Kamervraag 2019Z05550

De verschillen in onderzoekstijd tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers met kinderen

Ingediend 21 maart 2019
Beantwoord 10 april 2019 (na 20 dagen)
Indiener Kirsten van den Hul (PvdA)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z05550.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2577.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Vrouwen in wetenschap krijgen minder onderzoekstijd»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting dat de uitkomsten van dit onderzoek, zeker op de lange termijn, zorgelijk zijn voor de inclusiviteit en representativiteit van de Nederlandse wetenschap? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

    Ja, ik deel die zorg. Hoewel ik zie dat de verschillen klein zijn in onderzoekstijd en toegang tot hulpbronnen, deel ik de zorgen omdat het mogelijk is dat een opstapeling van kleine verschillen bijdraagt aan een minder goede doorstroming van vrouwen. Zoals ik beschrijf in de Wetenschapsbrief, zie ik de Nederlandse wetenschap als kweekvijver en haven voor talent. Dit betekent onder andere dat iedereen die een loopbaan in de wetenschap ambieert een gelijke kans moet hebben zich te ontwikkelen, ontplooien en zijn of haar vak als wetenschapper uit te uitvoeren.
    Ik zie het als opdracht aan de universiteiten (als werkgever) om te sturen op het gelijktrekken van de verschillen. Het is aannemelijk dat de verschillen onbewust tot stand komen. Bewustwording van hoe onbewuste vooroordelen een rol spelen bij beslissingen helpt om objectiever te waarderen en belonen. In de Wetenschapsbrief kondigde ik al enkele acties aan om diversiteit en inclusie in de wetenschap te bevorderen. Zo zal het nationaal actieplan dat wordt opgesteld na de Europese Gender Summit dit najaar, concrete maatregelen aandragen voor het oplossen van ongelijkheidsvraagstukken als deze.
    Het huidige debat over waarderen en belonen van wetenschappers biedt ook perspectieven om de (verborgen) verschillen in de invulling en omstandigheden van werk en arbeidsvoorwaarden te veranderen. Binnen de VSNU en NWO wordt hard gewerkt aan een kentering op het gebied van waarderen en belonen. Wetenschappers worden nu te veel beoordeeld op het aantal publicaties, de hoogte van de impactfactor en het aantal binnengehaalde beurzen. Deze manier van waarderen van belonen sluit onvoldoende aan bij de maatschappelijke opgaven: zowel het realiseren van uitstekend wetenschappelijk onderzoek, als ook het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig academisch onderwijs en het overdragen van kennis ten behoeve van de samenleving. Ik ondersteun deze verandering op het gebied van waarderen en belonen van wetenschappers van harte.

  • Vraag 3
    Deelt u de aanname van onderzoekers Van Veelen en Derks dat de aangehaalde momenteel relatief kleine sekseverschillen op termijn tot grote verschillen kunnen leiden? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om deze verschillen te verkleinen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Bent u bereid in kaart te brengen of vrouwelijke wetenschappers daadwerkelijk minder onderzoeksmiddelen, reisbudget en assistentie hebben dan hun mannelijke collega’s?

    Het LNVH-onderzoek «Verborgen beloningsverschillen in de wetenschap» is grootschalig opgezet en biedt voldoende inzicht in de situatie van de verdeling van onderzoeks- en onderwijstijd. Ik acht verder onderzoek op dit moment niet nodig. Wel hecht ik waarde aan de acties die staan onder antwoord 2.

  • Vraag 5
    Klopt het dat vrouwelijke wetenschappers 3 procent minder kans hebben op een eigen kantoor? Zo ja, wat is hiervoor volgens u de verklaring?

    Ja, het klopt dat dat een van de uitkomsten van het rapport is. Dit is een klein, maar significant verschil. Zoals de opstellers van het LNVH-rapport al aangeven is het één van de vele «kleine, maar significante verschillen» die gezamenlijk maken dat er ongelijkheidssituaties ontstaan. Verklaringen hiervoor worden in het rapport niet gegeven.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z05550
Volledige titel: De verschillen in onderzoekstijd tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers met kinderen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2577
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over de verschillen in onderzoekstijd tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers met kinderen