Kamervraag 2023Z05181

Het bericht 'PFAS-besmetting gedetecteerd op verschillende kusten in Jutland en Zeeland'

Ingediend 24 maart 2023
Beantwoord 8 mei 2023 (na 45 dagen)
Indiener Harmen Krul (CDA)
Beantwoord door Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05181.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2501.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht van Danmarks Radio «PFAS-forurening konstateret på flere kyster i Jylland og på Sjælland»1 en zou u willen reflecteren op de vraag of en hoe de belangrijkste bevindingen in dit nieuwsbericht relevant zijn voor Nederland?

    Ja. Ook in Nederland is, net zoals nu blijkt in Denemarken, sprake van aanwezigheid van PFAS in water en bodem. Zie ook de antwoorden op de vragen 5, 8 en 13.

  • Vraag 2
    Wordt er ook in Nederland gewerkt met grasmonsters om PFAS te detecteren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar en op welke schaal worden grasmonsters ingezet?

    Ja, in Nederland wordt gewerkt met grasmonsters om PFAS te detecteren. Door RIVM en Wageningen Food Safety Research (WFSR) is in 2021 op verzoek van de NVWA een beoordeling uitgevoerd van de overdracht van PFAS uit kuilgras naar dierlijke producten van melkvee en schapen. Hiervoor zijn door WFSR grasmonsters geanalyseerd.2
    Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (bureau) van de NVWA heeft eind 2022 een risicobeoordeling3 uitgebracht over de risico’s voor de gezondheid van de consument met betrekking tot onder andere PFAS in zogenaamd wildernisvlees. Dit wildernisvlees is afkomstig van specifieke runderrassen die jaarrond in de uiterwaarden en in andere natuurgebieden worden ingezet voor natuurlijke begrazing. WFSR heeft in dit onderzoek op een aantal van deze locaties ook gras- en bodemmonsters verzameld en gemeten welke gehalten PFAS hierin aanwezig zijn.4

  • Vraag 3
    Zou u inzichtelijk willen maken hoe detectie van PFAS met behulp van grasmonsters werkt? Zijn er procedures en protocollen?

    De methoden hiervoor zijn beschreven in de publicatie waaraan in voetnoot 4 gerefereerd wordt.

  • Vraag 4
    Wordt er in Nederland, bijvoorbeeld in Zeeland rond de Westerschelde, gemeten of weidegras in kustgebieden vanwege PFAS-besmetting ongeschikt is voor veevoer, zoals nu in Denemarken het geval is? Zo ja, hoe wordt dit gemeten of gemonitord en welke consequenties zijn hieraan verbonden voor onder andere agrariërs, vee en landbouw?

    De NVWA neemt geen weidemonsters om het gras te controleren op geschiktheid als diervoeder. Dit is de verantwoordelijkheid van de Omgevingsdienst en de boer zelf. De NVWA heeft wel monsters genomen van gras bij grasdrogerijen en grasbrokjesproducenten. Ook van silage/kuil zijn monsters genomen. Deze dataverzameling is op verzoek van de Europese Commissie uitgevoerd, ten behoeve van het maken van een risicobeoordeling door EFSA. De analyses zijn uitgevoerd door WFSR. Op dit moment zijn er geen consequenties vanwege het ontbreken van productnormen voor diervoeder.

  • Vraag 5
    Worden er in Nederland dieren gemonitord als gevolg van metingen of aanwijzingen van mogelijke PFAS-besmetting, zoals in Denemarken, waar de Deense voedsel- en warenautoriteit dieren analyseert die in de betreffende gebieden hebben gegraasd? Zo ja, op welke schaal en in welke gebieden worden dieren hierop gemonitord of geanalyseerd?

    Er worden in Nederland metingen gedaan indien er aanwijzingen zijn van mogelijk hoge PFAS-concentraties. Voorbeelden hiervan zijn de risicobeoordeling5 en het moestuinenonderzoek rondom Chemours6 in de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden. Een ander voorbeeld is het onderzoek via de bemonstering van PFAS in vis, garnaal, schelpdier, zeegroente, water en sediment uit de Westerschelde 7 in opdracht van de provincie Zeeland.
    Hiernaast bemonstert de NVWA volgens het Nationaal Plan Contaminanten, waarin ook vleesmonsters, vis, honing, melk en eieren regulier op PFAS worden geanalyseerd. Als de resultaten aanleiding geven wordt onderzocht waar de besmetting vandaan komt en kan in dat gebied worden geïntensiveerd met monstername.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting dat grasmonsters, monitoring en analyse van dieren deel zouden moeten uitmaken van de opgestelde gezamenlijke aanpak van het Rijk en Zeeuwse partijen van PFAS in de Westerschelde? Zo nee, waarom niet, gezien de bevindingen in dit nieuwsartikel?

    De twee PFAS-coördinatoren voor Zeeland hebben een werkprogramma opgesteld, waarin staat aangegeven welke acties worden ondernomen. De meest recente voortgangsrapportage is in december vorig jaar naar de Kamer gestuurd.8 Vorig jaar is onderzoek uitgevoerd naar PFAS-gehalten in vis, schaal- en schelpdieren en zeegroenten uit de Westerschelde om te bepalen in welke mate deze nog veilig gegeten kunnen worden. De Ministers van VWS en IenW hebben gezamenlijk een opdracht aan het RIVM gegeven om een onderzoeksprogramma naar blootstelling aan PFAS en daaraan gerelateerde gezondheidseffecten te starten. Dit programma richt zich op heel Nederland en houdt waar mogelijk rekening met specifieke regionale wensen. Gegeven de veelheid aan metingen in bodem, water en biota die nu al plaatsvinden en geanalyseerd worden, is er weinig meerwaarde om nu een specifieke analyse van grasmonsters toe te voegen aan het werkprogramma.
    Hiernaast heeft Nederland een monitoringsprogramma «Contaminanten in vis uit Nederlandse binnenwateren». De afgelopen jaren is PFAS ook meegenomen in dit monitoringsprogramma. De resultaten van deze monitor en/of de resultaten van het Nationaal Plan Contaminanten (zie vraag 5) kunnen aanleiding zijn voor een bredere aanpak. Op dit moment is daar nog geen reden voor.

  • Vraag 7
    Op welke wijze worden grasmonsters, monitoring en analyse van dieren onderdeel van het voorstel tot een Europees verbod op PFAS, waartoe Nederland het initiatief heeft genomen, in samenwerking met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden?

    Het verbod op PFAS betreft alleen het op de markt brengen van PFAS in Europa. Het restrictievoorstel gaat dus niet over het doen van metingen in het milieu, zoals het bemonsteren van gras of monitoren of analyseren van dieren.

  • Vraag 8
    Op welke wijze wordt er contact onderhouden met agrariërs en bewoners van de omgeving die te maken hebben met door PFAS aangetast (gras)land, of (gras)land waarvan redelijke vermoedens bestaan dat het hierdoor is aangetast? Hoe worden zij op de hoogte gehouden van testresultaten, andere informatie of nieuwe inzichten rondom de impact van PFAS op agrarisch gebied, natuurgebieden, vee en landbouw?

    Het RIVM heeft onderzoek uitgevoerd naar achtergrondwaarden van PFAS in de bodem. Daarmee is de diffuse verspreiding van PFAS goed in beeld. Daarnaast hebben gemeenten voor het opstellen van hun bodemkwaliteitskaarten ook lokaal metingen laten doen.
    Bevoegde gezagen zijn bezig om de plekken te inventariseren waar zich mogelijk hogere concentraties in de bodem kunnen bevinden, bijvoorbeeld bij productielocaties of plekken waar PFAS-houdend blusschuim is gebruikt. Indien er sprake is van onaanvaardbare risico’s nemen bevoegde gezagen maatregelen, waarbij het saneren van het terrein een van de mogelijke opties is. Hierbij worden bewoners, agrariërs en andere belanghebbenden uiteraard betrokken.
    In 2019 heeft het RIVM risicogrenzen voor bodem voor landbouw afgeleid. Deze waarden zullen in het PFAS-programma bij het RIVM worden geactualiseerd. Met deze waarden kan op basis van de bodemkwaliteit besloten worden over nader onderzoek van bijvoorbeeld gewassen.
    Naar aanleiding van de risicobeoordeling van de moestuingewassen9 in Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden heeft het RIVM een advies uitgebracht over de consumptie.
    Als er aanleiding is voor nadere inspectie door de NVWA zal, al naar gelang de situatie en de aanpak, overleg met de betreffende agrariërs plaatsvinden.

  • Vraag 9
    Deelt u de opvatting dat er altijd overleg zou moeten plaatsvinden, als er in Nederland wordt gewerkt met gras- of bloedmonsters en monitoring en analyse van dieren ten behoeve van de samenwerking met bewoners en agrariërs in de omgeving? Hoe gaat u dit contact, overleg en deze samenwerking vormgegeven?

    Als er aanleiding is voor nader onderzoek zal dat uiteraard in overleg met de betreffende agrariërs plaatsvinden al naar gelang de situatie en de aanpak.

  • Vraag 10
    Worden er in Nederland ook dieren in vermoedelijk PFAS-besmette gebieden onder toezicht geplaatst?

    Als daar aanleiding voor is, heeft de NVWA de bevoegdheid om de afvoer van dieren van veehouderijen te blokkeren.

  • Vraag 11
    Worden er in Nederland bloedmonsters afgenomen bij dieren om te ontdekken of begrazing heeft geleid tot een verhoogd gehalte aan PFAS in het bloed?

    Nee, er is geen norm voor PFAS in bloed. Er is wel een norm voor PFAS in vlees. In het kader van voedselveiligheid meet en handhaaft de NVWA op de norm voor PFAS in vlees (die norm is er sinds 1 januari 2023).

  • Vraag 12
    Bent u bereid om in kustgebieden waar redelijkerwijs sprake kan zijn van PFAS-besmetting in overleg en in samenwerking met agrariërs en bewoners van de omgeving proactief onderzoek met grasmonsters uit te zetten?

    IenW en NVWA bemonsteren geen grasmonsters bij agrariërs en bewoners zonder concrete aanleiding daartoe. Er worden in Nederland metingen gedaan indien er aanwijzingen zijn van mogelijk hoge PFAS-concentraties. Voorbeelden hiervan zijn de risicobeoordeling en het moestuinenonderzoek rondom Chemours in opdracht van de gemeente Dordrecht (Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden).

  • Vraag 13
    Op welke wijze wordt mogelijke verspreiding van zee naar land gemeten, en meegenomen in het bestaande onderzoek naar PFAS? Op welke wijze worden mogelijke bronnen en verspreidingsroutes hierin meegenomen?

    Rijkswaterstaat meet periodiek de aanwezigheid van PFAS in de Rijkswateren. RIVM heeft onderzoek uitgevoerd naar de achtergrondwaarde van PFAS in de landbodem. Minder is bekend over hoe PFAS vanuit het water via de lucht de bodem kan beïnvloeden, een effect dat «sea spray» wordt genoemd. Op dit moment wordt samen met de kustprovincies bezien hoe een dergelijk onderzoek vormgegeven kan worden. Vorig jaar is aan de Kamer een eerste inventarisatie gestuurd van PFAS-aandachtslocaties. Provincies gaan verder met het in beeld brengen van deze locaties. Bekend is dat PFAS een zeer mobiele stofgroep is, en bij de normstelling wordt rekening gehouden met het feit dat deze stoffen zich makkelijk in en tussen de milieucompartimenten verspreiden.

  • Vraag 14
    Op welke wijze vindt er uitwisseling van ideeën en kennis plaats met Denemarken op het gebied van mogelijke bronnen en verspreidingsroutes vanuit zee naar land?

    Zowel de betrokken ministeries als onderzoeksinstituten zoals RIVM en Deltares werken binnen nationale en internationale netwerken waarin relevante kennis wordt uitgewisseld over de aanwezigheid van PFAS in het milieu en de risico’s daarvan. De resultaten van dit onderzoek en vele andere nieuwe onderzoeken worden betrokken in de informatievergaring ten behoeve van het PFAS-programma van het RIVM waarin een breed overzicht wordt opgesteld van mogelijke blootstellingsbronnen van PFAS. Deze informatie wordt onder meer gebruikt om risicogrenzen af te leiden en handelingsperspectieven op te stellen voor de reductie van blootstelling aan PFAS.

  • Vraag 15
    Hoe kijkt u aan tegen het feit dat we in Nederland wachten op de resultaten van onderzoek over de bredere impact van PFAS op milieu, gezondheid, voedselproductie en de samenleving, terwijl in Denemarken, waar ook verschillende onderzoeken lopen, er ondertussen wel al plannen zijn gemaakt voor een nationaal actieplan voor het opsporen en verwijderen van PFAS? In hoeverre is het mogelijk om op de onderdelen waar we wel al genoeg kennis van hebben alvast actie te ondernemen zonder het resultaat van alle onderzoeken af te wachten?

    Nederland loopt Europees gezien voorop bij het aanpakken van PFAS. Met vier andere landen, waaronder Denemarken, heeft Nederland het initiatief genomen om PFAS Europees te verbieden. Vooruitlopend daarop kijk ik samen met een aantal sectoren in het Actieprogramma PFAS naar hoe PFAS terugdringen van het gebruik en de emissies van PFAS. Lozingsvergunningen worden waar mogelijk aangescherpt, er is een handelingskader PFAS dat het verder verspreiden van PFAS-vervuiling moet tegengaan. Ook worden bevoegde gezagen financieel ondersteund bij het in beeld krijgen van locaties met hoge PFAS-gehalten en het opruimen daarvan. Vorig jaar is een verbod op PFAS in voedselcontactmaterialen in werking getreden. In de riviercommissies wordt met de omringende landen bekeken hoe we de bovenstroomse belasting door PFAS kunnen verminderen.
    Nederland loopt ook voorop in onderzoek, metingen en analyse van PFAS. Aangezien PFAS diffuus verspreid zijn, is algehele verwijdering geen optie. In plaats daarvan wordt gekeken naar locaties waar zich hoge PFAS-concentraties bevinden, bijvoorbeeld als gevolg van productie of gebruikt van PFAS-houdende materialen in het verleden. Wanneer zich onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu voordoen, nemen bevoegde gezagen maatregelen, bijvoorbeeld het saneren van locaties. Dat is de meest effectieve manier om PFAS uit onze leefomgeving te verwijderen.

  • Mededeling - 14 april 2023

    Naar aanleiding van een nieuwsbericht van de Deense Radio2 heeft het lid Krul (CDA) schriftelijke vragen gesteld. Vanwege de benodigde afstemming met andere departementen lukt het helaas niet deze vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden. Ik zal de antwoorden op de vragen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z05181
Volledige titel: Het bericht 'PFAS-besmetting gedetecteerd op verschillende kusten in Jutland en Zeeland'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2501
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Krul over PFAS-besmetting op verschillende kusten in Jutland en Zeeland