Kamervraag 2016Z24738

Leerrechten van vluchtelingenkinderen en het terugdringen van thuiszitters.

Ingediend 22 december 2016
Beantwoord 23 januari 2017 (na 32 dagen)
Indiener Norbert Klein (Klein)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z24738.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-998.html
1. Deze vragen zijn deels gesteld maar niet beantwoord tijdens het Algemeen overleg Passend onderwijs op 15 december 2016
2. Kamerstuk 31 497 nr. 221, p 18.
  • Vraag 1
    Klopt het dat vluchtelingenkinderen «leerrecht» hebben? Wat betekent «leerrecht» precies?1

    Voor alle kinderen van 5 tot 18 jaar die in Nederland wonen, geldt dezelfde wet- en regelgeving op het gebied van leer- en kwalificatieplicht, dus ook voor asielzoekerskinderen van deze leeftijd. De toelating tot het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is niet verbonden aan het rechtmatig verblijf in Nederland. Ook minderjarige asielzoekers zonder status hebben recht op onderwijs. In de Europese Richtlijn staat dat asielzoekerskinderen na indiening van de asielaanvraag binnen drie maanden toegang moeten hebben tot onderwijs.
    Ouders en verzorgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor het naar school laten gaan van het leerplichtige asielzoekerskind. Zij worden hierbij waar mogelijk ondersteund. Vaak is er een dependance van een basisschool aanwezig op de AZC locatie. Als er op het AZC geen onderwijslocatie is, gaan de kinderen naar een basisschool in de buurt. Voor kinderen op een AZC die naar het voortgezet onderwijs gaan, verzorgt COA bijvoorbeeld het vervoer naar de onderwijslocatie.

  • Vraag 2
    Kan u aangeven hoeveel vluchtelingenkinderen momenteel geen onderwijs in Nederland krijgen, casu quo langer dan drie maanden niet naar school gaan?

    Zoals uit de in mijn brief d.d. 14 juli 2016 opgenomen vergelijking van bestanden blijkt, is van de 7500 leer- en kwalificatieplichtige asielzoekerskinderen van ongeveer 200 bekend dat zij niet naar school gaan.2 Het betreft hier kinderen die recent in Nederland zijn aangekomen en kinderen waarvan inmiddels bekend is dat zij Nederland binnenkort weer zullen verlaten omdat de asielaanvraag is afgewezen. Op dit moment vindt een nieuwe vergelijking van bestanden plaats, waarmee kan worden vastgesteld of alle op dit moment in Nederland geregistreerde asielzoekerskinderen ingeschreven staan op een school. Ik informeer de Tweede Kamer hierover in februari in de tweede voortgangsrapportage asielzoekersonderwijs.

  • Vraag 3
    Zijn deze kinderen opgeteld bij het aantal «thuiszitters» dat u in de voortgangsrapportage passend onderwijs heeft gepresenteerd? Zo nee, waarom niet?

    Als op een school ingeschreven leer- of kwalificatieplichtige asielzoekerskinderen langer dan vier weken ongeoorloofd verzuimen of wanneer zij niet bij een school staan ingeschreven, zijn ze evenals andere kinderen een thuiszitter. Deze thuiszittende asielzoekerskinderen zijn opgenomen in de totaaltelling zoals opgenomen in de tiende voortgangsrapportage passend onderwijs.3

  • Vraag 4
    Hoe lang zijn deze kinderen gemiddeld verstoken van onderwijs wanneer ze in ons land zijn? Anders geformuleerd: hoe lang duurt het voordat een vluchtelingenkind dat momenteel in Nederland arriveert, in de schoolbankjes zit?

    Zie het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 5
    Kunt u uiteenzetten waardoor het komt dat deze kinderen zo lang verstoken zijn van onderwijs? Welke oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen?

    Zie het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 6
    Welke taak ziet u voor zichzelf weggelegd om de plaatsing van vluchtelingenkinderen te bevorderen? Welke doelstellingen stelt u voor u zelf hierbij?

    Onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor een onderwijsaanbod dat geschikt is voor anderstaligen en het mogelijk maakt dat asielzoekerskinderen binnen drie maanden onderwijs krijgen. Het is mijn taak om hen hierbij te ondersteunen. Ik heb hiertoe een aantal (financiële) maatregelen getroffen. Hierover heb ik u op verschillende momenten geïnformeerd.4

  • Vraag 7
    Kunt u nader verduidelijken waarom u het aantal van 4200 langdurige (meer dan drie maanden) thuiszitters specifiek in vier stappen wil terugdringen, zoals in uw brief van 6 december te lezen valt?2 Wie bepaalt dan welk kind in welke van deze vier stappen wordt geholpen met passend onderwijs? Waarom komt het ene kind in de eerste stap aan de beurt, terwijl het andere kind pas in de vierde stap aan de beurt is waardoor deze extra lang moet wachten?

    In de tiende voortgangsrapportage passend onderwijs heb ik aangegeven dat gedurende het schooljaar 2015–2016 ongeveer 4.200 kinderen langer dan drie maanden thuiszitter waren. Dit is geen vaste groep die het hele schooljaar heeft thuisgezeten, maar een dynamische groep. Deels zijn kinderen weer teruggeleid naar school, deels zijn kinderen gedurende het schooljaar thuis komen te zitten. De optelsom van deze kinderen bedraagt ongeveer 4.200. De ambitie om dit aantal in vier jaarlijkse stappen terug te brengen naar nul, betreft niet deze specifieke kinderen. Deze groep verandert immers steeds. De ambitie richt zich op de omvang van deze groep, toewerkend naar de in het Thuiszitterspact afgesproken doelstelling dat in 2020 geen enkel kind meer langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod.

  • Vraag 8
    Welke criteria hanteert u om de kinderen in te delen? Alfabetische volgorde/ zwarte zorg/ onderwijs indicatie?

    Zie het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 9
    Waarom kiest u ervoor om dit aantal pas in 2020 tot nul terug te brengen? Is dit niet een veel te bescheiden ambitie?

    Elk kind dat thuiszit, is er één teveel. Uit de meest recente cijfers blijkt echter eens te meer dat thuiszitten een hardnekkig probleem is dat helaas niet van de ene op de andere dag op te lossen is. De zo gewenste daling is helaas nog niet in gang gezet, ondanks de inspanningen van velen. De nu afgesproken doelstelling, dat in 2020 geen enkel kind meer langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod, is al behoorlijk ambitieus. Het is niet realistisch om de termijn te verkorten waarbinnen deze doelstelling gerealiseerd dient te zijn.

  • Vraag 10
    Waarom koestert u niet de ambitie om dit aantal veel eerder dan 2020 tot nul te reduceren? Waarom 2020, waarom niet 2018?

    Zie het antwoord op vraag 9.

  • Vraag 11
    Hoe gaat u deze keuze voor 2020 aan de kinderen die nu al langer dan drie maanden thuiszitten (en hun ouders) uitleggen? Bent u van plan om een argumentatie in de trant van «wacht nog maar eens drie jaar» te gaan gebruiken?

    Zie de antwoorden op vraag 7 en 9.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z24738
Volledige titel: Leerrechten van vluchtelingenkinderen en het terugdringen van thuiszitters.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-998
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Klein inzake leerrechten van vluchtelingenkinderen en terugdringen van thuiszitters