Kamervraag 2022Z03334

De top 100 stikstof bronnen

Ingediend 22 februari 2022
Beantwoord 5 april 2022 (na 42 dagen)
Indiener Laura Bromet (GL)
Beantwoord door van der Ch. Wal-Zeggelink
Onderwerpen bodem natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z03334.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2339.html
  • Vraag 1
    Kunt u de Kamer een lijst doen toekomen van de top 100 stikstofbronnen (bedrijven/vergunningen)?

    Bij de beantwoording van deze vragen is uitgegaan van een aparte top 100 voor stikstofoxiden (NOx, als NO2; bijlage 1)1 en een aparte top 100 voor ammoniak (NH3; bijlage 2)2. Gezien het verschil in o.a. de verspreiding van deze twee stikstofverbindingen is ervoor gekozen om de lijsten gesplitst weer te geven. Het betreft gegevens afkomstig uit de Emissieregistratie (www.emissieregistratie.nl) over het meest recente jaar (2019). In de Emissieregistratie zijn – in verband met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) – geen namen opgenomen van agrarische bedrijven. Omdat de bedrijfscode die in plaats van de bedrijfsnaam gebruikt wordt bij meerdere organisaties bekend is, is die ook niet ontsloten. In die kolom is aangegeven dat het een veehouderij betreft. Voor de veehouderijen betreft het alleen de stalemissies.

  • Vraag 2
    Kunt u deze lijst sorteren/specificeren naar sector en naar regio/gemeente, waarbij privéadressen niet nodig zijn?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Kunt u bij deze bedrijven/vergunningen aangeven wat de vergunde en de werkelijke uitstoot is (latente ruimte)?

    Er is geen zicht op de latente ruimte in de vergunningen. De uitstoot is weliswaar geregistreerd in de emissieregistratie, maar de vergunde uitstoot wordt niet centraal geregistreerd. Dit geldt voor zowel de vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als die op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb). Daar komt bij dat Wnb-vergunningen worden verleend voor activiteiten en niet voor uitstoot.

  • Vraag 4
    Kunt u bij deze bedrijven/vergunningen aangeven welke natuurgebieden het meest direct geraakt worden door de depositie?

    Er wordt op dit moment gewerkt aan het op orde krijgen van informatie met betrekking tot depositie op specifieke Natura 2000-gebieden. Daarvoor wordt een methode gehanteerd die leidt tot het inzicht in de totale depositie en de ontwikkeling daarvan per stikstofgevoelig Natura 2000-gebied. Per gebied kan vervolgens worden nagegaan wat de opgave is ten aanzien van depositiereductie en kan een koppeling gemaakt worden met de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden. Provincies werken daarom met stikstofanalyses die inzicht geven in de totale depositie op habitattypen en leefgebieden in de Natura 2000-gebieden en de ontwikkeling daarvan. Die informatie wordt gebruikt in de natuurdoelanalyses die inzichtelijk maken in hoeverre per Natura 2000-gebied voldaan wordt aan de vereisten uit de Habitatrichtlijn en wat de resterende opgave is voor het bereiken van instandhoudingsdoelstellingen. Dit vormt de basis voor samenhang tussen bron- en natuurmaatregelen en is input voor de gebiedsplannen die in 1 juli 2023 gereed zijn. Bij het vormgeven van een gebiedsgerichte aanpak wordt bekeken welke bronmaatregelen het meest passend zijn.

  • Vraag 5
    Kunt u bij elk van deze vergunningen aangeven wanneer de vergunning voor het laatst is herzien volgens de richtlijnen voor de beste beschikbare technieken (BBT/BREF) en tot hoeveel minder uitstoot dat heeft geleid?

    De richtlijnen voor beste beschikbare technieken (BBT en BREF) leiden niet tot een aanpassing van de Wnb-vergunning, maar wel tot een aanpassing van milieuvergunningen. Veel van de bedrijven uit bijlage I en II – in het bijzonder de industriële bedrijven, maar ook grote varkens- en pluimveehouderijen – vallen onder de werkingssfeer van de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU). Op grond van artikel 5.10 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht geldt voor deze bedrijven een actualisatieplicht van de milieuvergunning (waarbij vergunning en bedrijf binnen 4 jaar na publicatie van het relevante BBT-referentiedocument aangepast moeten zijn). Deze actualisatie gebeurt door het bevoegd gezag en ik heb daarom geen inzicht in de vraag tot hoeveel minder uitstoot dit leidt.

  • Vraag 6
    Kunt u bij deze bedrijven aangeven hoeveel directe werkgelegenheid hiermee is gemoeid?

    Een vergunning in het kader van de Wnb wordt afgegeven op activiteitsniveau. Soms betreft een activiteit een heel bedrijf, vaker een onderdeel van wijziging van een bedrijf. Er zijn ook bedrijven die – omdat zij al activiteiten ontplooiden voordat Natura2000-gebieden werden aangewezen – geen Wnb-vergunning voor (een deel van hun bedrijf) hoeven te hebben. De depositie van een bedrijf is dus niet rechtstreeks gecorreleerd aan de vergunningsstatus. Het is daarnaast voor een bedrijf ook mogelijk om één activiteit niet meer uit te voeren. Daarmee is geen uitspraak te doen over de directe werkgelegenheid die hiermee is gemoeid.

  • Vraag 7
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Stikstofproblematiek van 31 maart?

    U heeft de beantwoording ontvangen voor het hoofdlijnendebat van 6 april jl. en binnen de geldende termijn voor de beantwoording van schriftelijke vragen (met inbegrip van het gevraagde uitstel).

  • Mededeling - 21 maart 2022

    Op 22 februari jongstleden heeft het lid Bromet (GroenLinks) vragen gesteld over de top 100 stikstofbronnen (2022Z03334). Vanwege de benodigde afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoord worden. Ik stuur u de beantwoording zo spoedig mogelijk toe.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z03334
Volledige titel: De top 100 stikstof bronnen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-2339
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bromet over de top 100 stikstof bronnen