Kamervraag 2017Z09212

Een pilot naar het besparingspotentieel bij een lagere minimumtemperatuur voor tapwater

Ingediend 28 juni 2017
Beantwoord 21 augustus 2017 (na 54 dagen)
Indiener Cem Laçin (SP)
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen natuur en milieu water
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z09212.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2499.html
1. Kamerstuk 33 750 J, nr. 17.
2. Kamerstuk 33 750 J, nr. 15.
3. AO water 24 augustus 2016: De SP vroeg verder om bevordering van energiebesparing bij warm tapwater en om te bezien of dat kan worden opgenomen in SDE-+. Ik ben zeker bereid, dit op te nemen met mijn collega van EZ.
4. Bouwbedrijf Volkerwessels, ABB, Direct Current, Van Mierlo Ingenieursbureau, Enervalis, Openremote, Stam+ de Koning Bouw, SDK vastgoed en Homij Technische installaties
5. Energeia, 24 mei 2017, Eindhoven krijgt NOM-woningen op gelijkstroom
  • Vraag 1
    Staat u nog steeds achter uw brief van 20 januari 2014 en de stelling dat er door gebruik van alternatieve technieken bij naar schatting 600.000 collectieve leidingwaterinstallaties een aanzienlijk warmtebesparingspotentieel op nationaal niveau te behalen is?1

    In betreffende brief (Kamerstuk 33 750 J, nr. 17) heb ik aangegeven dat bepaalde alternatieve technieken voor legionellapreventie (ultrafiltratie, UV-licht, pasteurisatie, en UV-licht in combinatie met titaniumoxide ofwel AOT) in principe in alle – naar schatting 600.000 – collectieve leidingwaterinstallaties zouden kunnen worden geplaatst, zoals kantoren, scholen, fabrieken kazernes en appartementencomplexen.
    Ik ben nog steeds van mening dat op nationaal niveau het mogelijke warmtebesparingspotentieel van deze technieken aanzienlijk is.

  • Vraag 2
    Op welke wijze zijn de naar aanleiding van de motie-Smaling en in de brief genoemde pilots met de technieken ultrafiltratie, uv-licht, pasteurisatie en/of AOT sinds 2014 onder de aandacht van leveranciers gebracht en met welk resultaat?2

    Vanuit mijn departement zijn destijds alle bekende leveranciers en de branche-organisatie (AquaNederland, nu EnvAqua) per e-mail benaderd teneinde mijn brief van 20 januari 2014 onder hun aandacht te brengen. Naar aanleiding daarvan zijn er vanuit de leveranciers geen voorstellen ontvangen voor het uitvoeren van pilots.

  • Vraag 3
    Op welke wijze is door uw ministerie op collegiale wijze bij andere ministeries gewezen op de mogelijkheid van dergelijke pilots?

    Zoals vermeld in mijn brief van 20 januari 2014 zijn de leveranciers benaderd. Omdat er bij de leveranciers, die bij de uitvoering van eventuele pilots een sleutelrol spelen, geen interesse bleek te zijn is er door het Rijk verder geen actie ondernomen.

  • Vraag 4
    Is er bij besprekingen en/of bij de aankondiging/behandeling van wetten op het gebied van wonen (bijvoorbeeld aanpassingen van het Bouwbesluit) of energie (bijvoorbeeld aanpassingen in het kader van energiebesparing) door u gewezen op de pilots?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Wat is de uitkomst van het gesprek dat gevoerd is met de Minister van Economische Zaken over de pilot verlaging warm tapwater, anders dan dat het niet opgenomen kon worden in de SDE+?3

    Vanuit mijn departement is naar aanleiding van het AO Water op 24 augustus 2016 contact opgenomen met RVO.nl, die verantwoordelijk is voor de subsidieverlening bij energie-gerelateerde projecten. Daarbij werd geconstateerd dat een subsidie vanuit SDE+ niet mogelijk was, maar dat er in principe wel andere subsidiemogelijkheden zijn, zoals vanuit de VAMIL-regeling.
    Daartoe is vereist dat een leverancier zijn systeem voordraagt voor opname op de lijst. Vanuit mijn departement is dit bij de branche-organisatie EnvAqua onder de aandacht gebracht, die vervolgens hun leden (leveranciers) op de hoogte heeft gesteld.

  • Vraag 6
    Bent u bekend met het experiment in appartementencomplex Blok 61, in de Eindhovense wijk Strijp S, waarbij een groot aantal bedrijven4 samenwerkt aan het voorzien van appartementen van een breed scala aan apparatuur die de woningen comfortabeler moet maken?5

    Ja, ik ben bekend met het genoemde experiment. Uiteraard zou in het kader daarvan een pilot uitgevoerd kunnen worden. Ook hier geldt dat het essentieel is dat een leverancier dit op wil pakken, de kosten van die pilot draagt, en – indien subsidiëring vanuit de rijksoverheid mogelijk is – initiatieven neemt om te zorgen dat zijn techniek op bijvoorbeeld de VAMIL-lijst geplaatst wordt.

  • Vraag 7
    Zou een pilot als genoemd onder vraag 2 hier aansluiting bij kunnen vinden? Bent u bereid genoemde pilots onder de aandacht te brengen bij dergelijke proeftuinen, waarbij subsidie van de rijksoverheid wordt geheven? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Mededeling - 17 juli 2017

    Op 28 juni ontving ik vragen die gesteld zijn door het lid Lacin (SP) over een pilot naar het besparingspotentieel bij een lagere minimumtemperatuur voor tapwater. Tot mijn spijt kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor uitstel is dat het enige tijd vraagt om de benodigde informatie te verzamelen. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z09212
Volledige titel: Een pilot naar het besparingspotentieel bij een lagere minimumtemperatuur voor tapwater
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2499
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Laçin over een pilot naar het besparingspotentieel bij een lagere minimumtemperatuur voor tapwater