Kamervraag 2022Z14321

Het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag

Ingediend 6 juli 2022
Beantwoord 2 september 2022 (na 58 dagen)
Indiener Sylvana Simons (BIJ1)
Beantwoord door Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z14321.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3843.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de demonstratie van Extinction Rebellion in de centrale hal van de Belastingdienst in Den Haag op 29 juni 2022?

    Ja. Overigens waren er tijdens deze demonstratie demonstranten van Extinction Rebellion en van Christian Climate Action aanwezig.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte van het feit dat deze vreedzame demonstratie binnen 40 minuten is afgebroken door de politie, ondanks dat er op geen enkel moment sprake was van obstructie of blokkades, het aanspreken en/of lastigvallen van personeel of andere aanwezigen of het verhinderen van alledaagse werkzaamheden? Zo ja, wat is de reden dat het demonstratierecht alsnog niet werd gewaarborgd?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 ben ik bekend met de demonstratie van 29 juni jl. en het optreden van de politie daarbij. Zie verder het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 3
    Bent u op de hoogte van het feit dat beelden, evenals de verklaring van ooggetuigen laten zien dat er mensen die vreedzaam en zonder geweld of provocatie demonstreerden, door de politie met geweld op de grond zijn gegooid, in de handboeien zijn geslagen zonder duidelijke aanleiding en op zeer pijnlijke (en/of gewelddadige) wijze zijn weggesleurd door middel van zogenaamde «bokkenpootjes»? Wat is daarover uw oordeel?

    Ik ben op de hoogte van beelden waarop politieoptreden in het pand van de Belastingdienst te zien is.
    Het is voor de politie soms onvermijdelijk om bij het uitvoeren van haar taak geweld te gebruiken indien dat absoluut noodzakelijk is. Hiertoe heeft de politie op grond van artikel 7 van de Politiewet 2012 de bevoegdheid. Hierbij moeten de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid in acht worden genomen. Dat betekent dat de politie niet zomaar zonder aanleiding of redelijk doel geweld gebruikt tegen burgers. In algemene zin merk ik daarbij op dat bij die beoordeling naar de gehele context van een incident wordt gekeken, die niet in alle gevallen blijkt uit bepaalde beelden van een incident.
    Het is aan het lokale gezag om te besluiten of een demonstratie dient te worden beëindigd. De politie zal aan een dergelijk besluit vervolgens uitvoering geven. De demonstranten van Extinction Rebellion en Christian Climate Action zijn door medewerkers van de Belastingdienst, als beheerder van het gebouw, gevorderd het
    pand te verlaten. Daar gaf men geen gehoor aan. Vervolgens is tweemaal door de politie aangegeven dat de demonstratie beëindigd was en zijn de demonstranten gevorderd het pand te verlaten. Daarbij is te kennen gegeven dat wanneer men geen gehoor zou geven aan de vordering, er over zou worden gegaan tot aanhouding. Dit was voor sommige demonstranten reden om het pand te verlaten. Zeventien demonstranten gaven geen gehoor aan het bevel van de politie om de demonstratie te beëindigen en het gebouw te verlaten. Deze demonstranten zijn vervolgens aangehouden, voorgeleid aan de hulpofficier van justitie en hebben een proces-verbaal gekregen.
    Ik wijs er hierbij op dat het niet aan mij maar aan andere autoriteiten is – in voorkomende gevallen de rechter – om te oordelen over het geweld dat hierbij door de politie is gebruikt. Geweldsaanwending door de politie moet worden gemeld en getoetst.

  • Vraag 4
    Bent u op de hoogte van het feit dat ooggetuigen en demonstranten aangeven langere tijd in een afgesloten busje te zijn geplaatst, waar de binnentemperatuur dermate opliep dat ademhaling werd belemmerd en oververhitting dreigde? Wat is daarover uw oordeel?

    In relatie tot deze vragen heeft de politie formele klachten ontvangen, deze worden momenteel onderzocht. Gedurende het onderzoek past het dan ook niet om inhoudelijk op deze vragen in te gaan.

  • Vraag 5
    Bent u op de hoogte van het feit dat ooggetuigen en demonstranten die zich in deze alsmaar warmer en benauwder wordende bus bevonden aangeven dat de politie weigerde te reageren op hun hulpvraag toen uitdroging en oververhitting dreigde, en dat de politie op een later moment aangaf zich al van tevoren bewust te zijn van het feit dat de luchtverversing in de bus niet werkte? Wat is daarover uw oordeel?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat hiermee de veiligheid van vreedzame demonstranten in het geding is gebracht? Zo ja, wat is daarover uw oordeel? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat de manier waarop de vreedzame demonstranten van Extinction Rebellion zijn behandeld in schrijnend contrast staat met de manier waarop gelijktijdige boerenprotesten, waarbij sprake was van bedreiging, vernieling en intimidatie, in veel gevallen wel de ruimte hebben gekregen? Zo nee, hoe verklaart u het contrast in aanpak, benadering en afhandeling dan?

    De omstandigheden waarin deze verschillende demonstraties hebben plaatsgevonden zijn niet dezelfde. De burgemeester maakt altijd afwegingen op basis van de lokale situatie. Hierover vindt afstemming plaats in de lokale driehoek en desgevraagd wordt verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat het demonstratierecht voor iedereen zou moeten gelden, en dat op deze manier de schijn kan worden gewekt dat bepaalde groeperingen veel meer ruimte krijgen van de politie om hun onvrede te uiten middels dit recht dan anderen?

    Het recht om te demonstreren is een grondrecht en een groot goed. Het kabinet hecht veel waarde aan de mogelijkheid om maatschappelijk ongenoegen te kunnen uiten. De burgemeester dient zich dan ook in te spannen om demonstraties te faciliteren, zodat het demonstratierecht zo goed mogelijk kan worden uitgeoefend.
    De burgemeester kan bij een demonstratie op openbare plaatsen voorschriften en beperkingen stellen, en in het uiterste geval een demonstratie verbieden of beëindigen, ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Bij demonstraties op andere dan openbare plaatsen kan hij opdracht geven een demonstratie terstond te beëindigen en uiteen te gaan, indien de bescherming van de gezondheid, of de bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden dat vordert.
    Het in goede banen leiden van demonstraties vergt maatwerk en een inschatting door de burgemeester en de politie op basis van hun kennis van de lokale situatie. Hierover vindt afstemming plaats in de driehoek. Het is niet aan mij als Minister om daarin te treden. Zie ook het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening dat de politie allereerst het recht op demonstratie zou moeten beschermen, en dat bij onverhoopt eventueel ingrijpen de-escalatie altijd als uitgangspunt moet worden gebruikt? Zo ja, bent u bereid om in dat licht in te gaan op de patronen rondom de inzet van buitenproportioneel geweld jegens de vreedzame protesten van Extinction Rebellion? Hoe kijkt u naar het feit dat dit blijft gebeuren?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om duidelijk uit te spreken dat vreedzame demonstraties een belangrijk grondrecht zijn, en dat dit te allen tijde gefaciliteerd moet worden, ook als het enig ongemak veroorzaakt?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 11
    Bent u bereid om excuses aan te bieden voor de manier waarop vreedzame demonstranten met geweld zijn behandeld, zoals op beelden te zien is? Zo nee, waarom niet?

    Neen. De politie handelt bij het handhaven van de openbare orde onder het gezag van de burgemeester. De burgemeester legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het is niet aan mij maar aan andere autoriteiten – en in voorkomende gevallen aan de rechter – om te oordelen over het geweld dat door de politie is gebruikt. Met betrekking tot enkele individuele gevallen loopt er momenteel nog een formele klachtenprocedure. Het is ook daarom niet gepast om hier, vooruitlopend op deze procedure, inhoudelijk op in te gaan.

  • Mededeling - 27 juli 2022

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag (ingezonden 6 juli 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z14321
Volledige titel: Het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-3843
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag