Kamervraag 2022Z15607

Met het bericht Nieuwbouw daalt in wooncrisis - Opnieuw minder vergunningen afgegeven

Ingediend 18 augustus 2022
Beantwoord 9 september 2022 (na 22 dagen)
Indiener Alexander Kops (PVV)
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen bouwen en verbouwen huisvesting
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15607.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3965.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Nieuwbouw daalt in wooncrisis – Opnieuw minder vergunningen afgegeven»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe is het mogelijk dat er – midden in een diepe wooncrisis – niet meer, maar steeds minder nieuwbouwvergunningen worden afgegeven?

    De achtergebleven vergunningverlening lijkt mede te komen door onvoldoende capaciteit bij gemeenten, hogere bouwprijzen en onzekerheid over het stikstofvraagstuk. Daarom investeren we met de flexpoolregeling (twee keer 40 miljoen euro) ten behoeve van extra capaciteit en kennis met betrekking tot de planvorming en vergunningverlening bij medeoverheden. We monitoren samen met bouwpartijen de hogere bouwprijzen en hebben hierover een convenant gesloten. Op stikstofvraagstukken ondersteunen we met kennis en expertise.
    Lagere aantallen vergunningen nu, heeft effecten op de woningproductie over ongeveer twee jaar. Samen met de medeoverheden en de sector zetten we erop in om het ingroeipad naar de woningbouwproductie van 100.000 woningen per jaar te gaan halen. Over de voortgang rapporteer ik uw Kamer twee keer per jaar.

  • Vraag 3
    Deelt u de conclusie dat dit haaks staat op uw eigen belofte dat «er met meer tempo meer betaalbare woningen moeten worden gebouwd»?2 Bent u ertoe bereid minder te beloven en meer te doen?

    De ambitie van 900.000 woningen tot en met 2030, met een ingroeipad naar 100.000 woningen per jaar en twee derde betaalbaar, blijft overeind. De maatschappelijke opgave is groot, daarom blijft dit nodig. Ik kan niet ontkennen dat de omstandigheden lastiger zijn geworden. Met de ingezette maatregelen als de regeling flexpools, de Woningbouwimpuls, investeringen in infrastructuur en woningbouw en ondersteuning via het expertteam woningbouw bij projecten, werken we aan de gestelde doelen in het programma Woningbouw van 11 maart 2022.

  • Vraag 4
    Hoeveel bouwprojecten liggen stil vanwege stikstof en om hoeveel woningen gaat het hier? Hoe legt u aan de Nederlandse woningzoekenden uit dat er voor hen geen woningen worden bijgebouwd vanwege een niet-bestaand stikstofprobleem?

    De rijksoverheid beschikt niet over een centraal overzicht van (beoogde) woningbouwprojecten in Nederland. Op projectniveau zijn enkele woningprojecten bekend die stilliggen als gevolg van stikstof. Het is niet mogelijk om volledig inzicht te krijgen in het aantal stilliggende woningprojecten, daar initiatiefnemers vaak geen vergunningsaanvragen indienen als zij de onderbouwing ten aanzien van stikstof niet rond krijgen. Duidelijk is wel dat een substantieel deel van de beoogde woningbouw te maken zou kunnen krijgen met stikstofbeperkingen.
    De bouwvrijstelling voorkomt een deel van die woningbouwbeperkingen bij de realisatiefase. Daarnaast zal het stikstofregistratiesysteem (SSRS) verder worden gevuld met stikstofruimte voor onder andere woningbouwprojecten. Verder bieden intern en extern salderen in een groot aantal gevallen soelaas, evenals projectmatige optimalisatie. Naar verwachting resteren er nog problemen in met name Zuid-Holland en Noord-Holland. In overleg met betrokkenen worden maatwerkoplossingen gezocht via een gebiedsgerichte aanpak.

  • Vraag 5
    Klopt het dat u «vasthoudt aan binnenstedelijk bouwen, waar minder snel tempo kan worden gemaakt»? Hoe rijmt u dat met uw eigen coalitieakkoord, waarin staat: «We bouwen in heel Nederland, zowel binnen- als buitenstedelijk»?3

    Om het woningbouwtekort in te kunnen lopen moeten we in heel Nederland bouwen, dus zowel binnen- als buitenstedelijk. Dit kabinet stelt de komende 10 jaar € 7,5 miljard ter beschikking voor de ontsluiting van nieuwe woningen. Van dit bedrag is inmiddels € 1,5 miljard bestemd voor grootschalige woningbouwlocaties in heel Nederland, waar versnelling kan worden bereikt door middel van financiële ondersteuning op het gebied van bovenplanse bereikbaarheidsmaatregelen. Afgelopen voorjaar heb ik – samen met de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – in het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving over 70 woningbouwlocaties afspraken gemaakt voor € 1,2 miljard. Het gaat hierbij om zowel binnenstedelijk als buitenstedelijke locaties. De resterende € 300 miljoen is beschikbaar voor plannen die al eerder zijn ingediend, maar nu nog niet aan alle inhoudelijke criteria voldoen. In het najaar verwachten we de overige middelen te bestemmen via het MIRT-proces.

  • Vraag 6
    Klopt het dat grote locaties niet worden ontwikkeld door «gesteggel tussen overheden»? Kunt u een overzicht van deze locaties verstrekken en daarbij aangegeven waar het «gesteggel» precies over gaat? Bent u ertoe bereid gemeenten/provincies die liever windturbines bouwen dan woningen (zoals in Utrecht) onmiddellijk tot de orde te roepen?

    Om het huidige woningtekort aan te pakken, is het noodzakelijk om de komende jaren het bouwtempo flink te verhogen en meer woningen bij te bouwen. Daarbij is het van belang dat gemeenten, provincie en Rijk samenwerken aan de woningbouwopgave. We maken als Rijk bestuurlijk afspraken met provincies over het provinciaal aandeel in de nationale woningbouwdoelstellingen. Deze worden vervolgens in woondeals door vertaald naar regio’s en gemeenten. In deze woondeals maken we onder andere afspraken over concrete (grote) woningbouwlocaties, het aantal te bouwen woningen en de uitvoering van de woningbouw. Deze nieuwe werkwijze vraagt ook om een nauwe monitoring en overleg over de voortgang van de woningbouwafspraken. Indien geconstateerd wordt dat de voortgang stokt of er knelpunten optreden, zal op verschillende manieren kunnen worden geïntervenieerd, van gezamenlijke factfinding tot inzetten van juridisch instrumentarium. Deze manier van werken zal ertoe moeten leiden dat het woningtekort in de komende jaren zal afnemen.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het te bizar voor woorden is dat Nederlanders geen woning kunnen krijgen en hopeloos lang op de wachtlijst moeten staan, dat u vanwege een door uzelf gecreëerd «stikstofprobleem» niet voldoende woningen bijbouwt, maar dat u wél massaal woningen met voorrang blijft weggeven aan statushouders? Deelt u conclusie dat dit beleid ziek is?

    Nee, die mening deel ik niet. Op het gebied van huisvesting zet het kabinet zich in voor meer woningen voor alle woningzoekenden. Het programma Woningbouw, dat op 11 maart 2022 aan uw Kamer is gestuurd, beschrijft de aanpak om de woningbouw te versnellen.4
    Op dit moment verblijven bijna 16.000 statushouders bij COA, terwijl mensen in Ter Apel buiten moeten slapen. Dit maakt de tijdige huisvesting van mensen waarvan besloten is dat zij in Nederland mogen blijven van groot belang. Huisvesting geeft deze mensen bovendien de mogelijkheid om sneller te participeren en integreren in de Nederlandse samenleving.
    Om zo veel mogelijk te voorkomen dat lokale woningzoekenden minder kans maken op een woning, moeten er versneld extra sociale huurwoningen worden gebouwd. De snelste manier om dat te doen is het bouwen van meer flexwoningen. De doelstellingen uit het programma Woningbouw zijn dan ook versneld naar de realisatie van in totaal 37.500 flexwoningen in de periode 2022–2024 (2022: 7.500, 2023: 15.000, 2024: 15.000). Daarbij is het uitgangspunt dat een derde beschikbaar komt voor mensen met een verblijfsvergunning en twee derde voor mensen die om andere redenen met spoed op zoek zijn naar een huis. Hierover zijn afspraken gemaakt met medeoverheden, die versneld extra prioriteit geven voor het beschikbaar stellen van locaties en het gereedmaken voor bebouwing daarvan.

  • Vraag 8
    Bent u ervan op de hoogte dat driekwart van de toenemende woningbehoefte tot 2030 bedoeld is voor migratie?4 Het klopt toch dat u de Minister voor Volkshuisvesting van Nederland bent? Wanneer stopt u met het faciliteren van migratie en zet u – eindelijk – de Nederlandse woningzoekenden op één?

    Voor de vijftienjarige periode 2022 t/m 2036 wordt een groei van de bevolking met in totaal 1.438.000 inwoners voorzien (8,2%), waarvan 25% door natuurlijke aanwas en 75% als gevolg van buitenlandse migratie. De verwachte bevolkingsgroei vormt de basis voor de raming van de woningbehoefte. Daarmee zijn de Nederlandse woningzoekenden meegenomen in de behoefteberekeningen aan woningen. De verhoudingen die gelden voor de groei van de bevolking, kan echter niet zonder meer worden geprojecteerd op de groei van huishoudens en de daarmee samenhangende woningbehoefte.
    Het grootste deel van de immigratie betreft arbeidsmigratie vanuit EU-landen. Asielmigratie is grotendeels afhankelijk van de ontwikkelingen in het buitenland en kent een geringer aandeel in de totale immigratie. In het programma woningbouw heb ik de ambitie opgenomen om 900.000 woningen te bouwen tot en met 2030 om aan de toenemende woningbehoefte tegemoet te komen, vervangende nieuwbouw te plegen en om zo snel mogelijk het woningtekort in te lopen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z15607
Volledige titel: Met het bericht Nieuwbouw daalt in wooncrisis - Opnieuw minder vergunningen afgegeven
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-3965
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kops over met het bericht Nieuwbouw daalt in wooncrisis – Opnieuw minder vergunningen afgegeven