Kamervraag 2019Z09172

Het laten verkrotten van panden

Ingediend 9 mei 2019
Beantwoord 11 juni 2019 (na 33 dagen)
Indiener Sandra Beckerman
Beantwoord door Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen cultuur cultuur en recreatie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z09172.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2983.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht dat een rijksmonument in Sluis al sinds 1992 aan het verkrotten is, terwijl de gemeente Sluis het pand voor woningen wil gebruiken en deze wens nu moet opgeven?1 Wat is uw reactie daarop?

    Ik ben op de hoogte van deze casus. Uiteraard betreur ik de situatie rondom het betreffende rijksmonument. Overigens heeft de gemeente Sluis mij laten weten zich alsnog te beraden op mogelijkheden tot handhaving.

  • Vraag 2
    Hoe is het mogelijk dat een particuliere eigenaar, speculant of projectontwikkelaar jaar in jaar uit ermee wegkomt om dwangsommen niet te betalen, een gemeente en buurtbewoners dwars te zitten, gemeenten op kosten te jagen en rijksmonumenten te laten verkrotten, zoals in Sluis en Wassenaar?2 3 4

    Er zijn diverse (juridische) mogelijkheden die gemeenten tot hun beschikking hebben om verkrotting van panden en braak liggen van percelen tegen te gaan. Deze geef ik onder vraag 5 weer. Het is uiteindelijk een gemeentelijke afweging om te besluiten of, en zo ja, hoe deze mogelijkheden worden benut. Het rijk heeft in dezen geen bevoegdheid.

  • Vraag 3
    Bent u ervan op de hoogte dat deze projectontwikkelaar, of «krottenkoning», in verschillende gemeenten in het land plekken – van percelen tot een manege – heeft laten verslonzen, gemeenten tegenwerkt en op kosten jaagt via zijn bedrijven? Kunt u antwoord toelichten?5 6 7

    Ik ben bekend met de berichtgeving die u aanhaalt. Zie verder mijn antwoord onder 2.

  • Vraag 4
    Hoeveel euro aan gemeenschapsgeld is inmiddels de afgelopen vijftien jaren betaald aan bedrijven van de «krottenkoning» en hoeveel dwangsommen en boetes zijn de afgelopen vijftien jaar niet betaald door deze bedrijven? Hoe kan deze spiraal worden doorbroken?8

    Over de door u gevraagde gegevens beschik ik niet. Het betreft hier zeer lastig te achterhalen informatie. Op uw vraag hoe een negatieve spiraal in gevallen van verkrotting kan worden doorbroken bestaat geen eenduidig antwoord. Er zijn echter voorbeelden, zoals in de gemeente De Ronde Venen, die aantonen dat handhavend optreden wel degelijk mogelijk is. De aanpak van de gemeente de Ronde Venen wordt beschreven in Erfgoedmagazine nr. 3 van dit jaar.
    Ter ondersteuning van de gemeentelijke handhavingsbevoegdheid heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de Handreiking Instandhoudingsplicht Rijksmonumenten ontwikkeld, met daarin een stappenplan voor de preventie van verwaarlozing en de handhaving van de instandhoudingsplicht.9 De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed heeft verder in haar jaarplan 2019–2020 opgenomen dat er onderzoek zal worden gedaan naar de wijze waarop de strafrechtelijke handhaving van de monumentenregelgeving in de praktijk werkt.10

  • Vraag 5
    Welke mogelijkheden zijn er op landelijk en lokaal niveau om te voorkomen dat panden verkrotten of percelen braak blijven liggen, en welke mogelijkheden zijn er om in te grijpen, wanneer het toch gebeurt, en een einde maken aan de verkrotting? Welke mogelijkheden heeft u benut in de casussen in Leiden, Sluis, Wassenaar en Noordwijk? Kunt u antwoord toelichten?

    Verkrotting van monumenten komt gelukkig weinig voor en het overgrote deel van de rijksmonumenten staat er redelijk tot goed bij. Het overgrote deel van de eigenaren is trots op hun bezit en investeert daar ook in. Ik ondersteun dat van harte. Ik draag daar aan bij met instandhoudings- en restauratiesubsidies, met leningen via het Restauratiefonds en -via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed- met kennis en advies. Provincies en gemeenten bevorderen met vergelijkbare instrumenten dat eigenaren en gebruikers van monumenten goed voor de monumenten zorgen.
    In sommige gevallen blijft onderhoud aan monumenten achterwege. In veel situaties is dan een eigenaar alsnog door de overheid tot instandhouding te bewegen. In uitzonderlijke gevallen lukt dat niet. Dan staat gemeenten een aantal instrumenten ter beschikking.
    Bij panden die in slechte staat verkeren kan de gemeente handhavend optreden wegens overtreding van de Woningwet. Daartoe kan een gemeente verschillende instrumenten inzetten:
    In aanvulling op de mogelijkheden die de Woningwet biedt, geldt voor rijksmonumenten dat het op basis van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) verboden is om zonder vergunning een rijksmonument te gebruiken of laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
    Verder kent de Erfgoedwet sinds 2016 een instandhoudingsplicht voor eigenaren van rijksmonumenten, hetgeen een verbod inhoudt om een rijksmonument onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
    De gemeente heeft dus op basis van de wet verschillende middelen om een overtreding ongedaan te maken. Deze instrumenten zijn gericht op het herstellen van de rechtmatige situatie, dus het herstellen en onderhouden van gebouwen, percelen of een rijksmonument.
    Naast instrumenten gericht op herstel, kan bij herhaaldelijke overtredingen van de Woningwet een bestuurlijke boete worden opgelegd en kan op grond van de Wet op de economische delicten strafrechtelijke handhaving aan de orde komen.
    Verwaarlozing van een gemeentelijk of rijksmonument is ook een economisch delict, waarvan aangifte kan worden gedaan. Omdat het bij het strafrecht gaat om het straffen van de overtreder en niet om herstel van het monument, ligt het voor de hand om, waar mogelijk, eerst de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden volledig te benutten.
    De mogelijkheden tot herstel op landelijk niveau zijn indirect. Het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeenten is voor de meeste instrumenten het bevoegd gezag. Dit betekent dat de gemeente de bevoegdheid heeft om handhavend op te treden bij overtreding en om dwangsommen te innen. De provincie komt in het kader van interbestuurlijk toezicht in beeld. De ministers van BZK en OCW zijn systeemverantwoordelijk.

  • Vraag 6
    Wanneer kan overgegaan worden tot onteigening van percelen of panden als er in tijden van woningnood grond braak blijft liggen en panden verkrotten of wanneer beloften niet worden nagekomen? Vindt u de huidige wet- en regelgeving hiertoe voldoende of bent u bereid tot een aanscherping om er voor te zorgen dat zich herhalende patronen kunnen worden gestopt?

    Op basis van de Erfgoedwet hebben eigenaren een instandhoudingsplicht voor hun rijksmonumenten. Onteigening van percelen of panden, waaronder rijksmonumenten, is onder meer mogelijk ter uitvoering van een vastgesteld bestemmingsplan of een plan van werkzaamheden voor het opheffen van ernstig achterstallig onderhoud in het belang van de volkshuisvesting. Voor dit laatste moet wel eerst een handhavingstraject op basis van de Woningwet worden gevolgd.
    Met het instrumentarium in de Woningwet, de bepalingen over rijksmonumenten in de Wabo en de Erfgoedwet, de mogelijkheden om te bestraffen en in het uiterste geval de inzet van de onteigeningswet, ben ik van mening dat gemeenten voldoende mogelijkheden hebben om herhalende patronen te stoppen. Het is daarbij wel van groot belang dat gemeentes niet te lang wachten met handhaven.

  • Vraag 7
    Hoe verhoudt het eigendomsrecht zich tot de plicht om zorg te dragen voor rijksmonumenten? Is het mogelijk om in geval van verwaarlozing van monumenten (gemeentelijk dan wel rijksmonumenten) (eerder) over te gaan tot onteigening, zodat monumenten beter beschermd worden? Bent u bereid hiervoor wet- en regelgeving aan te scherpen?

    Zie antwoord vraag 6.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z09172
Volledige titel: Het laten verkrotten van panden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2983
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het laten verkrotten van panden