Ingediend | 8 januari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 26 mei 2025 (na 138 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman (SP) |
Beantwoord door | Dirk Beljaarts (minister ) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z00079.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2286.html |
Ja.
Ja.
Ja.
Ik kan mij goed voorstellen dat recreanten met een jaarplaats die al decennialang of generaties lang op dezelfde camping of hetzelfde recreatiepark staan, de mogelijke overname van «hun» camping of vakantiepark als zeer ingrijpend ervaren. Bij deze vijf campings of recreatieparken zijn er verschillende aanleidingen voor de beoogde verandering. Huurders van een vaste standplaats kunnen zich beroepen op het algemeen huurrecht waarin de plichten van zowel de verhuurder als de huurder zijn geregeld. Voor bepaalde bestaande situaties van permanente bewoning van recreatiewoningen, werkt de Minister van VRO aan een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Een gemeente moet daarmee in het omgevingsplan voorzien in het toestaan van bestaand gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning in bepaalde situaties en onder voorwaarden. In hoeverre dat voor de recreanten in de genoemde vragen van toepassing zal zijn kan ik niet beoordelen.
Nee. Recreanten kunnen zich beroepen op het algemeen huurrecht en dit biedt voldoende bescherming. Wanneer bij een herstructurering sprake is van aanpassingen die vallen buiten de mogelijkheden die het geldende omgevingsplan biedt, zal een eigenaar/exploitant van een camping of vakantiepark het gesprek met de gemeente moeten aangaan. Daaruit kan volgen dat de gemeente bereid is om mee te werken aan de door de eigenaar/exploitant gewenste herstructurering. Bij de planologische uitwerking van die herstructurering is men verplicht om te onderzoeken wat de (milieu)effecten van de ontwikkeling zijn voor de fysieke leefomgeving. Op grond van de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving moet voor een nieuwe ontwikkeling die niet past binnen het geldende planologische kader namelijk sprake zijn van «een evenwichtige toedeling van functies aan locaties». Daarmee is gewaarborgd dat een eventuele nieuwe eigenaar van een vakantiepark geen ongewenste effecten voor omgeving en milieu kan veroorzaken, wanneer deze niet binnen het geldende planologische kader passen.
Zoals aangegeven ligt de problematiek op en rondom vakantieparken op verschillende, met elkaar verweven thema’s, waarbij verschillende ministeries betrokken of verantwoordelijk zijn. Er heeft derhalve zorgvuldige interdepartementale afstemming plaatsgevonden. Een reactie op de initiatiefnota zal gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen worden verzonden.
Nee. Voor een betaalbaar recreatieaanbod zijn economisch vitale vakantieparken cruciaal. Er zijn ook vakantieparken of recreatieparken waar overnames kunnen leiden tot vitalisering. Van de vele recreatieparken in Nederland zijn er immers ook die minder goed functioneren. Met het economisch gezond houden van vakantieparken kan sociale problematiek of veiligheidsproblematiek worden voorkomen.
Nee. Het is wettelijk altijd verplicht om de langetermijneffecten van een ontwikkeling te onderzoeken waarbij ook wordt gekeken naar wat de (milieu)effecten van de ontwikkeling zijn voor de fysieke leefomgeving (zie ook het antwoord op vraag 5).
Gemeenten hebben het beste zicht waar zich Natura 2000-gebieden bevinden en waar recreatie in relatie tot andere functies kan plaatsvinden (binnen het wettelijke kader van de Omgevingswet). Gemeenten kunnen dan ook het beste beoordelen of, en zo ja waar, luxe vakantiehuisjes kunnen worden gebouwd. Indien een gemeente hiertoe een vergunning verleent, dient zij de bouw aan bestaande regelgeving (bijvoorbeeld op het gebied van stikstof) te toetsen. Gemeenten hebben tevens een wettelijke taak met betrekking tot toezicht en handhaving, met daarbij een beginselplicht tot handhaving indien daarom verzocht wordt.
Ik ga niet in op de situatie bij specifieke bedrijven, zoals Europarcs. In het algemeen is het van belang dat vakantieparken de ruimte behouden om te blijven investeren in de eigen voorzieningen en faciliteiten. Om een vakantiepark economisch vitaal en rendabel te houden, kan het noodzakelijk zijn het bedrijfsmodel door te ontwikkelen.
Ja.
De vragen van het lid Beckerman (SP) over «De opkoop van campings en recreatieparken waardoor recreanten moeten wijken» (2025Z00079) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. In verband met de benodigde interdepartementale afstemming, is het voor het kabinet helaas niet mogelijk om de vragen binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden. Uw Kamer zal zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen ontvangen.