Kamervraag 2023Z01263

Myocarditis

Ingediend 27 januari 2023
Beantwoord 13 februari 2023 (na 17 dagen)
Indiener Pepijn van Houwelingen (FVD)
Beantwoord door Kuipers
Onderwerpen gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z01263.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1519.html
1. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1231. …
2. Tuvali et al, 15 april 2022, «The Incidence of Myocarditis and Pericarditis in Post COVID-19 Unvaccinated Patients-A Large Population-Based Study» (The Incidence of Myocarditis and Pericarditis in Post COVID-19 Unvaccinated Patients-A Large Population-Based Study – PubMed (nih.gov))
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de volgende zin in uw beantwoording van eerdere Kamervragen van het lid Van Houwelingen: «De consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur, waar de onderzoekers in het genoemde artikel ook naar verwijzen, is dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na een vaccinatie.»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het correct dat wat betreft deze «consensus» wordt verwezen naar noot 24 van het genoemde artikel, waarin wordt gewezen op een ingezonden brief uit 2020 van twee pagina’s met als titel: «COVID-19 associated viral myocarditis: does it exist?»?

    Nee. In mijn beantwoording op schriftelijke vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) van 19 december jl. heb ik gewezen op het bestaan van wetenschappelijke consensus over het feit dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na een COVID-vaccinatie. Ik heb daarbij aangegeven dat dit wordt beaamd in het artikel naar aanleiding waarvan het lid Van Houwelingen (FvD) zijn schriftelijke vragen van 19 december jl. heeft gesteld. De conclusie dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is na infectie met SARS-CoV2 dan na een vaccinatie is niet gebaseerd op één bron, maar op vele wetenschappelijke studies naar dit onderwerp. Ik ben hier onder meer op ingegaan in mijn antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 6 juli jl.2, 25 augustus jl.3 en 8 september jl.4 De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de geringe kans op myocarditis na COVID- vaccinatie en over het risico op myocarditis na een infectie wordt meegewogen in de advisering van de Gezondheidsraad en het OMT-Vaccinaties (OMT-V).5, 6, 7, 8, 9, 10

  • Vraag 3
    Hoe verhoudt «de consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur» waar u naar verwijst zich tot een in 2022 gepubliceerd artikel gebaseerd op onderzoek bij in totaal bijna 800.000 (ongevaccineerde) Israëliërs op basis waarvan het volgende wordt geconcludeerd: «Post COVID-19 infection was not associated with either myocarditis (aHR 1.08; 95% CI 0.45 to 2.56) or pericarditis (aHR 0.53; 95% CI 0.25 to 1.13). We did not observe an increased incidence of neither pericarditis nor myocarditis in adult patients recovering from COVID-19 infection.»?2

    Zie mijn antwoord op vraag 2. De Israëlische studie waar in de vraagstelling naar wordt verwezen vergelijkt het risico op myocarditis tussen mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt en personen die nog geen COVID-19 hebben doorgemaakt. Dit staat los van de consensus dat de kans op myocarditis kleiner is na een vaccinatie dan na een infectie.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z01263
Volledige titel: Myocarditis
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1519
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over myocarditis