken zal ik betrekken bij de inhoudelijke reactie.
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op vraag 2.
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op vraag 2.
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op vraag 2.
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op vraag 2.
Graag verwijs ik hier naar het antwoord op vraag 2.
De aandachtspunten van de Inspectie Justitie en Veiligheid gaan over gericht beleid en scholing, personeelsbeleid, het aanbieden van cultuur-sensitieve hulp, transparante besluitvorming en het voortbouwen op elkaars informatie waardoor beelden blijven bestaan, toegankelijke communicatie en sensitiviteit voor de effecten van richtlijnen, protocollen en instrumenten die nadelig kunnen uitpakken. Ten slotte gaat het over het laagdrempelig melden van discriminatie. De aandachtspunten worden niet rechtstreeks meegenomen in het wetsvoorstel. Het zijn belangrijke aandachtspunten maar leiden niet automatisch tot een wetswijziging. Ook hebben de aandachtspunten niet een directe link met de maatregelen die worden voorgesteld in het wetsvoorstel.
Ik de brief van 18 februari 2025 heb ik aangegeven dat de inhoudelijke reactie op de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid zal worden opgenomen in de eerstvolgende brief over jeugdbescherming die naar verwachting in mei aan uw Kamer wordt verzonden.
Ja.
Zoals in de beantwoording van 8 oktober 2024 op deze vragen is benoemd, vraagt het onderzoek naar discriminatie bij de Raad voor de Kinderbescherming, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut, meer tijd dan bij de oorspronkelijke onderzoeksopzet is ingeschat. 4 Zorgvuldigheid en onafhankelijkheid staan hierbij voorop. Er is geen sprake van een «lage urgentie» bij de Raad voor de Kinderbescherming. Het rapport wordt naar verwachting in april door het Verwey-Jonker Instituut gepubliceerd en bevat de resultaten over de werkgeversrol en een data-analyse van de dienstverlening van de RvdK aan cliënten.
Een reactie op de inzichten uit deze publicatie wordt, samen met de inhoudelijke reactie op de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid, opgenomen in de eerdergenoemde brief over jeugdbescherming die ik naar verwachting in mei aan uw Kamer zal toesturen.
In de beantwoording van de eerdere schriftelijke vragen over het onderzoek naar de aanwezigheid en impact van discriminatie en vooroordelen binnen de Raad voor de Kinderbescherming heb ik uw Kamer geïnformeerd over de onderzoeksopzet van het Verwey-Jonker Instituut. Verder heb ik aangegeven dat een onderzoek onder cliënten om een gedegen uitwerking vraagt, gelet op rechtsbescherming, zorgvuldigheid en privacy. Hier was meer tijd voor nodig dan ingeschat bij de onderzoeksopzet. Ook is nader toegelicht dat het Verwey-Jonker Instituut door de Raad voor de Kinderbescherming is gekozen vanwege hun specifieke expertise op het thema diversiteit en hun positie als onafhankelijke onderzoeksinstelling.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bruyning (NSC), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over non-discriminatie en gelijke behandeling in de jeugdbeschermingsketen (ingezonden 24 februari 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.