Kamervraag 2017Z03727

Korting van het pensioenfonds Caribisch Nederland

Ingediend 15 maart 2017
Beantwoord 4 april 2017 (na 20 dagen)
Indieners John Kerstens (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA), Roelof van Laar (PvdA)
Beantwoord door Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen ouderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03727.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1554.html
1. Antilliaans Dagblad, 4 maart 2017
  • Vraag 1
    Ken u het bericht «Liever normen DNB dan CBCS»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte van de voorgenomen korting op de pensioenen van het pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN) van 3 1/2% per 1 april aanstaande en daarbovenop van 12% per 2018 als gevolg van het invoeren van het toezicht en de dekkingsregels van de Nederlandse Bank (DNB)?

    Wij zijn bekend met de voorgenomen korting van 3,5% per 1 april a.s. Of in de loop van 2018 nadere kortingen noodzakelijk zijn, hangt af van de ontwikkeling van de dekkingsgraad.

  • Vraag 3
    Klopt het voorts dat behalve strengere eisen aan de dekkingsgraad ook de termijn waarbinnen de dekkingsgraad op niveau moet worden gebracht als gevolg van dit gewijzigde toezicht is teruggebracht van 10 naar 3 jaar?

    Het vervangen van het korte- en langetermijnherstelplan voor één herstelplan waarvoor een voortrollende termijn van 10 jaar geldt, komt uit het Nieuw Financieel Toezichtskader (nFTK), dat geldt voor het Europees deel van Nederland. Voor Caribisch Nederland geldt het oude ftk, waarbij de periode voor het kortetermijnherstelplan onlangs met twee jaar is verlengd van drie tot vijf jaar. Bij overstap op het nFTK zou PCN ook dienen te voldoen aan andere (zwaardere) eisen uit het nFTK, zoals een hoger vereist eigen vermogen en daarnaast de eis dat als de dekkingsgraad 5 jaar onder het minimaal vereist vermogen (ca. 105% dekkingsgraad) heeft gelegen onvoorwaardelijke kortingen moeten worden doorgevoerd. Kortom: voor een goede vergelijking dienen alle toetsingscriteria in ogenschouw te worden genomen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat een dergelijke grote korting er stevig inhakt bij vele gepensioneerden in Caribisch Nederland, onder meer omdat de AOV/AOW in dit deel van Nederland onvoldoende is om van te kunnen leven?

    Deze problematiek in Caribisch Nederland is bekend bij het kabinet en de bestuurscolleges. Tijdens recente werkconferenties is er van de zijde van Bonaire en Saba aandacht gevraagd voor onder meer alleenstaande AOV-gerechtigden. Zoals aangegeven in de brief van 3 maart 20172 zullen het Ministerie van SZW en de bestuurscolleges zich inzetten om te komen tot passende voorzieningen voor specifieke groepen. Maatwerk is nodig om deze groepen goed te bereiken. Deze voorzieningen staan, net als in het Europees deel van Nederland, los van de pensioenaanspraken die in de tweede pijler worden opgebouwd.

  • Vraag 5
    Welke rol is Nederland bereid op zich te nemen om de directe financiële problemen voor gepensioneerden in Caribisch Nederland op te lossen of te verzachten?

    Het kabinet is als werkgever één van de sociale partners, en is vanuit die rol betrokken bij de gesprekken over de financiële situatie van PCN.

  • Vraag 6
    Is het PCN in 2010 onvoldoende gekapitaliseerd en zo ja, waar ligt dat aan? Zo nee, hoe is dan het huidige tekort te verklaren in de wetenschap dat de rendementen van PCN relatief goed zijn?

    De zaak is nu aanhangig bij de rechter, want er is een dagvaarding uitgebracht door PCN tegen de Staat. Ik kan daarom geen inhoudelijke reactie geven op deze vraag.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z03727
Volledige titel: Korting van het pensioenfonds Caribisch Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1554
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Recourt, Van Laar en Kerstens over korting van het pensioenfonds Caribisch Nederland