Kamervraag 2021Z24117

Het bericht dat Wijk bij Duurstede ruim twee keer zoveel woningen wil bouwen.

Ingediend 22 december 2021
Beantwoord 28 januari 2022 (na 37 dagen)
Indiener Daniel Koerhuis (VVD)
Beantwoord door Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66)
Onderwerpen huisvesting kopen en verkopen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z24117.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1490.html
1. AD, 18 november 2021; 530 nieuwe woningen? Wijk bij Duurstede wil er ruim twee keer zoveel | Wonen in Utrecht | AD.nl
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «530 nieuwe woningen? Wijk bij Duurstede wil er ruim twee keer zoveel»?1

    Ja, dit bericht is mij bekend.

  • Vraag 2
    Is het waar dat veel gebied rondom Wijk bij Duurstede is aangewezen als buiten de zogeheten rode contouren in het buitengebied? Hoe kan deze gemeente dan toch uitbreiden en zo het woningtekort tegen gaan?

    De provincie Utrecht maakt in haar Omgevingsbeleid en Omgevingsverordening onderscheid tussen «landelijk gebied» en «stedelijk gebied». De term «rode contouren» komt in de provinciale Omgevingsvisie en interim- Omgevingsverordening niet meer voor. Voorheen werd daarmee de begrenzing tussen stedelijk en landelijk gebied bedoeld. Delen van de gemeente Wijk bij Duurstede zijn gelegen in «landelijk gebied».
    De provincie maakt uitbreiding in de gemeente Wijk bij Duurstede mogelijk als er een goede ruimtelijke onderbouwing ligt op basis van de ladder van duurzame verstedelijking, als de uitbreiding van belang is voor het behoud van de lokale vitaliteit en er met de uitbreiding geen provinciale belangen worden geschaad.

  • Vraag 3
    Klopt het dat door de zogeheten rode contouren een groot aantal woningbouwlocaties van de gemeente Wijk bij Duurstede is tegengehouden? Zo ja, om hoeveel woningbouwlocaties gaat het en om hoeveel woningen?

    De Provincie Utrecht stelt voor woningbouw samen met de gemeenten regionale programma’s op. In dat kader heeft ook overleg met de gemeente Wijk bij Duurstede plaatsgevonden, waarbij de gemeente de bouw van 400 extra woningen op één uitbreidingslocatie heeft voorgedragen. De extra woningen komen bovenop het aantal van 250 woningen uit eerder beleid. De provincie heeft aangegeven op deze uitbreidingslocatie de ontwikkeling van maximaal 280 extra woningen toe te staan, omdat een hoger aantal naar verwachting leidt tot knelpunten op het provinciale wegennet. De ontwikkeling van extra woningen wordt op deze locatie dus beperkt door de verkeersontwikkeling op het wegennet. Provincie en gemeente hebben de afspraak gemaakt om de mobiliteitseffecten van extra woningbouw goed te monitoren en zo snel als mogelijk te bezien of er extra ruimte kan worden geboden om meer woningen te realiseren.

  • Vraag 4
    Hoe staat het met het overprogrammeren in de provincie Utrecht, hoeveel procent «hard» voor de komende 5 jaar en hoeveel procent «hard» en «zacht» voor de komende 15 jaar? Hoe staat het met uw toezegging om provincies op te roepen 130% overprogrammeren toe te staan?

