Kamervraag 2019Z00511

Het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven

Ingediend 16 januari 2019
Beantwoord 13 februari 2019 (na 28 dagen)
Indiener William Moorlag (PvdA)
Beantwoord door Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z00511.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1539.html
1. Dagblad van het Noorden, 12 januari 2019 (editie Groningen), pagina 17.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht in het Dagblad van het Noorden, waarin aandacht wordt besteed aan het tekort aan capaciteit voor zonneparken?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting dat het ongewenst is voor de energietransitie dat de ontwikkeling en aansluiting van duurzame energie-initiatieven stagneert door gebrek aan aansluitcapaciteit? Zo nee, waarom niet?

    Nederland moet zijn energievoorziening verduurzamen en netbeheerders hebben de wettelijke taak om de toegenomen elektriciteitsproductie te faciliteren. Door het succes van de SDE+-regeling en de daling van de kostprijs van met name zonne-energieprojecten in de afgelopen jaren is de druk op de inpassing van projecten op het elektriciteitsnet in dunbevolkte gebieden een uitdaging geworden. Juist in deze dun bevolkte gebieden is het net vanwege weinig afname niet uitgelegd op grootschalige decentrale productie. Het verzwaren van het net kost daarom enige tijd. Dit kan de ontwikkeling en groei van energieopwekking belemmeren.

  • Vraag 3
    Ziet u mogelijkheden en bent u bereid zich in te spannen om de belemmeringen die aansluiting van duurzame energie-initiatieven in de weg staan weg te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u, welke inspanningen bent u bereid te leveren en welke resultaten mogen daar wanneer van worden verwacht?

    De inzet van mijn beleid is erop gericht dat iedereen aangesloten kan worden op het net. Investeringen in het elektriciteitsnet moeten ook noodzakelijk en efficiënt zijn, wij betalen als burgers immers allemaal mee aan de elektriciteitsnetten. Het verzwaren van het net kost enige tijd; zo moet ruimte worden gevonden voor stations, is er tijd nodig om een goede inspraak van onder andere burgers te organiseren en moeten nieuwe kabels getrokken worden. Oplossingen liggen op twee vlakken: ten eerste het tijdig investeren en uitbreiden van het elektriciteitsnet en ten tweede een locatiecheck in de gebieden. In het ontwerp-Klimaatakkoord zijn over beide zaken suggesties opgenomen. Ik onderzoek met ACM en de netbeheerders welke oplossing passend is voor tijdig investeren en of de regelgeving daarvoor gewijzigd moet worden.
    Anderzijds krijgen de netbeheerders een adviserende rol bij het opstellen van de Regionale Energie Strategieën (RES). Daar wordt door middel van locatiechecks ingezet op het zo slim mogelijk koppelen van decentrale productie en beschikbaarheid op het net.
    Ik ben ook samen met de netbeheerders, decentrale overheden, ACM en andere betrokkenen aan het bezien welke overige maatregelen eerder dan via wijziging van wet- en regelgeving en de RES soelaas kunnen bieden.
    Daarnaast is er reeds intensief overleg tussen RVO.nl en de netbeheerders over de impact van de subsidieverleningen vanuit de SDE+-verleningen.

  • Vraag 4
    Deelt u de opvatting dat – gegeven het feit dat huishoudens en kleine ondernemers onevenredig veel belastingen en opslagen bijdragen aan het vullen van de subsidiepotten voor duurzame energie – het ongewenst is dat het overgrote deel van de capaciteit wordt geclaimd en wordt toegekend aan grote commerciële ontwikkelaars van zonne- en windparken? Zo nee, waarom niet?

    De SDE+-regeling is een techniekneutrale subsidieregeling waarvan het beschikbare budget zo kosteneffectief mogelijk wordt verdeeld en bijdraagt aan maatschappelijke doelstellingen van hernieuwbare energie. Tussen het type aanvrager wordt geen onderscheid gemaakt. Daarnaast dient de discussie over de grondslag van de ODE, namelijk de huidige 50%-50% verdeling tussen burgers en bedrijven, los te worden gezien van een kosteneffectieve besteding van het beschikbare SDE+-budget. Recent heb ik in een brief aan uw Kamer een korte- en een langetermijnverkenning van de huidige lastenverdeling van de ODE aangekondigd, Kamerstuk 35 004, nr. 18.

  • Vraag 5
    Deelt u de opvatting dat het gewenst is om eerst zo veel mogelijk daken en overruimtes nabij woningen en bedrijven voor zonnepanelen te benutten in plaats van agrarische grond? Zo nee, waarom niet?

    In het kabinetsperspectief NOVI (Kamerstuk 34 682, nr. 6) heeft het kabinet aangegeven dat de voorkeur uitgaat naar zon op daken of zonneweides in landelijk gebied met lage landschappelijke, ecologische of landbouwkundige waarde. In dit licht wijs ik tevens op de aangenomen motie Dik-Faber (Kamerstuk 32 813, nr. 204). Met deze motie wordt de regering opgeroepen primair onbenutte daken en terreinen zoveel mogelijk te benutten en landbouw en natuur zoveel mogelijk te ontzien en hiervoor een zonneladder op te stellen die als nationaal afwegingskader kan worden benut. In het kader van deze motie werkt het kabinet een aanpak uit waar ook de netbeheerders bij worden betrokken.

  • Vraag 6
    Bent u bereid, naar analogie van het principe «groen voor grijs» dat wordt toegepast in het congestiemanagement van het elektriciteitsnetwerk, te bevorderen en te regelen dat kleinschalige zonne-energieprojecten van particulieren, waar dakoppervlakte en overruimtes nabij woningen en bedrijven worden benut, voorrang krijgen bij de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk boven grootschalige initiatieven van commerciële ontwikkelaars die agrarische grond benutten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn gaat u dit bevorderen en regelen?

    Netbeheerders mogen nu geen onderscheid maken tussen aanvragers, zij mogen niet discrimineren, conform artikel 23, tweede lid, Elektriciteitswet 1998. Mijn inspanningen en die van de netbeheerders zijn er dan ook op gericht dat iedereen kan worden aangesloten op het net. Daarnaast zal het lastig zijn om maatschappelijke initiatieven waaraan in mediaberichten wordt gerefereerd te definiëren.

  • Mededeling - 23 januari 2019

    Op 8 januari heb ik van het lid Sienot (D66) vragen gekregen over het bericht «Plannen voor zonne-energie smelten als sneeuw voor de zon omdat het net volstroomt» (kenmerk 2019Z00123), op 10 januari van het lid Moorlag (PvdA) over de berichten «Waarschuwing: geen nieuwe zonneparken, het net kan het niet aan» en «Groot probleem: voetbalclub wil zonnepanelen maar krijgt deksel op neus» (kenmerk 2019Z00193), op 16 januari van het lid Moorlag (PvdA) aan over het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven (kenmerk 2019Z00511), op 16 januari van het lid Van der Lee (GroenLinks) over het artikel «Tekort aan stroomkabels voor grote hoeveelheid zonne-energie» (kenmerk 2019Z00512) en op 18 januari van de leden Agnes Mulder en Geurts over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten in Drenthe, Groningen en Overijssel (kenmerk 2019Z00765). Ik kan deze sets vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoorden, omdat nadere afstemming nodig is. Ik zal u de beantwoording doen toekomen voor het op 13 februari geplande Algemeen Overleg Klimaat en Energie.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z00511
Volledige titel: Het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-1539
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven