Kamervraag 2016Z00244

Waterveiligheid in het kustgebied

Ingediend 11 januari 2016
Beantwoord 17 februari 2016 (na 37 dagen)
Indieners Yasemin Çegerek (PvdA), Lutz Jacobi (PvdA)
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen verkeer water
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00244.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1555.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de vele reacties op het door u in december gepresenteerde beleidsvoornemen om meer bebouwing mogelijk te maken langs de Nederlandse kust?1

    Ja, ik heb daar kennis van genomen.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het beschermen van ons kustgebied tegen nieuwe bebouwing juist een belangrijke bijdrage kan leveren aan een «veilige, aantrekkelijke en economisch sterke kust»?

    In mijn voorstel heb ik de uitgangspunten van de Nationale Visie Kust voor een veilige, aantrekkelijke en economisch sterke kust gehanteerd. In de Nationale Visie Kust is geconstateerd dat het mogelijk is dat behoud en ontwikkeling van de kustzone hand in hand gaat met de maatregelen die ons land blijvend beschermen tegen overstromen door de zee. Nieuwe bebouwing is onder voorwaarden vanuit waterveiligheid, ruimtelijke kwaliteit en natuur en landschap inpasbaar in de kustzone en hoeft daarom niet op voorhand uitgesloten te worden.
    In aanloop naar het Algemeen Overleg Omgevingswet van 21 januari 2016 heb ik gemerkt dat er veel aandacht voor de kust is. Daarom heb ik aangegeven geen uitvoering te geven aan de voorgestelde Barro-wijzigingen voor zover deze betrekking hebben op de kust. Dit betekent dat de nu geldende regels voor de kust ongewijzigd blijven, dit geldt daarmee ook voor het bouwen in het kustfundament buiten stedelijk gebied. Daarnaast heb ik aangegeven dat ik opnieuw in overleg zal treden met de betrokken maatschappelijke en bestuurlijke partijen over het kustbeleid en daarbij de door u aangehaalde doelstellingen van de Nationale Visie Kust zal betrekken.

  • Vraag 3
    Wat maakt dat de kustverdediging inmiddels «goed op orde en toekomstbestendig» is? Hoe verhoudt zich deze conclusie en de daaraan gekoppelde nieuwe ruimte tot de almaar groter wordende opgaven op het gebied van waterveiligheid in verband met de stijging van de zeespiegel en de voortdurende klimaatverandering?

    Bij het opstellen van de Nationale Visie Kust (2013) is door betrokken partijen geconstateerd dat onze kust voldoende bescherming biedt tegen overstromen door de zee. De laatste versterkingen langs onze kust, de zogeheten zwakke schakels kust, zijn vrijwel allemaal gerealiseerd. Met het jaarlijks suppleren van 12 miljoen kubieke meter zand blijft de kust op zijn plaats liggen (areaalbehoud) en daardoor blijft de kust ook heel veilig. De kustveiligheid is door deze aanpak voor de komende jaren goed op orde. Ook met een stijgende zeespiegel houden we met zandsuppleties onze kust veilig. Tevens heb ik onderzoek opgestart naar de toekomstige omvang van de benodigde suppletiehoeveelheden, waarbij het effect van klimaatverandering op de zeespiegelstijging meegenomen wordt.

  • Vraag 4
    In hoeverre wijzigen de voorwaarden van het Rijk voor waterveiligheid met het herziene Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)? Kunt u per wijziging de oude met de nieuwe voorwaarden vergelijken en toelichten waarom deze wijziging noodzakelijk is?

    Mijn voorstel bevat met name gewijzigde regels voor bebouwing op het strand. Meer soorten bebouwing zijn onder voorwaarden van waterveiligheid mogelijk in vergelijking met de huidige situatie, waarin met name op het strand paviljoens en semipermanente bebouwing onder voorwaarden van waterveiligheid toegestaan zijn. Daarnaast geldt dat provincies en gemeenten aanvullende voorwaarden kunnen stellen aan nieuwe initiatieven in de kust, om de ruimtelijke kwaliteit van de kust te borgen en de daar aanwezige natuur en landschap te beschermen.
    Overigens heb ik in het Algemeen Overleg Omgevingswet van 21 januari 2016 aangegeven geen uitvoering te geven aan de voorgestelde Barro-wijzigingen voor zover deze betrekking hebben op de kust. Dit betekent dat de nu geldende regels voor de kust ongewijzigd blijven.
    Andere voorgestelde wijzigingen in het Barro vloeien voort uit het Deltaprogramma, maatregelen in het kader van Ruimte voor de rivier en het vervallen van een electriciteitscentrale aan de Galileïstraat te Rotterdam.

  • Vraag 5
    Waarom worden voor gebieden achter de duinen die als waterkering dienen geen eisen meer gesteld vanuit het oogpunt van waterveiligheid? Op welke overwegingen en op welk onderzoek is dit besluit gebaseerd?

    Het gebied landwaarts van de waterkering in het duingebied heeft geen functie in het beschermen tegen overstromen door de zee. Daarom zijn voor dit gebied al in de Beleidslijn kust uit 2007 vanuit waterveiligheid geen eisen geformuleerd.

  • Vraag 6
    Hoe verhoudt uw opmerking in het persbericht van 18 december jl.2 dat aan gebieden die achter de waterkering liggen in de toekomst geen waterveiligheidseisen meer worden gesteld zich tot de opmerkingen in de «vragen en antwoorden over kustbebouwing» van 31 december3 waarin gesteld wordt dat het Rijk verantwoordelijk blijft voor de toetsing of nieuwe initiatieven de waterkering niet in gevaar brengen en of er geen belemmeringen ontstaan voor het onderhoud van de kust?

    In mijn voorstel maak ik een onderscheid tussen 1) gebieden die van belang zijn voor de waterveiligheid (het strand en het duingebied welk als waterkering dient), waar het Rijk voorwaarden wil stellen en 2) de gebieden in de duinen achter de waterkering, die geen bijdrage leveren aan de gewenste bescherming tegen overstroming door de zee.
    Zie verder antwoord op vraag 5.

  • Vraag 7
    In de «vragen en antwoorden over kustbebouwing»4 staat dat het verbod op bouwen in de kustgebieden komt te vervallen en dat we van een «nee» naar een «nee, tenzij» gaan; wat verandert er in de nieuwe situatie ten opzichte van de huidige situatie waarin reeds op enkele plaatsen ontheffing is verleend (dus een «nee, tenzij») voor bouwen in kustgebied? Wat is de meerwaarde van de nieuwe situatie boven de oude?

    De meerwaarde van mijn voorstel zit met name in gewijzigde regels voor bebouwing op het strand. Meer soorten bebouwing zijn onder voorwaarden van waterveiligheid mogelijk in vergelijking met de huidige situatie, waarin met name strandpaviljoens en semipermanente bebouwing onder voorwaarden van waterveiligheid toegestaan zijn.
    Daarnaast geldt dat provincies en gemeenten aanvullende voorwaarden kunnen stellen aan nieuwe initiatieven aan de kust, om de ruimtelijke kwaliteit van de kust te borgen en de daar aanwezige natuur en landschap te beschermen. Zo is het overgrote deel van het Nederlandse duingebied aangewezen als Natura 2000-gebied.

  • Vraag 8
    Aan welke voorwaarden moet een bouwproject (in kustgebied) voldoen om van de beheerder van de kust een watervergunning te krijgen?5

    Daar waar het rijk beheerder van de kust is, zijn de voorwaarden uitgewerkt in een uitvoeringskader vergunningverlening kust. Op hoofdlijnen dienen deze voorwaarden te voorkomen dat er een nadelig effect optreedt voor het op peil houden van het kustfundament, de handhaving van de basiskustlijn en de stabiliteit van de harde keringen.
    Daar waar het waterschap beheerder van de kust is, zal het betreffende waterschap voorwaarden stellen. De Beleidslijn kust uit 2007 is daarbij als een handreiking voor de kustbeheerder te beschouwen.

  • Vraag 9
    Hoe kan het besluit om het beleid over de ruimtelijke kwaliteit van het kustgebied te decentraliseren gebaseerd zijn op de «Nationale Visie Kust»6, waarin juist één nationale visie op de Nederlandse kust geëtaleerd wordt?

    In de Nationale Visie Kust is een gemeenschappelijk toekomstperspectief uitgewerkt. Daarbij is nadrukkelijk aangegeven dat rekening gehouden wordt met de regionale verschillen in ambitie en mogelijkheden.

  • Vraag 10
    Uw voorwoord bij de Nationale Visie Kust begint met de zin «Het strand, de zee en de duinen stralen rust, ruimte en vrijheid uit.»7; hoe borgt u met de nieuwe regels dat dit in de toekomst zo blijft?

    In mijn voorstel ga ik uit van een veilige, aantrekkelijke en economisch sterke kust, zoals dit als uitgangspunt geformuleerd is in de Nationale Visie Kust. Hiermee borg ik dat de kust mooi en voor eenieder aantrekkelijk blijft. Over nut en noodzaak van aanvullende regels en of instrumenten zal ik in overleg treden met de betrokken maatschappelijke en bestuurlijke partijen over het kustbeleid.

  • Vraag 11
    Heeft u kennisgenomen van de door verschillende maatschappelijke organisaties opgestelde kustanalyse «Naar het behoud en een betere bescherming van de gouden rand van de Zuidwestelijke Delta»?8 Wat is uw reactie op de oproep in die analyse om een pas op de plaats te maken? Hoe staat u tegenover de oproep om een taskforce van stakeholders in te stellen die «tot een strategie moet komen die de kustkwaliteiten versterkt en waarin ecologie en economie aan elkaar gekoppeld worden»?

    Ja, ik ben bekend met deze kustanalyse.
    Ik heb in de aanloop naar het Algemeen Overleg Omgevingswet van 21 januari 2016 aangegeven dat er veel aandacht voor de kust is, niet alleen van de in deze vraag genoemde organisaties. Daarom heb ik in dit Algemeen Overleg aangegeven geen uitvoering te geven aan de voorgestelde Barro-wijzigingen voor zover deze betrekking hebben op de kust. Dit betekent dat de nu geldende regels voor de kust ongewijzigd blijven.
    Ik heb in hetzelfde Algemeen Overleg aangegeven dat ik met betrokken partijen in gesprek ga om na te gaan waar hun zorgen zitten en of en hoe we gezamenlijk een vervolg kunnen geven aan deze discussie, al dan niet in de vorm van een kustpact.

  • Vraag 12
    Heeft u kennisgenomen van de reactie van de Unie van Waterschappen op uw voornemen om meer bebouwing in het kustgebied toe te staan?9 Wat is uw reactie op het persbericht van de Unie van Waterschappen?

    Ja, ik ben bekend met hun reactie. Die verschilt ook niet met onze eigen reactie. Ook de Unie van Waterschappen is uitgenodigd voor het gesprek met betrokken partijen dat op 15 februari 2016 heeft plaats gevonden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z00244
Volledige titel: Waterveiligheid in het kustgebied
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1555
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Jacobi en Cegerek over waterveiligheid in het kustgebied