Kamervraag 2022Z18573

De toekomst van de eendenhouderij in Nederland

Ingediend 5 oktober 2022
Beantwoord 9 november 2022 (na 35 dagen)
Indiener Leonie Vestering (PvdD)
Beantwoord door Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen dieren landbouw
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z18573.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-687.html
  • Vraag 1
    Heeft u gezien dat er zondag wéér een uitbraak van het vogelgriepvirus is ontdekt bij een bedrijf met 8.500 eenden?1

    Ja, dit heb ik gezien.

  • Vraag 2
    Is het u opgevallen dat in minder dan een jaar tijd al vijftien keer vogelgriep is uitgebroken bij bedrijven die eenden gebruiken voor de productie van eendenvlees, waarbij in totaal 390.400 eenden zijn vergast?

    Ja. Sinds oktober 2021 zijn er 15 commerciële eendenhouderijen besmet geraakt, 30% van de eendenbedrijven.

  • Vraag 3
    Heeft u gezien dat bij één van deze bedrijven -in Hierden- in vier maanden tijd twee keer vogelgriep is uitgebroken, waarbij in februari 55.000 dieren zijn vergast, waarna de stal opnieuw is gevuld en in juni nog eens 100.000 dieren zijn vergast?2

    Ja, ik heb dit bericht gezien.

  • Vraag 4
    Wat vindt u ervan dat het vergassen van 390.400 eenden in minder dan één jaar tijd neerkomt op bijna 62 procent van het totaal aantal eenden dat in de Nederlandse pluimvee-industrie wordt gehouden?

    Een percentage is niet te geven omdat het aantal eenden op de bedrijven fluctueert door onder andere afvoer naar de slacht. Het vergelijken van aantallen op enig moment geeft dus geen accuraat beeld van het percentage gedode dieren ten gevolge van een besmetting met vogelgriep. In totaal zijn 41 bedrijven met vleeseenden actief. Daarvan zijn, sinds oktober 2021, vijftien bedrijven besmet geraakt.

  • Vraag 5
    Wat dacht u toen u hoorde dat de vogelgriepexpert bij Wageningen Bioveterinary Research, Nancy Beerens, stelde dat de Gelderse vallei dit jaar aan een ramp is ontsnapt toen het virus van stal naar stal leek te springen, omdat een uitbraak moeilijk te stoppen is als verspreiding van bedrijf naar bedrijf eenmaal op gang komt?3

    De zorgen die mevrouw Beerens daar uit zijn mijns inziens terecht. Een uitbraak in een pluimveedicht gebied zoals de Gelderse vallei is heel zorgelijk. In 2003 hebben we gezien hoe dat uit de hand kan lopen. Ook dit jaar raakte meerdere bedrijven besmet in de Gelderse vallei, gelukkig bleef het aantal besmette bedrijven in vergelijking met de uitbraak in 2003 beperkt.

  • Vraag 6
    Herinnert u zich dat u stelde dat u alles doet wat in uw vermogen ligt «om vogelgriep te voorkomen en te bestrijden, zolang als dat nodig is»? Staat u hier nog steeds achter?4

    Ik weet dat mijn voorganger deze uitspraak heeft gedaan en daar sta ik achter. Daarom werk ik aan een intensiveringsplan voor vogelgriep, zoals ook met u besproken tijdens het debat op 13 oktober jl.

  • Vraag 7
    Erkent u dat voor de transitie naar een «dierwaardige veehouderij in balans met de volksgezondheid» die is aangekondigd in het coalitieakkoord, landelijke kaders nodig zijn om te bepalen wat «dierwaardig» is en wat met het oog op de volksgezondheid wenselijk is?

    In de RDA zienswijze dierwaardige veehouderij5 zijn de zes leidende principes voor een dierwaardige veehouderij beschreven. Dit betrek ik als kader bij mijn inzet naar een dierwaardige veehouderij. Als het gaat om toepassing in de praktijk kunnen zich afhankelijk van de specifieke situatie lokale verschillen voordoen.

  • Vraag 8
    Erkent u dat het daarbij aan de landelijke overheid is om af te wegen voor welke sectoren ruimte is in Nederland en voor welke sectoren niet?

    In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de gebiedsprogramma’s zal moet blijken welke (agrarische) activiteiten op welke plek kunnen plaatsen en wat de mogelijkheden zijn voor verschillende vormen van landbouw. Naast de opgaven in het gebied is dit ook afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van de betreffende boer. In november wordt de Tweede Kamer verder geïnformeerd over het NPLG. Ook volgt dan een brief over de toekomst van de landbouw met een verdere uitwerking van het coalitieakkoord en het rapport van de heer Remkes.

  • Vraag 9
    Erkent u dat de eendenhouderij op dit moment op geen enkele manier «dierwaardig» is, aangezien de dieren permanent moeten leven in dichte stallen zonder zwemwater en voorafgaand aan de slacht bij bewustzijn ondersteboven aan een poot worden opgehangen en door een elektrisch waterbad worden gehaald waarvan bekend is dat een aanzienlijk deel van de dieren niet voldoende wordt bedwelmd?

    Ook voor eenden vind ik dierwaardigheid conform de 6 leidende principes van de RDA van belang. Uiteraard zijn er, net als voor andere sectoren, uitdagingen ten aanzien van het verbeteren van dierwaardigheid. Hierin worden door de sector stappen gezet. Zoals aan uw Kamer gemeld op 14 april jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1255) heeft de sector recent het Plan van Aanpak Poetswater afgerond, met als doel om poetswater beschikbaar te maken in alle eendenhouderijen in Nederland, wat ten goede komt aan het uiten van het natuurlijke gedrag van eenden.
    Voor wat betreft de opmerking op de slachtmethode geldt dat zowel het levend aanhangen als het bedwelmen met de waterbadmethode zijn toegestaan volgens de Europese verordening inzake de bescherming van dieren tijdens het doden (Verordening (EG) nr. 1099/2009). Voor het gebruik van het waterbad als bedwelmingsmethode zijn in de Verordening specifieke voorschriften vastgelegd. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op het naleven van deze voorschriften tijdens de slacht. Een verbod op een bepaalde fixatiemethode of toepassing van een dodingsmethode kan alleen in Europees verband worden bereikt. Nederland steunt de noodzaak voor verbetering en actualisering van de bestaande EU-dierenwelzijnsregelgeving en een uitbreiding naar meer diersoort specifieke voorschriften. Hiervoor blijf ik mij op Europees niveau inzetten.

  • Vraag 10
    Erkent u dat de eendenhouderij een gevaar kan zijn voor de volksgezondheid, aangezien eenden vele malen vatbaarder zijn voor het vogelgriepvirus, de symptomen bij deze dieren minder duidelijk zijn en deskundigen waarschuwen dat het reëel is dat voor de mens gevaarlijkere varianten van het vogelgriepvirus binnenkort deze kant op komen?5

    Vogelgriep is een zoönose, onder andere daarom is het belangrijk om maatregelen te nemen bij een besmetting met vogelgriep, zoals het ruimen van de dieren. Omdat eenden verschijnselen van vogelgriep minder goed laten zien, zijn de meldingscriteria voor eenden vorig jaar al aangescherpt. Ten tijde van de uitbraken in de Gelderse vallei moesten ook alle bedrijven wekelijks dode eenden laten onderzoeken op het virus. Uit die monitoring kwamen geen besmettingen naar voren.

  • Vraag 11
    Klopt het dat door de eigenaar van het eendenbedrijf in Klarenbeek eerder nertsen werden gehouden?

    Dat klopt.

  • Vraag 12
    Kunt u bevestigen dat voor het fokken en gebruiken van eenden geen pluimveerechten of een ander soort productierechten vereist zijn?

    Dat klopt.

  • Vraag 13
    Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk zou zijn als het aantal eenden in de eendenhouderij kan toenemen terwijl met de geopende en aangekondigde opkoopregelingen bedrijven met koeien, varkens, kippen, kalkoenen, kalfjes en geiten worden uitgekocht? Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?

    Het aantal eenden is nationaal niet begrensd. Of het aantal gehouden eenden op een veehouderijlocatie kan toenemen is aan het bevoegd gezag, in deze de gemeente daar waar het gaat om het bestemmingsplan en de benodigde milieuvergunning en de provincie, daar waar het gaat om de vergunning Wet natuurbescherming. Overigens neemt het aantal eenden in Nederland al jaren af, van circa 10 miljoen eenden per jaar circa 20 jaar geleden, naar circa 6 tot 7 miljoen eenden dit jaar.

  • Vraag 14
    Bent u zich ervan bewust dat de eendenslachterij in Ermelo geen geldige natuurvergunning heeft om eenden te mogen slachten? Hoeveel veehouderijbedrijven zouden moeten worden opgekocht voor de stikstofruimte die de eendenslachterij in Ermelo gebruikt?

    De provincie Gelderland is het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming (Wnb). Zij heeft op 13 mei jl. een vergunning op basis van de Wnb aan de eendenslachterij in Ermelo verleend. Er wordt geen stikstofruimte gereserveerd voor de eendenhouderij, maar eendenhouders produceren op basis van een door het bevoegd gezag toegekende vergunning Wet natuurbescherming. Er kan dus geen aantal genoemd worden.

  • Vraag 15
    Hoe legt u uit aan andere veehouders en aan de maatschappij dat schaarse stikstofruimte wordt gereserveerd om de eendenhouderij in Nederland in de benen te houden?

    Zoals aangegeven bij vraag 14 wordt er geen stikstofruimte gereserveerd voor de eendenhouderij, maar eendenhouders produceren op basis van een door het bevoegd gezag toegekende vergunning Wet natuurbescherming.

  • Vraag 16
    Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?

    Ja, zie hierboven.

  • Mededeling - 21 oktober 2022

    De vragen van lid Vestering (PvdD) over de eenden (kenmerk 2022Z18573), kippen (kenmerk 2022Z18574), varkens (kenmerk 2022Z18575), geiten (kenmerk 2022Z18577), runderen (kenmerk 2022Z18578), schapen (kenmerk 2022Z18586), konijnen (kenmerk 2022Z18587) en stalbranden (kenmerk 2022Z18596) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor uitstel is dat het gaat om een grote hoeveelheid vragen die gelijktijdig worden gesteld. Dit doet een stevig beroep op de beschikbare menskracht binnen mijn departement en op mij. Om de vragen zorgvuldig te beantwoorden en af te stemmen is tijd nodig. Uiteraard zal ik mijn best doen de antwoorden zo spoedig mogelijk naar uw Kamer te sturen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z18573
Volledige titel: De toekomst van de eendenhouderij in Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-687
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Vestering over de toekomst van de eendenhouderij in Nederland