Kamervraag 2017Z10105

Vrouwen in blijf-van-mijn-lijfhuizen die verstrikt raken in bureaucratische regelgeving

Ingediend 7 juli 2017
Beantwoord 17 juli 2017 (na 10 dagen)
Indieners Henk Nijboer (PvdA), Kirsten van den Hul (PvdA)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10105.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2355.html
  • Vraag 1
    Heeft u begrip ervoor dat vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld bij binnenkomst in een blijf-van-mijn-lijfhuis niet in staat zijn om alle formulieren die zij bij binnenkomst moeten ondertekenen goed te doorgronden?1

    Het rapport «Vrouwen in de knel. Een onderzoek naar de knelpunten in de vrouwenopvang» van de Nationale ombudsman heb ik op 6 juli 2017 ontvangen. Ik ben de Nationale ombudsman erkentelijk voor het onderzoek en de aanbevelingen. Vrouwen die moeten vluchten naar de vrouwenopvang moeten kunnen rekenen op een veilige plek. Het is immers zeer ingrijpend om alles achter je te laten. Zeker als hierbij ook kinderen zijn betrokken. Het rapport van de Nationale ombudsman biedt belangrijke aanknopingspunten voor verdere verbetering. Ik zal in overleg met onder meer mijn collega van SZW, de VNG en de Federatie Opvang een beleidsreactie opstellen. In de voortgangsrapportage Geweld in Afhankelijkheidsrelaties (GIA) zal ik u deze doen toekomen.
    Ik ga daarbij tevens in op het rapport «Moeder en kind verlaten de vrouwenopvang: (wie) is dat een zorg?» (mei 2017) van het Toezicht Sociaal Domein / Samenwerkend Toezicht Jeugd2, om zo een samenhangende beleidsreactie te kunnen geven.

  • Vraag 2
    Ziet u mogelijkheden om te voorkómen dat vrouwen soms de handtekening of medewerking nodig hebben van hun partner voor wie ze net uit het huis zijn gevlucht, om hulp te krijgen voor hun kinderen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Valt het beter mogelijk te maken dat vrouwen een «briefadres» van de gemeente of de opvang kunnen gebruiken om in aanmerking te komen voor bijstand, zodat zij daarbij niet het adres van hun partner hoeven op te geven?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Valt te voorkómen dat sociale diensten ten onrechte de kostendelersnorm toepassen omdat de vrouw staat ingeschreven op een adres waar ook anderen staan ingeschreven?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Ziet u mogelijkheden om beter te regelen dat gemeenten de betrokken vrouwen bij hun zoektocht naar een woning een urgentieverklaring verstrekken?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 6
    Kunt u regelen dat voor iedereen die zich in zo'n situatie bevindt, het wettelijk recht op een onafhankelijke cliëntondersteuner overal wordt waargemaakt en dat deze cliëntondersteuner ook de problemen die de Nationale ombudsman signaleert effectief aanpakt? Zo ja, wat gaat u daartoe ondernemen? Zo neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z10105
Volledige titel: Vrouwen in blijf-van-mijn-lijfhuizen die verstrikt raken in bureaucratische regelgeving
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2355
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Nijboer over vrouwen in blijf-van-mijn-lijfhuizen die verstrikt raken in bureaucratische regelgeving