    Met alle provincies buiten de krimpregio’s is bestuurlijk afgesproken om een overprogrammering van 130% plancapaciteit tot 2030 te realiseren. In de brief van 1 december 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de plancapaciteit2.
    Ook de provincie Utrecht stuurt op de realisatie van 130% plancapaciteit ten opzichte van de netto bouwopgave. Uit de inventarisatie van de plancapaciteit in oktober 2021 door ABF Research3 blijkt voor de periode tot en met 2030 in heel Utrecht ruim voldoende plancapaciteit aanwezig te zijn. In Utrecht is voor de periode tot en met 2030 137% harde en zachte plancapaciteit beschikbaar ten opzichte van de netto bouwopgave. Het aandeel harde woningbouwplannen in het totale aantal woningbouwplannen in de provincie Utrecht bedraagt tot 2025 45%, in de periode tot en met 2030 is dat aandeel 25%.
    Uit de bovengenoemde ABF-rapportage blijkt dat er nog geen compleet beeld is over de plancapaciteit voor de periode na 2030. Zo hebben nog niet alle gemeentes gegevens geleverd over de woningbouwplannen c.q. plancapaciteit voor de periode na 2030. Daarnaast zal een deel van de (over programmeerde) plancapaciteit tot en met 2030 naar verwachting doorschuiven naar de periode 2031 t/m 2035. Uitgaande van dit niet complete beeld blijkt dat Utrecht voor de periode 2031–2035 plancapaciteit heeft voor 38.300 woningen ten opzichte van de in 2020 geraamde netto bouwopgave van 31.700 voor die periode. Dit is een overprogrammering van 120%. Mijn inzet is om met de komende inventarisaties een completer beeld te krijgen van de plancapaciteit voor de periode tot en met 2035.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat er zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk gebouwd moet worden om de grote woningbouwopgave in Nederland te halen?

    Ik deel uw mening dat alleen binnenstedelijk bouwen niet voldoende is om de bouwopgave tot 2030 voldoende snel in te vullen. Bij de keuze van te plannen en te ontwikkelen woningbouwlocaties moet een afweging gemaakt worden in relatie tot andere opgaven, waaronder bereikbaarheid, energie, klimaat en natuur. Ik voeg daar het faseringscriterium aan toe, wat kan eerder en sneller, binnen de afspraak van dit kabinet om snel de woningbouwproductie te verhogen tot 100.000 per jaar.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om, ook voor de gemeente Wijk bij Duurstede, met de provincie Utrecht in gesprek te gaan om een aanpak vanuit de provincie te realiseren die de gezamenlijke opdracht voor de woningbouwopgave ondersteunt en versnelt, die het samenwerken tussen overheden stimuleert en het vertrouwen dat daarbij hoort als uitgangspunt neemt? Bent u bereid hier de Kamer over te informeren?

    Ik onderschrijf dat het maken van heldere afspraken en samenwerking tussen overheden essentieel is om de woningbouwopgave te realiseren. In het coalitieakkoord is aangegeven dat ik de decentrale overheden zal ondersteunen bij het bepalen van woningbouwlocaties. Ik zal hierover met hen in gesprek gaan en in aanvulling daarop ter versterking van de regie op de woningbouw – zoals in het coalitieakkoord is aangegeven – nationale prestatieafspraken maken met de medeoverheden over de woningbouwopgave. Onderdeel daarvan zal ook systematische monitoring, bespreken van de voortgang en de manier van bijsturing zijn.
    Voor wat betreft de huidige ondersteuning en samenwerking, maakt de gemeente Wijk bij Duurstede deel uit van de woondealregio Utrecht. Er is in het kader van deze woondeal en het programma U-NED regelmatig overleg tussen mijn ministerie, de provincie en de regio over de woningbouwopgave.
    Over de voortgang van deze en toekomstige afspraken zal ik uw Kamer uiteraard informeren.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat, gezien de grote woningbouwopgave, de provincie Utrecht het tegenhouden van woningbouwlocaties, ook in de gemeente Wijk bij Duurstede, zoveel mogelijk moet voorkomen en terugdraaien?

    Ik vind het nog te vroeg om dit te beoordelen, maar het is van groot belang dat de realisatie van woningen wordt versneld tot 100.000 woningen per jaar. Voor deze versnelling moeten voldoende bouwlocaties beschikbaar zijn en is het noodzakelijk dat het percentage harde plancapaciteit op orde is.

  • Mededeling - 4 januari 2022

    Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Koerhuis (VVD) over het bericht «530 nieuwe woningen? Wijk bij Duurstede wil er ruim twee keer zoveel» (ingezonden 22 december 2021, met kenmerk 2021Z24117) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig vanwege de afstemming met partijen. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z24117
Volledige titel: Het bericht dat Wijk bij Duurstede ruim twee keer zoveel woningen wil bouwen.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-1490
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat Wijk bij Duurstede ruim twee keer zoveel woningen wil bouwen