Kamervraag 2021Z17545

De vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren

Ingediend 8 oktober 2021
Beantwoord 1 november 2021 (na 24 dagen)
Indiener Lammert van Raan (PvdD)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen economie overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z17545.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-537.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht van RTL Nieuws van 6 oktober 2021: «Gasprijs door het dak – maar de kraan in Groningen blijft vrijwel dicht», waarin staat: «Dat de prijs zo hoog is, komt omdat de voorraden op een historisch laag niveau staan»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met het NOS-bericht waarin staat: «Door zorgen over de gasvoorraden voor komende winter, is de gasprijs opnieuw flink gestegen.»?2

    Ja.

  • Vraag 3
    Bent u bekend met het bericht «Gas- en stroomprijzen bereiken recordhoogtes» van 7 oktober 2021 in NRC waarin staat: «De vraag naar gas stijgt fors. Huishoudens komen vermoedelijk niet in de knel, aangezien «laagcalorisch gas» goed op voorraad is.»?3

    Ja.

  • Vraag 4
    Bent u ermee bekend dat de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden De Vries en Erkens (beiden VVD) bevestigt dat de gasopslagen voor het laagcalorische gas dat voor huishoudens bedoeld is, jaarlijks juist in voldoende mate gevuld zijn (waaronder gasopslag Norg)?4

    Ja.

  • Vraag 5
    Bent u bekend met het artikel «Kabinet breekt begroting open voor compensatie stijgende energierekening» van 7 oktober 2021 in de Volkskrant, waarin staat dat de gasopslag bij Norg juist niet voldoende bevoorraad is en dat het kabinet nu onderzoekt hoe de gasvoorraden snel kunnen worden aangevuld?5

    Ja.

  • Vraag 6
    Hoe verklaart u de tegenstrijdige berichten over de omvang van de gasvoorraden? Is gas, bedoeld voor huishoudens, nu wel of niet in voldoende mate op voorraad, zoals de Staatssecretaris van EZK beweert? Zo ja, hoe kan het dan dat de gasprijzen voor huishoudens al zijn gestegen? Zo nee, waarom beweert de Staatssecretaris van EZK dit dan?

    De gasmarkt is een mondiale markt en de gasprijzen worden niet bepaald door de omvang van de Nederlandse gasvoorraden. In heel Europa en Azië zijn de gasprijzen gestegen door diverse ontwikkelingen zoals omschreven in de antwoorden van de Minister van Economische Zaken en Klimaat op Kamervragen van Kamerlid Erkens (Brief met kenmerk: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 19). Met een vulgraad van ruim 80% zijn de L-gasopslagen, waar de huishoudens van afhankelijk zijn ruim voldoende gevuld voor een normale of koude winter. Hierdoor is er geen directe zorg voor de leveringszekerheid van huishoudens.
    Hoewel de gasprijzen op de groothandelsmarkt het afgelopen half jaar fors zijn gestegen, laat het effect ervan op huishoudens een wisselend beeld zien. Huishoudens kopen hun gas namelijk in op de kleinverbruikersmarkt en het hangt af van het afgesloten contract of, en in welke mate, de hoge groothandelsprijzen worden doorberekend. Voor de huishoudens die een contract met variabele tarieven hebben afgesloten, zullen grotendeels op 1 januari de tarieven worden aangepast, en zal de stijging op de groothandelsmarkt worden doorberekend. Huishoudens die een vast contract hebben afgesloten zullen, afhankelijk van de duur, vooralsnog niet geconfronteerd worden met een tariefsverhoging. Ten slotte zullen huishoudens die nu een nieuw contract willen afsluiten ook geconfronteerd worden met tarieven waar de hoge groothandelsprijzen in zijn verwerkt.

  • Vraag 7
    Bent u ermee bekend dat de olie- en gasmarkt erom bekend staan grillig te zijn en dat de energieprijzen onvoorspelbaar kunnen zijn?

    Ja.

  • Vraag 8
    Bent u het ermee eens dat, indien het kabinet ervoor kiest om huishoudens afhankelijk te houden van gas, terwijl de markt voor fossiele brandstoffen bekend staat om de volatiliteit, er dan een extra verantwoordelijkheid bij komt kijken om burgers te beschermen tegen energiearmoede door juist de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen nu «vol gas» af te bouwen?

