Kamervraag 2015Z22696

Het werkprogramma van de Europese Commissie en de routekaart voor een betere ‘werk-privé balans’

Ingediend 26 november 2015
Beantwoord 8 december 2015 (na 12 dagen)
Indiener Tamara van Ark (VVD)
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z22696.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-807.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het werkprogramma van de Eurocommissie en het initiatief voor een betere «werk-privé balans»?

    Ja.

  • Vraag 2
    Waaruit blijkt dat er wetgeving nodig is om te zorgen voor een betere werk-privé balans?

    De Europese Commissie heeft in augustus jl. een routekaart (indicative roadmap) uitgebracht waarin het de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt schetst. De Commissie noemt in de routekaart een reeks mogelijke wettelijke en niet-wettelijke maatregelen dat de EC kan nemen, waarmee de arbeidsparticipatie van vrouwen zou kunnen worden bevorderd. In het Werkprogramma 2016 van de Europese Commissie kondigt de Commissie aan dat er een pakket over de combinatie arbeid en zorg zal worden uitgebracht. In vervolg op de routekaart vindt een publieke consultatie plaats. Na afronding daarvan zullen er vermoedelijk voorstellen door de Commissie gedaan worden. Over deze voorstellen en het Nederlandse standpunt daarover zal het kabinet u te zijner tijd op de gebruikelijke wijze via BNC fiche(s) informeren. Subsidiariteit is een zwaarwegend criterium bij de oordeelsvorming van het kabinet over voorstellen van Europese regelgeving. Het leidende standpunt van het kabinet is «Europees wat moet, nationaal wat kan», zo ook bij de beoordeling van de te verwachten voorstellen. Of er wel of geen rol is voor Europa op dit terrein zal dan ook afhankelijk zijn van wat de Commissie exact gaat voorstellen. In principe is de Europese Unie bevoegd om maatregelen te nemen die gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt bevorderen.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat een scheve verhouding tussen werk en privé niet wordt opgelost door verdere wetgeving maar juist door het gesprek dat moet plaatsvinden aan de huistafel tussen partners en op de werkvloer tussen werkgever en werknemer?

    Ja, het is primair aan partners onderling om te bepalen hoe zij hun zorgtaken verdelen. Voor zover er consequenties zijn voor het werk of in het geval dat de werkgever kan bijdragen aan het realiseren van een goede keuze over de verdeling van arbeid en zorg, dient dit uiteraard ook op het werk te worden besproken. De wetgever kan daarbij onnodige wettelijke belemmeringen wegnemen en andere passende initiatieven nemen om het mogelijk te maken dat vrouwen en mannen hun wensen omtrent arbeid en zorg kunnen realiseren en zo meer mogelijkheden hebben om hun leven naar hun eigen wensen in te richten.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat dit programma niet past binnen de ambitie van de EU om met minder regels te komen, zeker gezien het feit dat een «Unie die zich richt op hoofdzaken» één van de prioriteiten is van het Nederlandse voorzitterschap?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 5
    Wat gaat u doen om de voorstellen van de Europese Commissie van de agenda te krijgen? Deelt u de mening dat het EU-voorzitterschap een uitgelezen kans is om dit te bewerkstelligen doordat Nederland hierin samen met toekomstige voorzittende lidstaten de Europese agenda kan vormgeven? Wat voor concrete stappen ter verwezenlijking van dit doel heeft u al ondernomen?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z22696
Volledige titel: Het werkprogramma van de Europese Commissie en de routekaart voor een betere ‘werk-privé balans’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-807
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Ark over het werkprogramma van de Europese Commissie en de routekaart voor een betere ‘werk-privé balans’