Kamervraag 2019Z07483

De (bij)stook van biomassa in centrales

Ingediend 11 april 2019
Beantwoord 22 mei 2019 (na 41 dagen)
Indieners Lammert van Raan (PvdD), Frank Wassenberg (PvdD)
Beantwoord door Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen bodem natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z07483.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2768.html
1. Nieuwsuur, 4 april 2019 (https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2279034-is-…
2. Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019
  • Vraag 1
    Heeft u de aflevering van Nieuwsuur gezien over het bijstoken van (houtige)biomassa in kolencentrales?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Onderschrijft u dat het (bij)stoken van biomassa in centrales de meest klimaatvervuilende energie per kilowattuur (kWh, elektriciteit) en gigajoule (GJ, th) oplevert? Zo nee, waarom niet?

    Over de duurzaamheid van biomassa in allerlei vormen en voor allerlei toepassingen, zijn vele opvattingen in omloop. Het kabinet baseert zich op de onderzoeken door aangewezen onafhankelijke deskundige organisaties op nationaal (PBL) en internationaal (EU, VN) niveau.
    Op basis daarvan wordt biomassa, mits passend in de strikte criteria, beschouwd als duurzaam, omdat de CO2-emissie bij verbranding evenveel is, als de vegetatie bij groei heeft opgenomen uit de lucht

  • Vraag 3
    Onderschrijft u dat de CO2-uitstoot door biomassa-bijstook in kolencentrales per kWh. 2,3 maal zoveel is als bij gasstook en dat de uitstoot zelfs 3 keer zoveel is wanneer biomassa wordt verstookt in kleinere biomassa-centrales? Kunt u aangeven welk aandeel afkomstig is van de productie, het transport en de verwerking van biomassa? Zo nee, waarom niet?

    Het is een feit dat bij verbranding – ook van biomassa – CO2 vrij komt. Echter, zoals aangegeven in reactie op vraag 2 wordt het (bij)stoken van biomassa op basis van internationale afspraken als CO2-neutraal gezien.
    Ik kan geen exacte uitsplitsing geven van de CO2-uitstoot die samenhangt met de productie, het transport en de verwerking van biomassa. In dit kader is het belangrijk te benadrukken dat, om te voldoen aan de duurzaamheidscriteria uit de Regeling conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen (hierna: duurzaamheidscriteria), de inzet van biomassa over de gehele keten bezien tot minimaal 70% minder CO2-uitstoot moet leiden dan het gebruik van fossiele brandstoffen. Daarmee is geborgd dat met de inzet van biomassa CO2-winst bereikt wordt.

  • Vraag 4
    Onderschrijft u dat de classificatie van het stoken van biomassa als CO2-neutraal slechts een papieren werkelijkheid is, alleen al omdat het transport en de verwerking van biomassa CO2-uitstoot veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?

    Nee, ik onderschrijf dit niet. Conform internationale afspraken wordt het (bij)stoken van biomassa als CO2-neutraal gezien. Daarnaast zorgen de duurzaamheidscriteria er voor dat de gehele keten in ogenschouw genomen wordt.

  • Vraag 5
    Kunt u bevestigen dat de inzet van biomassa vanaf 2016 tot 2020 mogelijk 17 maal zo veel wordt?2 Zo ja, is daarmee de conclusie gerechtvaardigd dat er in 2020 mogelijk 10 á 12 MT meer CO2 de lucht in gaat dan wat nu op papier geschetst wordt? Zo nee, waarom niet?

    Volgens de meest recente gegevens in de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017 zal de totale hoeveelheid energieproductie door middel van inzet van biomassa stijgen van 78,5 PJ in 2016 naar 148,9 PJ in 2020. De conclusie dat dit mogelijk leidt tot 10 á 12 MT meer CO2 in de lucht, deel ik niet, omdat de CO2-uitstoot gecompenseerd door de aanplant van nieuwe vegetatie waarmee een even grote hoeveelheid CO2 uit de lucht wordt gehaald.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat een vrijstelling voor de CO2-heffing een onterechte beloning zou zijn voor biomassa (bij)stook en zo kan werken als een perverse prikkel? Zo ja, bent u bereid de CO2-heffing ook voor biomassa (bij)stook te laten gelden? Zo nee, waarom niet?

    Ik deel deze mening niet. Biomassa is een vorm van hernieuwbare energie, zoals ik ook in mijn bovenstaande antwoorden heb toegelicht. Omdat de bij- en meestook van biomassa netto niet tot CO2-uitstoot leidt, is er ook geen CO2-uitstoot waarvoor de CO2-heffing zou moeten gelden.

  • Vraag 7
    Kunt u een overzicht geven van de (te verwachten) groei van de inzet van biomassa en biobrandstoffen in de energiemix van 2016 (start van omvangrijke bijstook), 2020 (CO2-doelstelling Urgenda Klimaatzaak) en 2023 (EU-doelstelling hernieuwbare energie), aangevuld met een berekening van de daadwerkelijke emissies verbonden aan dat gebruik? Zo nee, waarom niet?

    De NEV 2017 geeft realisaties en projecties voor het bruto eindverbruik hernieuwbare energie (vastgesteld en voorgenomen beleid). Hieronder is in een tabel opgenomen wat de NEV 2017 aangeeft over biomassa en biobrandstoffen. Zoals gezegd geldt de inzet van biomassa conform internationale afspraken als CO2-neutraal.
    2016
    2020
    2023
    Biomassa
    78,5
    148,9
    155,9
    Meestook elektriciteitscentrales

    148,9
    129,9
    Afvalverbrandingsinstallaties
    20,5
    19,8
    20,4
    Biomassa huishoudens
    19,0
    19,0
    19,0
    Biomassa ketels, bedrijven

    27,7
    35,4
    Biogas
    10,9
    13,9
    20,1
    Vloeibare biotransportbrandstoffen
    10,4
    41,3
    33,3

  • Vraag 8
    Onderschrijft u de dreiging en de grote impact van het bereiken van de zogenaamde omslagpunten («tippingpoints»), zoals aan de orde bij het smelten van landijs en de methaanuitstoot uit permafrost, mogelijk al op een termijn van 15 tot 30 jaar? Zo nee, waarom niet?

    Onafhankelijk van de inzet van biomassa is het beleid van de regering er op gericht dat de temperatuurstijging, conform het Klimaatakkoord van Parijs, ruim onder de 2 graden Celsius blijft ten opzichte van de pre-industriële tijd. Door onze inzet nationaal en internationaal moet voorkomen worden dat de zogenaamde omslagpunten worden bereikt.

  • Vraag 9
    Heeft de CO2-uitstoot van een steeds omvangrijkere inzet van biomassa en biobrandstoffen een versnellend effect op de nadering van dergelijke omslagpunten? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Onderschrijft u de opvatting van vele deskundigen (onder andere Tropenbos Int.) dat het gemiddeld 60 tot 100 jaar duurt voor de CO2-uitstoot van houtstook weer in bossen is vastgelegd (los van de bijkomende CO2-uitstoot van het transport, het vrijkomen van CO2 uit de achterblijvende wortels, de luchtverontreiniging, het verlies aan biodiversiteit etcetera)? Zo nee, waarom niet?

    Het klopt dat er tijd overheen gaat om de uitstoot die vrijkomt bij het stoken van biomassa weer op te nemen in nieuwe bomen. In de duurzaamheidscriteria is vastgelegd dat de aangroei en het behoud van het bos waaruit (vaste) biomassa wordt verkregen groter is dan het verlies aan koolstof. Op die manier treedt geen netto schuld op maar wordt daadwerkelijk een vermindering van de CO2-uitstoot bereikt.

  • Vraag 11
    Erkent u dat alleen wanneer een korte termijn wordt genomen en alle bijkomstige CO2-uitstoot zoals opgesomd in vraag tien, het bijstoken van (houtige)biomassa energieneutraal kan worden genoemd? Zo nee, waarom niet?

    Zoals aangegeven in bovenstaande antwoorden wordt het (bij)stoken van biomassa in internationaal kader als CO2-neutraal beschouwd en hanteert Nederland hiervoor bovendien zeer strikte duurzaamheidscriteria.

  • Vraag 12
    Past de omvangrijke inzet van biomassa -en biobrandstoffen volgens u nog in een efficiënte aanpak van het urgente klimaatprobleem? Zo ja, waar baseert u zich op? Zo nee, welke maatregelen volgen hier uit voort?

    Het kabinet is ervan overtuigd dat de inzet van biomassa nu en richting 2030 en 2050 noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave. Uit verschillende PBL-studies blijkt ook dat de inzet van biomassa past in een kostenefficiënte transitie.3 Uitgangspunt van het kabinet is dat alleen duurzame biomassa werkelijk bijdraagt aan verduurzaming van de economie en dat duurzame biomassa op mondiaal niveau op termijn schaars zal zijn. Daarom is op termijn een zo hoogwaardig mogelijke inzet van biomassa nodig.

  • Mededeling - 3 mei 2019

    Op 11 april hebben de leden Wassenberg en Van Raan (beiden PvdD) vragen gesteld over de (bij)stook van biomassa in centrales. Vanwege de tussenliggende recesperiode kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z07483
Volledige titel: De (bij)stook van biomassa in centrales
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2768
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Raan over de (bij)stook van biomassa in centrales