    De markten voor elektriciteit en gas zijn onderverdeeld in groothandelsmarkten en kleinverbruikersmarkten. De consument op de kleinverbruikersmarkt heeft de vrijheid om door zijn contractkeuze mee te bewegen met de prijzen op de groothandelsmarkten. Indien de consument kiest voor lange termijncontracten kan het risico op blootstelling aan extreme, korte termijn prijsfluctuaties in de tarieven worden beperkt. Bij contracten met variabele tarieven worden de tarieven op gezette tijden aangepast, in de regel op 1 januari en op 1 juli, aan de situatie op de groothandelsmarkten waardoor het risico op blootstelling aan prijsfluctuaties toeneemt. Door energiebesparende maatregelen te treffen kan wel het energieverbruik, en daarmee de bloostelling aan volatiele energieprijzen, beperkt worden. Om huishoudens te helpen bij het verduurzamen van hun woning heeft het kabinet bijvoorbeeld het Nationaal Warmtefonds opgericht en worden subsidies voor eigenaar-bewoners (ISDE) en VvE’s (SEEH) beschikbaar gesteld waarmee huishoudens ondersteund worden bij het isoleren van hun woning. Ook heeft het kabinet bij de Miljoenennota cumulatief 514 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de start van een Nationaal Isolatieprogramma voor huur- en koopwoningen.
    De huidige prijspieken op de groothandelsmarkt voor gas reflecteren de huidige krapte op de mondiale gasmarkt. In de antwoorden op de Kamervragen van Kamerlid Erkens (Brief met kenmerk: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 19) en in de Kamerbrief bij deze antwoorden is ingegaan op de oorzaken, die naar verwachting deels tijdelijk zijn als gevolg van de opleving van de economieën na de wereldwijde COVID-19 maatregelen.
    Wat betreft de groothandelsmarkt voor elektriciteit is de verwachting dat door het toenemend aandeel van fluctuerend duurzaam vermogen de prijsfluctuaties op de groothandelsmarkt zullen toenemen. Nu al is zichtbaar dat op momenten met veel productie van wind- en zonne-energie de handelsprijzen zeer laag zijn en treden er kortstondige prijspieken op bij momenten dat er juist weinig duurzame productie is. Dit betekent dat het afbouwen van de afhankelijkheid van aardgas niet per definitie leidt tot minder volatiliteit in de energieprijzen, maar in een verschuiving naar volatiliteit op een andere markt.

  • Vraag 9
    Welke maatregelen heeft het kabinet de afgelopen jaren getroffen om energiearmoede die hieruit voortkomt te voorkomen?

    Het kabinet wil dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Het kabinet monitort de energierekening nauwgezet, hiertoe heeft het kabinet het CBS en het PBL gevraagd jaarlijks een update van de energierekening te publiceren. TNO heeft recent in samenwerking met het CBS een onderzoeksrapport uitgebracht waarin energiearmoede in Nederland in kaart is gebracht. Hierin wordt niet alleen naar de betaalbaarheid van de energierekening gekeken maar ook naar de kwaliteit van de woningen en in welke mate bewoners (financieel) in staat zijn deze te verduurzamen. Het onderzoek van TNO bevestigt het beeld dat het verduurzamen van woningen zowel kan leiden tot een lagere energierekening, meer comfort en minder gezondheidsklachten voor huishoudens als dat het resulteert in klimaatwinst. Het kabinet vindt het daarom van belang hier stappen in te blijven zetten. Om huishoudens te helpen bij het verduurzamen van hun woning heeft het kabinet bijvoorbeeld het Nationaal Warmtefonds opgericht en worden subsidies voor eigenaar-bewoners (ISDE) en VvE’s (SEEH) beschikbaar gesteld waarmee huishoudens ondersteund worden bij het isoleren van hun woning. Ook heeft het kabinet bij de Miljoenennota cumulatief 514 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de start van een Nationaal Isolatieprogramma voor huur- en koopwoningen.
    Het kabinet deelt de zorgen rondom de hogere energieprijzen en monitort de situatie nauwgezet. Om op korte termijn huishoudens tegemoet te komen in de stijgende energierekening als gevolg van de hoge gasprijzen heeft het kabinet besloten tot incidentele aanpassingen in de energiebelasting (Kamerstuk 29023–272). Of een huishouden de energierekening kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven aan energie, maar ook van het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven het huishouden. Het kabinet weegt daarom in de koopkrachtbesluitvorming jaarlijks integraal alle plussen en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.

