Kamervraag 2016Z17105

Het rapport “De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs’’

Ingediend 22 september 2016
Beantwoord 31 oktober 2016 (na 39 dagen)
Indiener Daniel van der Ree (VVD)
Beantwoord door Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z17105.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-337.html
1. Deloitte september 2016
  • Vraag 1
    Kent u het rapport «De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    In hoeverre onderschrijft u de conclusies van het rapport, niet per se in exacte becijfering, maar in de eerste plaats in de gesignaleerde trends en mogelijke effecten op de doelmatigheid van studies?

    Het onderzoek herbevestigt de conclusie uit veel andere rapporten van onder meer de WRR en het CPB: de technologische ontwikkeling zal sterke invloed hebben op de arbeidsmarkt. Beroepen zullen verdwijnen of sterk veranderen, maar er zullen ook nieuwe banen voor terugkomen. Het precies voorspellen van het aantal banen en/of welke beroepen op de tocht staan – zoals het rapport «De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs» doet – is een tamelijk hachelijke onderneming, maar de ontwikkeling is onmiskenbaar. Overigens heeft technologische ontwikkeling – zoals het genoemde rapport ook laat zien – sinds het begin van de industriële revolutie geleid tot voortdurende aanpassing van taken en beroepen. Mogelijk ligt het tempo vandaag de dag hoger.

  • Vraag 3
    In hoeverre onderschrijft u de aanbevelingen van dit rapport? Welke aanbevelingen gaat u overnemen?

    Het rapport zelf bevat geen specifieke aanbevelingen. Uit het rapport – en uit de communicatie n.a.v. het rapport – kan natuurlijk de impliciete aanbeveling worden gedestilleerd dat het onderwijs beter op de arbeidsmarkt zou moeten aansluiten. Ik onderschrijf de noodzaak om de gevolgen van technologische ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te vertalen naar een toekomstbestending en arbeidsmarktrelevant aanbod van opleidingen. Ik heb bij de beschreven trends en de mogelijke gevolgen voor het mbo uitgebreid stilgestaan in mijn Kamerbrief van 14 september 2015 «Een responsief mbo voor hoogwaardig vakmanschap». Met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur en specifiek de introductie van de keuzedelen geef ik sinds dit schooljaar meer ruimte om sneller in te spelen op veranderingen in beroepen. Een goede aansluiting van het mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt is vooral gebaat bij nauwe samenwerking tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en regionale overheden. Ik stimuleer deze samenwerking via het regionaal investeringsfonds. In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs ben ik ingegaan op de mogelijke gevolgen van de snel veranderende arbeidsmarkt voor het hoger onderwijs.2 Ook voor het hoger onderwijs zet ik onder andere in op duurzame samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te versterken. Ook in verschillende brieven over leven lang leren ben ik veelvuldig ingegaan op de snel veranderende arbeidsmarkt en de gevolgen daarvan voor onderwijs.3 Bij een snel veranderende arbeidsmarkt is het essentieel dat mensen zich kunnen blijven ontwikkelen om duurzaam en flexibel inzetbaar te blijven.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat een toetsing op de doelmatigheid van een beroepsopleiding niet alleen bij nieuwe, maar ook bij bestaande opleidingen moet plaatsvinden?

    Als het aanbod van mbo-instellingen niet goed aansluit op de arbeidsmarkt dan zijn onderwijsinstellingen aan zet om hier verbetering in aan te brengen. Dit geldt zowel voor nieuwe opleidingen als bestaande opleidingen. Recent is het macrodoelmatigheidsbeleid mbo van kracht geworden waarmee onder andere de zorgplicht arbeidsmarktperspectief is aangescherpt. De Commissie macrodoelmatigheid mbo (cmmbo) heeft de bevoegdheid gekregen om onderzoek te doen naar het naleven van de zorgplicht. Daarbij kan de Cmmbo ook risicogericht – op basis van signalen – naar bestaande opleidingen onderzoek uitvoeren. Daarnaast kan ik de Cmmbo vragen om thematisch onderzoek te doen waarbij het bestaand aanbod wordt doorgelicht. Op dit moment doet de Cmmbo onderzoek naar de arbeidsmarktrelevantie van mbo niveau 2 opleidingen.
    Ook het hoger onderwijs kent een macrodoelmatigheidsbeleid met als doel zorg te dragen voor een landelijk opleidingsaanbod dat aansluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt, wetenschap en maatschappij in den brede. Op korte termijn ontvangt u van mij een brief met daarin voorstellen voor het toekomstig macrodoelmatigheidsbeleid in het hoger onderwijs. Daarin zal ik ook aandacht besteden aan macrodoelmatigheid van het bestaande opleidingsaanbod.

  • Vraag 5
    Hoe verklaart u het dat opleidingen waarvan de arbeidsmarktperspectieven minder goed of slecht zijn, toch in trek zijn bij studiekiezers? Wat gaat u hier aan doen?

    Ik vind vrije studiekeuze een groot goed. Wel is het dan van belang dat studenten goed geïnformeerd zijn over onder andere de aansluiting op de arbeidsmarkt bij het maken van hun studiekeuze. Daarom zijn mbo-onderwijsinstellingen verplicht om aankomende studenten te voorzien van goede objectieve gegevens over de kwaliteit van het onderwijs en het perspectief op werk na afronding van de opleiding. Ook in het hoger onderwijs zijn studiekeuzeactiviteiten (studiekeuzecheck) sinds 2014 geïntroduceerd. Door instrumenten als de studiebijsluiter en de website van Studiekeuze123, waar informatie over de studie en de aansluiting op de arbeidsmarkt te vinden is, kan de student geïnformeerd een keuze maken voor een opleiding. Ik vind het van belang dat studenten de mogelijkheden op de arbeidsmarkt meewegen bij hun studiekeuze, maar ik vind het evenzeer van belang dat studenten kiezen voor een opleiding waarvoor ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Studenten die kiezen voor een studie waarvoor ze intrinsiek gemotiveerd zijn en die bij hen past, hebben meer studiesucces. Daarbij is ook goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) van belang. Dit kan verkeerde studiekeuzes voorkomen. LOB helpt jongeren loopbaancompetenties te ontwikkelen die ze nodig hebben in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Daarnaast helpt LOB jongeren bij het ontdekken van hun talenten en passies. Recent heeft uw Kamer van de Staatssecretaris en mij een brief ontvangen waarin wij onze plannen presenteren voor de vervolgaanpak van LOB. In deze brief worden concrete maatregelen aangekondigd om de loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het onderwijs te verbeteren.
    Goede voorlichting en LOB zijn belangrijk, maar daarmee zijn we er nog niet. In de praktijk blijkt nog steeds dat niet alle studenten de arbeidsmarkt- en toekomstperspectieven in den brede meewegen bij hun studiekeuze. Instellingen en overheid hebben een taak er zo veel mogelijk aan bij te dragen dat studenten zo goed mogelijk terecht kunnen komen. Dit is niet alleen voor de betreffende studenten van belang; ook voor de maatschappij als geheel is het van belang dat de studiekiezer de juiste keuze maakt en het onderwijsaanbod goed aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt, de wetenschap en de maatschappij. Daarom zet ik niet alleen in op goede voorlichting en LOB, maar ook op het hierboven beschreven macrodoelmatigheidsbeleid. Deze instrumenten vullen elkaar aan en versterken elkaar.

  • Vraag 6
    Wanneer kan de Kamer uw reactie verwachten op het tienpuntenplan «Aanval op uitval»?

    Op het tienpuntenplan «aanval op uitval» is met de eerder genoemde Kamerbrief Loopbaanoriëntatie en -begeleiding van 26 september jl. gereageerd. Een reactie op de punten voor het hoger onderwijs volgt aan het eind van dit jaar met de aanbieding van het onderzoek naar de effectiviteit van de studiekeuzecheck.

  • Vraag 7
    Bent u bereid deze vragen vóór de behandeling van de onderwijsbegroting voor 2017 te beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z17105
Volledige titel: Het rapport “De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs’’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-337
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Ree inzake De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs