Kamervraag 2023Z18923

Het inspectierapport en de beleidsreactie inzake het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst

Ingediend 6 november 2023
Beantwoord 18 december 2023 (na 42 dagen)
Indiener Frank Wassenberg (PvdD)
Beantwoord door Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z18923.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-643.html
1. Position paper Stichting Nederland Wordt Beter (NLWB) en actiegroep Kick Out Zwarte Piet t.b.v. rondetafelgesprek Het demonstratierecht in Nederland d.d. 7 september 2023, Het demonstratierecht in Nederland | Tweede Kamer der Staten-Generaal.
2. Inspectie Justitie en Veiligheid, 2 november 2023, «Politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst», Politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst | Rapport | Rijksoverheid.nl.
3. Nationale ombudsman, 14 maart 2018, «Demonstreren, een schurend grondrecht?», Demonstreren, een schurend grondrecht? (nationaleombudsman.nl).
4. Amnesty International, 2 november 2022, «Demonstratierecht onder druk, regels en praktijk in Nederland moeten beter, Amnesty International», AMN_22_33_demonstratierecht-onder-druk_samenvatting-en-aanbevelingen.pdf (amnesty.nl).
  • Vraag 1
    Erkent u dat de politie ernstige fouten heeft gemaakt bij de voorbereiding en de aanpak van de beoogde demonstratie van Kick Out Zwarte Piet (hierna: KOZP) in Staphorst op 19 november 2022?

    In reactie op het Inspectierapport van de Inspectie van Justitie en Veiligheid (hierna: Inspectie) over het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet (KOZP) in Staphorst heeft de korpschef mij laten weten dat de politie zich herkent in de kritiekpunten die naar voren zijn gekomen in het rapport van de Inspectie.

  • Vraag 2
    Erkent u dat de veiligheid van de demonstranten van KOZP en de waarnemers van Amnesty International niet gewaarborgd is geweest?

    Ik onderschrijf, net zoals de korpschef, de conclusies van het rapport.

  • Vraag 3
    Erkent u dat het demonstratierecht van KOZP geschonden is omdat de politie ervoor koos niet op te treden tegen de relschoppers en in plaats daarvan de demonstratie te verbieden?

    Ik onderschrijf, eveneens als politie, de conclusies van het rapport die aangeven dat de politie niet doortastend en adequaat heeft opgetreden bij de bescherming van de demonstranten van KOZP en de waarnemers van Amnesty International bij de voorgenomen demonstratie in Staphorst. De politie ziet in dat tijdens de demonstratie op 19 november 2022 de focus meer had moeten liggen op het aanpakken en stoppen van de relschoppers en zij betreurt het dat demonstranten en waarnemers niet de bescherming kregen waar zij recht op hadden. De keuze om de demonstratie voortijdig te beëindigen ligt overigens nooit bij de politie maar bij het lokale gezag, i.c. de burgemeester.
    De gemeente Staphorst heeft een onderzoek laten uitvoeren door RadarAdvies1 naar het eigen handelen voor, tijdens en na de gebeurtenissen op 19 november 2022. Radaradvies beschrijft dat de burgemeester in verband met de toenemende onveilige situatie op 19 november de afweging heeft gemaakt om de demonstratie van KOZP voortijdig op grond van de Wet openbare manifestaties te beëindigen.

  • Vraag 4
    Hoe kijkt u terug op uw eigen reactie op de gebeurtenissen in Staphorst? Heeft u zich destijds voldoende normerend uitgelaten tegen eigenrichting en voor het demonstratierecht? Wat heeft u van deze episode geleerd?

    Tijdens het mondelinge vragenuur heb ik aangegeven het onafhankelijk onderzoek naar de besluiten die rondom deze demonstratie zijn genomen af te wachten. De burgemeester van Staphorst had destijds laten weten dit onderzoek in te stellen. Zoals gewoonlijk loop ik niet vooruit op de uitkomsten van een onderzoek. Later werd bekend dat de Inspectie van Justitie en Veiligheid een onderzoek zou instellen. Ik ben de Inspectie van Justitie en Veiligheid erkentelijk voor het onderzoek waarin zij via een gedetailleerd feitenrelaas de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op 19 november 2022 uiteengezet hebben. Zowel de korpschef als ik onderschrijven de conclusies van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

  • Vraag 5
    Heeft de politie de relschoppers in de voorbereiding en tijdens de aanpak als «tegendemonstranten» beschouwd en daarom besloten «erom heen te werken»? Is deze analyse van de politie waar uw eerste reactie op de gebeurtenissen, waarbij u de relschoppers «tegendemonstraten» noemde, op gebaseerd was? Zo nee, hoe zit het dan?

    De politie heeft in de voorbereiding de signalen geduid als een tegenactie. De politie heeft erkend dat zij op 19 november 2022 meer had moeten doen om de relschoppers te stoppen. Bij het begin van het vragenuur op 22 november 2022 heb ik aangegeven dat de woordkeuze «tegendemonstranten» een onjuiste was.

  • Vraag 6
    Erkent u dat een effectieve aanpak van demonstraties door de politie begint met kennis over de grenzen van het demonstratierecht en het effectief differentiëren tussen demonstranten en relschoppers/geweldplegers?

    Een effectieve facilitering van demonstraties door de politie begint inderdaad met kennis over de grenzen van het demonstratierecht. Dat geldt overigens niet alleen voor de politie maar ook voor andere betrokken partijen zoals de gezagen en demonstranten. De Inspectie is in het rapport ook ingegaan op de bredere ontwikkeling rondom demonstraties. Aangegeven wordt dat demonstraties steeds vaker niet dan wel vooraf worden aangemeld, waardoor de gemeente en politie minder tijd hebben om een demonstratie te faciliteren. Tegelijkertijd is een ontwikkeling te zien op het gebied van openbare orde en veiligheid rondom demonstraties, aldus de Inspectie.
    De politie besteedt extra aandacht aan de bestaande processen rondom demonstraties en aan de kennis over gedragsinstructies onder het politiepersoneel. Door het delen van ervaringen en ook door gebruik te maken van handelingskaders wordt de kennis rond het optreden bij demonstraties beter geborgd binnen de politie.

  • Vraag 7
    Waarom keurt u in uw beleidsreactie op het inspectierapport het geweld door deze relschoppers niet onomwonden af?

    Ik keur het geweld door relschoppers onomwonden af. Het Openbaar Ministerie vervolgt vier personen. Deze vier personen moeten zich op 16 januari 2024 verantwoorden voor de rechter. Het is aan de rechter om een oordeel te vellen over de vraag of er strafbare feiten zijn gepleegd en vervolgens een passende straf op te leggen.

  • Vraag 8
    Vindt u dat hier sprake is geweest van racistisch geweld? Zo ja, waarom spreekt u zich daar niet tegen uit?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Erkent u dat het heel gevaarlijk is als onvoldoende normerend wordt opgetreden tegen eigenrichting? Wat gaat u doen om de schade hiervan te herstellen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 10
    Hoeveel verdachten of daders worden momenteel vervolgd of zijn veroordeeld? Bent u het ermee eens dat niemand weg zou moeten kunnen komen met dergelijk crimineel gedrag? Hoe kan de politie ervoor zorgen dat voortaan álle daders van dergelijk geweld worden vervolgd?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 11
    Is er destijds sprake geweest van slachtofferhulp of enige andere vorm van bijstand aan de demonstranten en de waarnemers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe zag dit eruit?

    Bij het opnemen van een aangifte wordt door de politie altijd gevraagd of een aangever behoefte heeft aan slachtofferhulp en of de gegevens gedeeld mogen worden met Slachtofferhulp Nederland zodat zij contact kunnen leggen. Als die behoefte er is, wordt dit in het systeem vastgelegd. Of er in dit geval slachtofferhulp is geweest valt onder de privacy van betrokkenen en daar ga ik dan ook niet op in. Slachtoffers kunnen via mijnslachofferzaak.nl de voortgang van hun zaak volgen.

  • Vraag 12
    Erkent u dat de politie structureel niet adequaat optreedt bij demonstraties van KOZP?1

    Nee, dat deel ik niet. Het faciliteren en beschermen van een demonstratie is belegd bij het lokale gezag. Bij het bepalen van de inzet van de politie voor demonstraties, in afstemming met de driehoek, wordt er conform de Wet openbare manifestaties geen onderscheid gemaakt op basis van de inhoud van een demonstratie. Alle demonstraties moeten gelijk worden beschermd.
    Dat neemt niet weg dat iedere demonstratie anders is, waardoor de aanpak ook steeds zal verschillen. Het veiligheidsrisico bij een demonstratie bepaalt hoe de politie-inzet, onder het gezag van de burgemeester, wordt vormgegeven.

  • Vraag 13
    Erkent u dat de politie demonstraties bij de Sinterklaasintocht te vaak beziet vanuit een belangenafweging tussen openbare orde (bijvoorbeeld een rustig en ordentelijk verloop van de intocht) versus het demonstratierecht? Erkent u dat dit niet juist is en dat het demonstratierecht altijd voorop zou moeten staan, zoals onder andere de inspectie, de Ombudsman en Amnesty International schrijven?2 3 4

    Demonstraties worden in de eerste plaats gezien als de uitoefening van een grondrecht en niet als een veiligheidsrisico. Uitgangspunt moet altijd zijn dat demonstraties zoveel mogelijk worden gefaciliteerd en beschermd. Daarbij is het wel van belang een inschatting te maken van de veiligheidsregio’s die gepaard gaan met een demonstratie om daarmee de politie-inzet te bepalen zodat een demonstratie kan plaatsvinden op een manier die veilig is voor demonstranten en omstanders.

  • Vraag 14
    Erkent u dat de Inspectie Justitie en Veiligheid niet van de politie vraagt om zoals u schrijft «voorafgaand aan een demonstratie alle mogelijk situaties te beschrijven», maar dat zij vraagt om duidelijke en concrete handelingskaders voor de praktijk, omdat het ontbreken daarvan in Staphorst een uitbarsting van geweld mogelijk heeft gemaakt?

    De politie brengt in de voorbereiding op een demonstratie de mogelijke risico’s in kaart en werkt, aan de hand daarvan, scenario’s uit. De kritiek van de Inspectie richt zich erop dat de scenario’s in de onderhavige casus onvoldoende waren uitgewerkt op het niveau van operationeel handelen. Deze operationele uitwerking zal verschillend zijn per demonstratie omdat deze afhankelijk is van de plaatselijke context.

  • Vraag 15
    Erkent u dat de Inspectie Justitie en Veiligheid niet stelt dat de politie informatie heeft gemist, zoals u op pagina 2 van uw beleidsreactie schrijft, maar dat «de voorbereide aanpak [van de politie] niet aansloot op de beschikbare informatie en de ernst van de risico’s»? Erkent u dat dit een belangrijk onderscheid is omdat het er juist om gaat wat de politie met de beschikbare informatie (dat er relschoppers zouden komen) heeft gedaan? Erkent u dat dit onderscheid moet worden gemaakt om de juiste lessen te kunnen trekken uit dit inspectierapport?

    Middels mijn beleidsreactie heb ik u geïnformeerd over het feit dat de politie onderkent dat de handelingsperspectieven voortkomend uit de operationele scenario’s in onvoldoende mate concreet beschreven waren voor de uitvoering in de praktijk en dat er cruciale informatie is gemist in de voorbereiding. Daarmee wordt onderschreven dat niet voldoende gebruik is gemaakt van de beschikbare informatie in de voorbereiding.

  • Vraag 16
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat demonstraties bij Sinterklaasintochten de komende maand beter zullen verlopen?

    Het faciliteren en beschermen van het demonstratierecht is lokaal belegd. Verschillende ministeries, waaronder mijn ministerie, staan in nauw contact met gemeenten en de politie en ondersteunen op verzoek. De intochten en demonstraties hebben op het moment van schrijven plaatsgevonden.

  • Vraag 17
    Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de politie de komende tijd in het bijzonder, en in de toekomst in het algemeen, beter het demonstratierecht van vreedzame demonstranten beschermt bij (dreigend) geweld?

    De wijze waarop wordt opgetreden tijdens een demonstratie wordt bepaald in de lokale driehoek. Zoals in vraag 16 benoemd staan wij in nauw contact met gemeenten en de politie. Verder wijs ik nog op de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 juli jl.6, over het demonstratierecht. In die brief wordt benadrukt dat kennis over het belang en de reikwijdte van het demonstratierecht onontbeerlijk is. In dat kader zijn enkele (ondersteunende) acties aangekondigd, zoals het feit dat op dit moment in opdracht van het Ministerie van BZK een landelijke kennisbank ontwikkeld wordt waarop iedereen gratis en vrij toegankelijk informatie over het demonstratierecht kan inwinnen en een online adviestool kan raadplegen. Daarnaast is in de beleidsreactie aangegeven dat de politie zich herkent in de kritiekpunten die naar voren zijn gekomen in het rapport van de Inspectie en dat de aanbevelingen meegenomen worden in toekomstige Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO)’s en trainingen die betrekking hebben op demonstraties.

  • Vraag 18
    Bent u bereid concrete handelingskaders op te stellen in samenwerking met gemeenten en politie en die met de Kamer te delen?

    Deze handelingskaders zijn er al, zoals bijvoorbeeld de handreiking openbare manifestaties (opgesteld in 2020, geactualiseerd in 2021)7. Daarbij is belangrijk om op te merken dat een handelingskader dient als een algemeen richtsnoer. De voorbereiding van elke demonstratie is lokaal maatwerk en vindt daarom plaats binnen de lokale driehoek.

  • Vraag 19
    Erkent u dat er concrete verbeteringen moeten plaatsvinden om het demonstratierecht in Nederland te beschermen? Zo ja, welke verbeteringen heeft u voor ogen?

    Ik verwijs hiervoor naar voornoemde brief van 7 juli jl., waarin uitgebreid uiteen is gezet hoe de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik aankijken tegen de huidige stand van het demonstratierecht, de handvatten die het wettelijk op dit moment biedt en de (aanvullende) mogelijkheden om het lokale gezag te ondersteunen en te faciliteren.

  • Vraag 20
    Kunt u deze vragen afzonderlijk en uiterlijk binnen drie weken beantwoorden, in verband met de aanstaande Sinterklaasintochten?

    Het uitgangspunt is altijd dat ik deze vragen binnen de drie-weken-termijn beantwoord. In sommige gevallen, waarbij afstemming tussen veel betrokkenen plaatsvindt, kan dit helaas langer duren.

  • Mededeling - 27 november 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het inspectierapport en de beleidsreactie inzake het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst (ingezonden 6 november 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z18923
Volledige titel: Het inspectierapport en de beleidsreactie inzake het politieoptreden bij de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet in Staphorst
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-643
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het rapport van Inspectie JenV politieoptreden KOZP Staphorst