  • Vraag 10
    Bent u het ermee eens dat burgers niet de dupe zouden mogen worden van falend energiebeleid van overheden? Op welke vlakken is het kabinet tekortgeschoten?

    Het doel van het klimaat- en energiebeleid van het kabinet is gericht op het garanderen van betrouwbare, betaalbare en schone energie. Daarvoor is er een nationaal en Europees raamwerk van wetten en regels en monitoring opgezet. Daarnaast zijn er de klimaatambities om onze energiehuishouding in 2050 CO2-neutraal te hebben. Deze energietransitie vraagt veel van de samenleving en overheden moeten voortdurend monitoren in hoeverre de doelen, zeker ook voor burgers haalbaar blijven en bijsturen waar nodig.
    De huidige hoge prijzen op de gasmarkt zijn een mondiaal verschijnsel. Het internationale energie agentschap (IEA) constateert dan ook dat elk land geconfronteerd wordt met hogere gasprijzen, ongeacht de marktordening of de stand van eventuele gasopslagen. Er is met de aangekondigde incidentele aanpassing in de energiebelasting (Kamerstuk 29 023-272) een substantiële stap gezet om huishoudens tegemoet te komen in de stijging in de energierekening. Het kabinet blijft een vinger aan de pols houden om de effecten op de koopkracht en leveringszekerheid te monitoren.

  • Vraag 11
    Bent u het ermee eens dat wanneer de Staatssecretaris van EZK in de beantwoording van de vragen van de VVD-fractie over leveringszekerheid van gas schrijft: «Ik blijf de exploratie- en exploitatie-activiteiten van gaswinning op zee volgen om te kijken of de gaswinning in Nederland niet versneld afneemt.» (blz.5), zij dan bezig is om huishoudens afhankelijk te houden van gas? Kunt u deze vraag beantwoorden met ja of nee, gevolgd door een toelichting?

    De overheid voert op meerdere terreinen, als onderdeel van het klimaatakkoord, actief beleid om de gasconsumptie in Nederland te verminderen. In het kader van de Commissievoorstellen uit het fit for 55 pakket zal dit beleid geïntensiveerd moeten worden. Een transitie naar een CO2-vrije samenleving vergt echter tijd en de gasconsumptie zal ook volgens de KEV2020 raming nog meerdere jaren plaatsvinden. Op 20 maart 2020 heeft het kabinet met haar visie op waterstof en groen gas (Kamerstuk 31 239, nr.486) het belang onderstreept van duurzame moleculen in ons toekomstige energie- en grondstoffensysteem en aangegeven op welke wijze ondersteuning nodig is. De overheid moet naast de inzet op uitbreiden van duurzame opties, de uitrol van een waterstofeconomie en het stimuleren van energie-efficiëntie ook blijven inzetten op het zekerstellen van voldoende gasstromen naar Nederland. Van oorsprong was Nederland een exportland, maar door het versneld sluiten van het Groningenveld zijn we een importland geworden. Het is dan ook van belang de diversificatie van bronnen en routes voor gas in het oog te houden, zodat we niet afhankelijk worden van enkele grote gasaanbieders. Gaswinning in Nederland is daarbij één van de opties om de leveringszekerheid te garanderen. In februari 2021 is een gezamenlijke brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Buitenlandse Zaken verzonden over strategische afhankelijkheden en geopolitieke aspecten in het energiedomein (Kamerstuk 21 501-33-845).

  • Vraag 12
    Waarom heeft het kabinet de Kamer niet geïnformeerd tegen welke prijs het kabinet de leveringszekerheid van gas wil borgen, ook niet nadat eerder genoemde leden onlangs nog vragen hadden gesteld over de leveringszekerheid van gas? Vindt u ook niet dat dat belangrijke informatie is die onmisbaar is voor het wel of niet goedkeuren van het energiebeleid door de volksvertegenwoordigers?

    Het borgen van leveringszekerheid van gas vindt plaats binnen een raamwerk van wet- en regelgeving. Daarbij is er een belangrijke rol weggelegd voor marktwerking met marktpartijen die een leveringsplicht hebben en ook voor de netbeheerder die verantwoordelijk is voor voldoende transportcapaciteit en piekleveringen bij koudeperiodes van -9 tot -17 graden Celsius. Er moet bij leveringszekerheid onderscheid gemaakt worden tussen beschermde afnemers, zoals huishoudens, en niet-beschermde afnemers zoals grootverbruikers. In Nederland gebruiken alle beschermde afnemers laagcalorisch gas. Hoogcalorisch gas wordt vooral gebruikt door industriële grootverbruikers.
    In verband met het verminderen van de winning uit en voorgenomen sluiting van het Groningenveld zijn daarom voor de komende jaren afspraken gemaakt met NAM en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil over het vullen van de laagcalorische opslag Norg met inachtneming van de leveringszekerheid. De Kamer is daarover op 9 maart jl. geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 850). Hiermee wordt bereikt dat kan worden voldaan aan de leveringszekerheid van de laagcalorische gebruikers. Met de huidige vulgraad van ruim 80% is de opslag voldoende gevuld om de leveringszekerheid van de beschermde afnemers te borgen. Voor de industriële grootverbruikers zie ik geen noodzaak om extra eisen op te leggen.
    Er is op een markt geen sprake van één prijs voor leveringszekerheid. Marktpartijen kunnen zich in een marktmodel voor een deel indekken tegen leveringszekerheidsrisico’s. Denk daarbij aan het vullen van gasopslagen, het vooraf inkopen van gas op forwardmarkten of het aangaan van lange termijn contracten. Dergelijke verzekeringen hebben een kostprijs. Marktpartijen zullen aan de hand van hun eigen risicoprofiel bepalen welk risico zij willen afdekken.

  • Vraag 13
    Wat is de rol van grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol, in de energiearmoede in Nederland?

    Er is geen aanwijzing dat er onvoldoende concurrentie is op de markten voor olie- en gas. De huidige olie- en gasprijzen komen dan ook niet tot stand door marktgedrag van specifieke marktpartijen, maar reflecteren ontwikkelingen op de wereldmarkt. Voor nadere toelichting over de oorzaken van de huidige situatie op de gasmarkt verwijs ik u naar de antwoorden van de Minister van Economische Zaken en Klimaat op Kamervragen van Kamerlid Erkens (Brief met kenmerk: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 19).

  • Vraag 14
    Kunt u uitsluiten dat de grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol, gaan meeprofiteren van de financiële tegemoetkoming voor de energierekening van huishoudens, die uit Nederlands belastinggeld zal worden betaald? Zo nee, waarom niet?

    De recent aangekondigde, incidentele, financiële tegemoetkoming in de energiebelasting (Kamerstuk 29 023-272) is een tegemoetkoming aan de vraagkant in de stijging van de energierekening voor huishoudens en mkb via de energiebelastingen. Daarmee is er geen direct profijt voor partijen aan de aanbodkant. Daarbij zijn beide bedrijven handelaren in grondstoffen zoals aardgas en bieden ze niet direct gas aan op de eindverbruikersmarkt.

  • Vraag 15
    Wat heeft het kabinet de afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat extreme fluctuaties in de olie- en gasprijzen, doorwerken in de energierekening van huishoudens?

    De eindverbruikersmarkt voor gas is dusdanig georganiseerd dat er voldoende concurrentie is tussen meerder marktpartijen. Er worden zoals eerder aangegeven door deze partijen meerdere producten aangeboden, waarbij de consument kan kiezen de energietarieven langjarig vast te leggen of juist niet.

  • Vraag 16
    Bent u ermee bekend dat investeren in duurzame vormen van energieopwekking dergelijke schommelingen juist zou kunnen opvangen?

    Zie antwoord op vraag 8.

  • Vraag 17
    Erkent u dat de volatiliteit van de gasmarkt, die nu gevoeld wordt, laat zien dat er juist nu een enorme impuls nodig is in de duurzame energietransitie? Waarom houdt u deze transitie op door in te zetten op gas?

    Zie antwoord op vraag 11.

  • Vraag 18
    Waarom doet het kabinet het stelselmatig voorkomen in het energiedossier (bijvoorbeeld als het gaat over doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs) alsof er maar twee opties zijn: eigen gas en Russisch gas, in plaats van duurzame energie, eigen gas en Russisch gas? Erkent u dat het zo logisch is dat de keuze altijd op gas valt en nooit op duurzame energie, en dat de inzet op gas op deze manier altijd te rechtvaardigen is, ook in het licht van het Klimaatakkoord van Parijs?

    Zie antwoord op vraag 11.

  • Vraag 19
    Vindt u het eerlijk om duurzame energie uit te sluiten en net te doen alsof het kabinet alleen maar kan kiezen tussen eigen gas en Russisch gas? Zo ja, waarom vindt u het eerlijk om de beleidsoptie waaraan u zich gecommitteerd heeft, stelselmatig uit te sluiten? Zo nee, bent u bereid om duurzame energie vanaf nu wel altijd mee te wegen in de afweging van beleidsopties in het energiedomein? Waarom wel of niet?

    Zie antwoord op vraag 11.

  • Vraag 20
    Bent u het ermee eens dat de transitie naar duurzame energie de energierekening betaalbaarder en voorspelbaarder maakt? Zo ja, kunt u dan ook bevestigen dat compensatie voor de energierekening van huishoudens niet ten koste gaat van subsidies voor duurzame energie? Zo nee, wat verklaart dat u zich niet aansluit bij deze algemeen geaccepteerde kennis?

    De huidige situatie rond de onverwacht sterk gestegen gas- en elektriciteitsprijzen toont aan dat het lastig is lange termijn uitspraken te doen over ontwikkeling prijzen. Zie antwoord op vraag 8 voor een nadere toelichting over de volatiliteit van de gas- en elektriciteitsprijzen. Hoe verder we zijn in de energietransitie, hoe minder afhankelijk we zullen worden van specifieke energiebronnen uit een beperkte groep landen. Die diversificatie kan bijdragen aan de voorspelbaarheid en betaalbaarheid van de energierekening. Energiebesparing als onderdeel van de energietransitie draagt al op korte termijn bij aan de betaalbaarheid van de energierekening.
    De incidentele compensatie van de energierekening (Kamerstuk 29 023-272) en de verdere uitwerking van de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13) wordt bekostigd uit algemene middelen en gaat daarom niet ten koste van subsidies voor duurzame energie. Met het oog op de klimaatdoelen zijn de begrotingsmiddelen voor duurzame energieopties juist gestegen in de begroting voor 2022 (Kamerstuk 35 925, nr. 1).

  • Vraag 21
    Kunt u deze vragen beantwooren voorafgaand aan de derde termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen?

    Ik deel de urgentie en heb gestreefd naar zo spoedig mogelijke beantwoording.

  • Mededeling - 27 oktober 2021

    Uw Kamer heeft mij een grote hoeveelheid schriftelijke vragen gestuurd over het functioneren van de internationale gasmarkt en hoe de stijging van de gasprijzen ook Nederland raakt. Bovendien heb ik tijdens het Commissiedebat Klimaat en Energie van 14 oktober aan het lid Van der Lee (GroenLinks) toegezegd om een brief aan de Kamer te sturen over langetermijngascontracten en aan lid Grinwis (ChristenUnie) toegezegd om een reactie te geven over in hoeverre ingrijpen aan de vraagkant onderdeel moet zijn van het leveringszekerheidsbeleid. Ik heb in een brief van 4 oktober jl. (2021D36655) aangekondigd dat ik u voor begin november een brief over het functioneren van de gasmarkt zal sturen. Daarin zal ik mijn toezeggingen aan de leden Van der Lee en Grinwis opnemen. In de brief van 4 oktober jl. is bovendien toegezegd daarbij de uitkomsten van de expertbijeenkomst met partijen uit de sector, de resultaten van de Europese Raad en de resultaten van een Europese risicoanalyse van ENTSOG (Europese koepel van gasnetwerkbeheerders) te betrekken. Ook deze zullen in de brief van begin november worden gedeeld. Aangehecht aan de brief van begin november zult u ook de antwoorden vinden op de vragen van: Dit zijn alle schriftelijke vragen die recent aan het kabinet zijn gesteld naar aanleiding van de hoge gasprijzen, naast de in september gestuurde antwoorden op eerdere vragen van het lid Erkens (VVD) over de hoge aardgasprijzen en leveringszekerheid (Kenmerk 2021D34787).


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z17545
Volledige titel: De vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-537
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren