Kamervraag 2019Z15722

Het bericht dat AZ aan een ramp is ontsnapt

Ingediend 14 augustus 2019
Beantwoord 2 september 2019 (na 19 dagen)
Indieners Daniel Koerhuis (VVD), Rudmer Heerema (VVD)
Beantwoord door Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen bouwen en verbouwen huisvesting
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15722.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3766.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «AZ aan een ramp ontsnapt»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Welke stappen gaat u nemen om dit in de toekomst te voorkomen?

    Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Royal Haskoning/DHV (hierna Haskoning) en de Onderzoeksraad voor veiligheid (hierna Onderzoeksraad)uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden op mogelijke stappen.

  • Vraag 3
    Wat is het tijdspad van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid? Bent u bereid om de uitkomsten mee te nemen in de bovenstaande stappen?

    Het tijdspad is aan de Onderzoeksraad. Zodra het rapport door de Onderzoeksraad is aangeboden, zal ik uw Kamer een reactie hierop sturen.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om per direct een landelijke inventarisatie te starten naar mogelijk gevaarlijke dakconstructies op alle stadions, deze bij te houden, en naar de Kamer te sturen? Bent u bereid om in deze inventarisatie ook alle soortgelijke gevaarlijke dakconstructies op andere gebouwen mee te nemen? En bent u bereid om in deze inventarisatie alle gebouwen die gebouwd zijn door hoofdaannemer Midreth mee te nemen?

    Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden of er landelijke actie nodig is bij andere bouwwerken.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat er passende maatregelen getroffen moeten worden bij dakconstructies waar twijfel is over de dakconstructie en daarmee de veiligheid in stadions en/of andere gebouwen?

    Dakconstructies van gebouwen moeten voldoen aan de constructieve veiligheidseisen van het Bouwbesluit. Het is aan gebouweigenaren te zorgen dat hieraan wordt voldaan en aan gemeente hierop toezicht te houden. Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Hierna kan pas worden bepaald of er ook problemen bij andere gebouwen zijn te verwachten en of vervolgens maatregelen moeten worden genomen. In het geval dat een gebouweigenaar echter nu al gerede twijfel heeft of zijn dakconstructie voldoet of als sprake is ongerustheid bij de gebruikers van het gebouw, ligt het in de rede dat hij maatregelen neemt.

  • Vraag 6
    Hoe vaak moeten dakconstructies op gebouwen zoals stadions nu gecontroleerd worden en wie is daarvoor verantwoordelijk? Bent u bereid om naar aanleiding van het bericht dit weekend dat toezicht te verscherpen? Zo ja, hoe gaat u dat verscherpte toezicht vormgeven?

    Vanuit de bouwregelgeving is er geen verplichting om periodiek de dakconstructies op gebouwen te controleren. De bouwregelgeving kent wel een algemene zorgplicht voor gebouweigenaren om te zorgen dat hun gebouw bij voortduur aan de voorschriften van Bouwbesluit voldoet. Het is aan gebouweigenaren om hier zelf invulling aan te geven. De gemeente is het bevoegd gezag als het gaat om toezicht op bestaande bouwwerken. De wijze waarop een gemeente dit invult, kan zij zelf beleidsmatig invullen. Burgemeester en Wethouders leggen hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Hierna kan pas worden bezien welke maatregelen nodig zijn.

  • Vraag 7
    Bent u bereid om gemeenten die daaraan behoefte hebben te ondersteunen met expertise vanuit het ministerie bij het borgen van de veiligheid van hun stadions?

    Mijn beeld is dat de gemeenten (of de betreffende omgevingsdiensten) in het algemeen voldoende deskundig personeel hebben of dat zij externe expertise inhuren. Dit is ook hun taak als bevoegd gezag. Ondersteuning vanuit de rijksoverheid is daarom niet nodig. Afhankelijk van de uitkomsten van Haskoning en de Onderzoeksraad zal ik nader bezien welke maatregelen vanuit de rijksoverheid nodig zijn.

  • Vraag 8
    Bent u bereid om naar aanleiding van het bericht dit weekend en de eerdere instorting van de parkeergarage in Eindhoven te overwegen om bij invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de wet éérst te laten gelden voor de grotere en complexere bouwwerken in de gevolgklassen 2 en 3 zoals bijvoorbeeld stadions, en daarna pas voor bouwwerken in gevolgklasse 1 zoals bijvoorbeeld woningen, in plaats van in omgekeerde volgorde zoals nu is voorgenomen?

    In de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is op verzoek van de Tweede Kamer opgenomen dat bij de start de woningen (gevolgklasse 1) als eerste onder het stelsel zullen worden gebracht. Reden voor de Tweede Kamer om hierom te vragen was, dat bij de invoering en complexe overgang naar een nieuw stelsel zich bij deze categorie minder risico’s voor zullen doen dan bij complexere bouwwerken. Tijdens het debat met de Eerste Kamer over de Wet heb ik aangegeven, dat ik het wenselijk vind om ook via proefprojecten ervaringen op te doen met bouwwerken in gevolgklassen 2 en 3. Dit omdat zich juist in deze gevolgklassen de laatste tijd een aantal incidenten heeft voorgedaan.
    Inmiddels hebben verschillende partijen, waaronder het Rijksvastgoedbedrijf, de afgelopen periode proefprojecten voor gevolgklassen 2 en 3 georganiseerd. Met de VNG bezie ik hoe nog meer proefprojecten in deze gevolgklassen kunnen plaatsvinden, zodat zo snel mogelijk na een succesvolle invoering van gevolgklasse 1 ook gevolgklassen 2 en 3 onder de werking van het nieuwe stelsel kunnen worden gebracht. Gemeenten maken overigens onder het huidige stelsel juist bij complexere bouwwerken al regelmatig gebruik van private partijen om de bouwkwaliteit te borgen. Dit omdat de noodzakelijke expertise voor het beoordelen van dergelijke bouwwerken niet bij alle gemeenten aanwezig is.
    Daarbij is van belang dat met inwerkingtreding van de wet de verantwoordelijkheidsverdeling voor de bouwkwaliteit wordt aangescherpt. Vanaf dat moment is een aannemer aansprakelijk voor alle gebreken voor zover die aan hem zijn toe te rekenen, ook in de complexere bouwwerken onder gevolgklassen 2 en 3. Op basis van reeds uitgevoerde proefprojecten mag verwacht worden dat dit bouwbedrijven ertoe zal aanzetten dat zij hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van door hen uitgevoerde bouwprojecten scherper zullen invullen, door onder andere hun eigen interne kwaliteitscontroles op orde te brengen. In de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zal ik hier aandacht aan besteden, waarbij ik ook de gevolgklassen 2 en 3 zal betrekken.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z15722
Volledige titel: Het bericht dat AZ aan een ramp is ontsnapt
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-3766
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Rudmer Heerema over het bericht dat AZ aan een ramp is ontsnapt