Kamervraag 2017Z06705

De berichten 'Pensioenfondsen oneerlijk' en 'DNB: Rendement pensioenfondsen te laag om te herstellen'

Ingediend 22 mei 2017
Beantwoord 11 juli 2017 (na 50 dagen)
Indieners Léon de Jong (PVV), Teun van Dijck (PVV)
Beantwoord door Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen ouderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z06705.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2739.html
1. Telegraaf, 19 mei 2017
2. FD, 19 mei 2017
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de berichten «Pensioenfondsen oneerlijk»1 en «DNB: Rendement pensioenfondsen te laag om te herstellen»?2

    Ja

  • Vraag 2
    Hoe is het mogelijk dat, terwijl de Nederlandse pensioenfondsen te maken hebben met een een buffer van 1400 miljard euro, De Nederlandse Bank met een waarschuwing komt voor mogelijke pensioenkortingen voor miljoenen Nederlanders?

    Het Nederlandse stelsel van aanvullende pensioenen is gebaseerd op kapitaaldekking. Dat wil zeggen dat er geld wordt gespaard voor de toekomstige pensioenuitkeringen. De Nederlandse pensioenfondsen beschikken momenteel over ruim € 1.300 miljard aan gespaard vermogen. Tegenover dat gespaarde vermogen staan echter toezeggingen aan de deelnemers van ongeveer dezelfde orde van grootte. De gemiddelde actuele dekkingsgraad bedroeg eind april circa 105%. Dit is ruim onder het vereist eigen vermogen (vev) waar fondsen aan moeten voldoen (gemiddeld 130%). Fondsen beschikken daarmee over onvoldoende buffers om de toezegging ook werkelijk met een hoge mate van zekerheid waar te kunnen maken.
    Ten opzichte van een jaar geleden zijn de dekkingsgraden aanzienlijk verbeterd. Bij de huidige dekkingsgraden is de kans beperkt dat er volgend jaar fondsen zullen moeten korten. Tegelijkertijd blijft de financiële situatie van de fondsen kritiek. Indien een pensioenfonds vijf jaar achtereen een dekkingsgraad heeft onder het minimum vereist eigen vermogen (mvev, circa 105%), dan dient het maatregelen te nemen waardoor de dekkingsgraad in één keer wordt teruggebracht op het niveau van het minimum vereist vermogen. Voor zover het daarbij gaat om een korting, mag deze worden uitgesmeerd over maximaal tien jaar. Als de financiële positie van de fondsen de komende jaren niet verbeterd is de kans reëel dat een deel van de fondsen in 2020 een korting moet doorvoeren. Op dat risico wijst DNB.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat door het hanteren van onnodig lage rekenrentes een onrealistisch en onterecht minder positief beeld ontstaat van de dekkingsgraden van pensioenfondsen? Zo ja, bent u dan bereid om de rekenrente naar de oude realistische systematiek van voor 2007 terug brengen? Zo neen, waarom niet?

    Nee, die mening deel ik niet. De rente in ontwikkelde economieën is sinds de jaren »80 trendmatig gedaald. Dit hangt ondermeer samen met de afname van de inflatie en van de economische groei en met veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking. De rente is op dit moment op een historisch laag niveau. Die lage rente is een reëel en internationaal fenomeen, waar pensioenuitvoerders wereldwijd mee worden geconfronteerd. Een lage rente maakt het opbouwen van een pensioen duurder.
    Het verhogen van de rekenrente heeft als gevolg dat een deel van het pensioenvermogen dat nu is gereserveerd voor de financiering van het toekomstige pensioen van jongeren, op de korte termijn gebruikt kan worden voor de indexatie van het pensioen. Dat komt met name ten goede aan oudere deelnemers. Als de werkelijke rente echter niet op korte termijn stijgt tot boven de gekozen rekenrente, resulteert er een tekort voor toekomstige gepensioneerden.
    Het verhogen van de rekenrente zorgt er voor dat er meer geld wordt uitgekeerd, terwijl de werkelijke financiële positie van de pensioenfondsen niet verbetert. Het is daarom onverstandig om de rekenrente te verhogen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat dit soort berichtgeving van De Nederlandse Bank voor onnodige onrust zorgt? Deelt u de mening dat de toezichthouder zich in dit soort gevallen zou moeten beperken tot de communicatie richting de pensioenfondsen en dat het vervolgens de taak van de pensioenfondsen is om te communiceren met hun deelnemers?

    Het is de taak van de toezichthouder om pensioenfondsen te wijzen op hun verantwoordelijkheden en te wijzen op de risico’s voor de pensioensector als geheel.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het korten op pensioenen absoluut niet aan de orde zou moeten zijn? Zo ja, bent u bereid u hiertegen te verzetten en alles in het werk te stellen pensioenkortingen te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

    Het verlagen van pensioenaanspraken is een pijnlijke aangelegenheid voor de deelnemers. Mede daarom stelt de Pensioenwet dat kortingen een ultimum remedium zijn. Het nieuwe financieel toetsingskader dat per 1 januari 2015 in werking is getreden, biedt fondsen de ruimte om financiële schokken binnen tien jaar op te vangen. Indien het naar verwachting niet mogelijk is om een tekort in tien jaar weg te werken, dient een korting te worden doorgevoerd. Doordat deze kortingen over een periode van maximaal tien jaar kunnen worden uitgesmeerd en voorwaardelijk zijn, blijft de hoogte van eventuele kortingen beperkt. Ik ben van mening dat het financieel toetsingskader hiermee een goed evenwicht biedt tussen een stabiele pensioenuitkering en de financiële houdbaarheid van de pensioenregeling.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z06705
Volledige titel: De berichten 'Pensioenfondsen oneerlijk' en 'DNB: Rendement pensioenfondsen te laag om te herstellen'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2739
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden De Jong en Van Dijck over de berichten 'Pensioenfondsen oneerlijk' en 'DNB: Rendement pensioenfondsen te laag om te herstellen'