Kamervraag 2016Z12054

Besmette zandbakken in speeltuinen

Ingediend 15 juni 2016
Beantwoord 4 juli 2016 (na 19 dagen)
Indiener Fatma Koşer Kaya (D66)
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z12054.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3027.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de uitzending van «Smerige zaken» waarin de veiligheid van zandbakken in speeltuinen aan de orde wordt gesteld?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe groot is de kans voor kinderen op besmetting met de parasieten toxoplasmose en/of toxocariasis door het spelen in een openbare speeltuin waaruit niet geregeld dierlijke poep verwijderd wordt? Is dat substantieel groter of kleiner dan speeltuinen waar dit wel gebeurt? Zo ja, op welke wijze precies?

    Toxocara wordt zowel door katten (Toxocara catie) als honden (Toxocara canis) uitgescheiden. Contact met aarde, waaronder spelen in zandbakken, en contact met katten is een risicofactor voor Toxocara. Onderzoeken in zandbakken toonden Toxocara eieren in ongeveer 30% van de zandbakken aan (onderzoek in 2014 in drie gemeenten).
    Toxoplasma wordt overgedragen door zowel kattenpoep als via vlees. Het relatieve belang van de verschillende routes van overdracht voor Toxoplasma infecties bij de mens wordt op dit moment onderzocht door het RIVM. Uit studies in de Nederlandse bevolking blijkt dat het spelen in zandbakken en het in de mond stoppen van zand een risicofactor is voor Toxoplasma.
    De kans op besmetting door het spelen in een openbare speeltuin waar poep van honden en katten wel of niet wordt verwijderd, is niet onderzocht. De mate van vervuiling was wel afhankelijk van het al dan niet afdekken van de zandbak.

  • Vraag 3
    Hoeveel gevallen zijn u jaarlijks bekend? Hoe is het ziekteverloop bij deze ziekten en hoe groot is de kans op blijvende schade?

    Er bestaat geen meldingsplicht voor Toxoplasma of Toxocara. Er is dus geen overzicht van het aantal gevallen.
    Overigens verlopen de meeste infecties met deze parasieten asymptomatisch. Dit betekent dat de kinderen wel besmet zijn maar daar geen last van hebben. Als een infectie met Toxoplasma klachten geeft dan worden vooral lymfeklierzwellingen gezien, oogafwijkingen en langdurige vermoeidheid. Afhankelijk van de plaats in het oog kan de infectie tot verlies van het gezichtsvermogen leiden. In uitzonderingsgevallen worden er ernstige symptomen gezien zoals encefalitis (hersenontsteking). Bij mensen met immuunstoornissen kan de infectie tot ernstige ziekte leiden met blijvende schade.
    Bij een infectie met Toxocara kunnen de symptomen bestaan uit astma-achtige verschijnselen, afwijkingen aan de longen en eosinofilie (afwijkende cellen in het bloed). Bij een aantal patiënten kan een ooginfectie optreden. Er zijn geen gegevens bekend over blijvende schade. Een zeer klein aantal patiënten kan neurologische afwijkingen krijgen.
    Studies van het RIVM uit 1996 liet zien dat 15% van de kinderen tussen 0–5 jaar antistoffen tegen Toxoplasma hadden. Van deze leeftijdsgroep had 5.5% antistoffen tegen Toxocara. Voor kinderen van 6–15 jaar is dit 14% voor Toxoplasma en 16% voor Toxocara. Dit betekent dat deze kinderen de infectie hebben doorgemaakt. In 2006 is dit gedaald naar 9% voor Toxoplasma en 4% voor Toxocara bij de kinderen tussen 0–5 jaar en 9% voor Toxoplasma en 7% voor Toxocara bij de kinderen van 6–15 jaar. Deze gegevens laten zien dat het aantal besmettingen is afgenomen.

  • Vraag 4
    Is het waar dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit toezicht houdt op de veiligheid van de speeltoestellen zelf, maar het beheer van en toezicht op de ondergrond geheel overlaat aan de eigenaar van de speeltuin? Zo ja, welke redenering ligt daaraan ten grondslag? Zo nee, hoe is de toezichtsverdeling dan wel geregeld?

    In het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen is geregeld dat degene die een attractie- of speeltoestel voorhanden heeft, ervoor zorgt dat het toestel zodanig is geïnstalleerd, gemonteerd en zodanig is beproefd, geïnspecteerd en onderhouden en zodanig van opschriften is voorzien, dat er bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat. Dit geldt ook voor het bodemmateriaal. De NVWA ziet toe op het naleven van die verplichtingen door de eigenaren van de speeltoestellen.

  • Vraag 5
    Bent u bereid in overleg te gaan met de NVWA en gemeenten om waar nodig en mogelijk risico’s op besmetting te verkleinen?

    De eigenaar en beheerder kunnen zich informeren via www.allesoverspelen.nl en http://www.regelhulpenvoorbedrijven.nl/Speeltoestellen.
    Advies aan de ouder is om je kind alleen in de zandbak te laten spelen en niet in zand dat dient als valdemping onder speeltoestellen. De kans dat je in een zandbak schoon zand treft is veel groter dan onder een speeltoestel. Spelen in het zand onder een speeltoestel heeft verder als risico dat een kind gewond raakt door bijvoorbeeld een schommel. En als de speelplek smerig is neem dan eerst contact op met de beheerder/gemeente. En bovenal: laat kinderen voor het eten en na het buiten spelen hun handen goed wassen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z12054
Volledige titel: Besmette zandbakken in speeltuinen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-3027
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Koser Kaya over besmette zandbakken in speeltuinen