Kamervraag 2018Z16176

Het bericht ‘Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar’

Ingediend 17 september 2018
Beantwoord 1 november 2018 (na 45 dagen)
Indiener Hayke Veldman (VVD)
Beantwoord door Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU)
Onderwerpen gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16176.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-488.html
1. de Volkskrant, Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar, 14 september 2018.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving «Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt de berichtgeving dat de rijksoverheid al in september 2016 op de hoogte was van een sterke stijging van het aantal ziektegevallen door meningokokken-type W? Zo ja, kunt u uitleggen waarom er pas een jaar later besluiten genomen zijn over vaccineren?

    De rijksoverheid was in september 2016 op de hoogte van een stijging van het aantal ziektegevallen door meningokokken type W. De aantallen waar het hier over gaat, waren nog erg klein en namen de ene maand toe, maar een volgende maand weer af. De meningokokkenbacterie is onvoorspelbaar en het was daarom ook onduidelijk of deze groei wel of niet door zou zetten. In andere landen (bijvoorbeeld Duitsland, België en Frankrijk) werd de bacterie ook gevonden, maar is tot op heden geen sprake van een vergelijkbare toename. De gevallen van meningokokken W-ziekte waren daarnaast verspreid over vrijwel alle leeftijdsgroepen waardoor het onduidelijk was wat de beste vaccinatiestrategie zou moeten zijn. In de zomer van 2017 werd steeds meer duidelijk dat de toename van meningokokken W zou doorzetten. Dit is de reden dat een jaar na het signaleren van de eerste ziektegevallen besloten is tot het nemen van maatregelen.
    Hieronder is een tijdlijn opgenomen (figuur 1) met hierin het aantal gevallen van meningokokken W-ziekte per maand en de overleggen/besluiten die plaatsvonden bij zowel RIVM als VWS.
    Het Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) van het RIVM beoordeelt risico’s van uitbraken op lokaal/regionaal, landelijk en internationaal niveau. Hiervoor worden verschillende niveaus van opschaling gebruikt: het signaleringsoverleg (wekelijkse nieuwsbrief voor professionals over relevante signalen), een afstemmingsoverleg (wanneer afstemming tussen verschillende centra binnen het RIVM vereist is om een risico te duiden), het responsteam (wanneer er bijvoorbeeld een advies over aanvullende maatregelen nodig is, dan wel coördinatie van de maatregelen beschreven in richtlijnen, in samenwerking met het veld). Wanneer een uitbraak tot een landelijke dreiging of crisis kan leiden en er specifieke vraagstellingen zijn met betrekking tot het bestrijdingsbeleid, kan de directeur van het CIb het Outbreak Management Team (OMT) of een Deskundigenberaad met daarin ook externe deskundigen bijeen roepen. De directeur stelt een OMT of Deskundigenberaad samen om tijdig een inhoudelijk advies op te stellen voor de Minister (of Staatssecretaris) om maatregelen te nemen bij (dreigende) uitbraken. In het door VWS gecoördineerde Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) wordt het advies beoordeeld op bestuurlijke aspecten en uitvoerbaarheid. Het BAO legt uiteindelijk een advies voor aan de verantwoordelijke bewindspersoon bij VWS, die een besluit neemt over de maatregelen.
    Op 25 september 2017 is de Kamer geïnformeerd over de toename van meningokokken W en de maatregelen die zijn genomen. De adviezen van OMT en BAO zijn bijgevoegd (Kamerstuk 32 793, nr. 279). Op 26 april 2018 is de Kamer nader geïnformeerd over de uitvoering van deze maatregelen (Kamerstuk 32 793, nr. 299). Op 16 juli 2018 is de Kamer geïnformeerd over de uitbreiding van de eerder genomen maatregelen. Ook hierbij zijn de adviezen van OMT en BAO bijgevoegd (Kamerstuk 32 793, nr. 322).

  • Vraag 3
    Welke risicoanalyses zijn er na de melding uit september 2016 gemaakt en wat heeft u daarmee gedaan?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Welk afwegingskader wordt gehanteerd na meldingen over mogelijke uitbraak van infectieziekten zoals meningokokken?

    Zoals in antwoord 2 en 3 beschreven, vindt overleg en signalering plaats op verschillende niveaus waarbij deskundigen onder leiding van het RIVM tot een advies komen, waarna door het Ministerie van VWS de beleidsafweging wordt gemaakt. Er is dus geen sprake van één afwegingskader. Wanneer er een outbreak managementteam door RIVM wordt gehouden met deskundigen, wordt doorgaans eerst het feitelijke beeld besproken. Hierbij kan gedacht worden aan wat bekend is over de epidemiologische situatie, het verwachte effect van vaccinatie van verschillende cohorten en de beschikbaarheid van vaccin. Verder wordt een duiding gegeven aan de ontwikkelingen en vindt er discussie plaats over interventiemogelijkheden. Ook wordt nagedacht over publiciteit en communicatie.
    In een bestuurlijk afstemmingsoverleg dat hierop kan volgen, worden de geadviseerde maatregelen op bestuurlijk niveau getoetst op wenselijkheid en haalbaarheid. Vaste leden van het bestuurlijk afstemmingsoverleg zijn de IGJ, de VNG en GGD-GHOR Nederland. Voor het BAO over meningokokken W waren ook de bestuurders van ActiZ, de jeugd- en kinderartsen en de Meningitis stichting uitgenodigd.

  • Vraag 5
    In welke mate wordt de productiecapaciteit van vaccinproducenten meegenomen in het afwegingskader?

    Via een marktconsultatie wordt de beschikbaarheid van het vaccin voor zover mogelijk in beeld gebracht. De beschikbaarheid van het vaccin wordt meegenomen op het moment dat afgewogen wordt welke maatregelen getroffen kunnen worden om een uitbraak te bestrijden.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat verschillende medewerkers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) elkaar tegen lijken te spreken als het gaat om de risico’s van meningokokken-type W en de mogelijke uitbraak in Nederland? Hoe kan dit worden verklaard?

    Nee, die mening deel ik niet. De adviezen zoals mijn ambtsvoorganger in juni 2017 en ik in juli 2018 van RIVM hebben ontvangen zijn eenduidig. Zoals ook in eerdere antwoorden aangegeven zijn aan deze adviezen verschillende overlegmomenten op verschillende niveaus vooraf gegaan, waarbij de ernst en ontwikkeling van de toename van meningokokken W is besproken.

  • Vraag 7
    Wat heeft het RIVM gedaan tussen de melding van GlaxoSmithKline (GSK), de uitbraak in het Verenigd Koninkrijk en het besluit in september 2017?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 8
    Kunt u een indicatie geven van de termijn waarop voldoende vaccins beschikbaar zullen zijn?

    Er is voldoende vaccin beschikbaar om eind 2019 de geboortecohorten 2001 t/m 2005 volledig te hebben gevaccineerd.

  • Vraag 9
    Welke afspraken zijn hierover inmiddels gemaakt met de producenten?

    Recent is de aanbestedingsprocedure afgerond en is het contract getekend voor de vaccins voor de campagne zoals die volgend jaar uitgevoerd wordt, waarbij jongeren opgeroepen worden die geboren zijn na 1 januari 2001 en voor mei 2004 en iedereen geboren in 2005.

  • Vraag 10
    Welke maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat er in de toekomst wel voldoende vaccins beschikbaar zijn bij uitbraak van een ernstige infectieziekte?

    Een belangrijk kenmerk van uitbraken van infectieziekten is dat niet goed te voorspellen is wanneer en in welke omvang ze optreden en door welke ziekteverwekker ze worden veroorzaakt. De overheid heeft verantwoordelijkheid om bij een uitbraak snel te acteren en zorgvuldig aan te besteden. Om die reden bestaat er een wettelijk vastgelegde adviesstructuur met OMT/BAO om snel te kunnen reageren zodra een uitbraak zich voordoet.
    Ontwikkeling van vaccins, die doorgaans beperkt houdbaar zijn, is aan de markt. De productie kent een lange doorlooptijd, die kan oplopen tot een jaar. De overheid heeft geen invloed op de daadwerkelijke productie van fabrikanten, anders dan via inkopen.

  • Vraag 11
    Heeft, zoals het artikel doet vermoeden, de kritiek naar aanleiding van het op te grote schaal inkopen van vaccins tegen de Mexicaanse griep in 2009, invloed gehad op de besluitvorming?

    De kritiek naar aanleiding van de inkoop van vaccins tegen de Mexicaanse griep in 2009, heeft geen enkele invloed gehad op de besluitvorming.

  • Mededeling - 9 oktober 2018

    De vragen van de Kamerleden Veldman (VVD) over het bericht «Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar» (2018Z16176), Kuik (CDA) over de snelheid van reageren op een levensgevaarlijke uitbraak van een infectieziekte (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 191) en van Van Gerwen (SP) over de berichtgeving dat de overheid in 2016 al wist van een mogelijke uitbraak van meningokokkenziekte (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 190), kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is de noodzakelijke afstemming op inhoud met het RIVM en de onderlinge samenhang tussen deze sets van Kamervragen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z16176
Volledige titel: Het bericht ‘Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-488
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Veldman over het bericht 'Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar'