Kamervraag 2015Z14377

Het bericht dat sporters en scholieren zijn blootgesteld aan gifgrond

Ingediend 24 juli 2015
Beantwoord 27 augustus 2015 (na 34 dagen)
Indiener Eric Smaling
Beantwoord door Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14377.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3183.html
  • Vraag 1
    Wat is uw oordeel over het artikel «Sporters kropen over gifgrond op sportterrein Ouderkerk»?1

    Het artikel is bekend. Naar aanleiding hiervan en om tot een goede beantwoording van uw Kamer te komen is navraag gedaan bij de provincie Noord-Holland als ook bij de gemeente Ouder-Amstel, de eigenaar van de locatie en verlener van de vergunning voor het sportevenement.

  • Vraag 2
    Hoe oordeelt u over de opvatting van de geraadpleegde deskundigen, die naar aanleiding van de in het artikel genoemde rapporten uit 2008 grote zorgen hebben en het gebruik van het terrein volstrekt onverantwoord vinden?

    Waar het gaat om bodemsanering en stortplaatsen is de provincie bevoegd gezag. De provincie Noord-Holland heeft voor de voormalige stortplaatsen (zogenaamde NAVOS-locaties) in haar gebied rapporten op laten stellen waarin ingegaan wordt op eventuele risico’s voor mens en milieu, bij passief- en actief gebruik. Het is aan het bevoegde gezag deze rapporten te interpreteren en daaruit conclusies te trekken. Voor de voormalige stortplaats Ouder-Amstel bleek uit de rapporten, dat bij het actuele gebruik, (wandelen over paden) geen risico’s voor de volksgezondheid aanwezig waren. Het bevoegd gezag heeft aangegeven dat indien het gebruik wijzigt, d.w.z. een passieve situatie overgaat in een actieve situatie (het ontwikkelen van een hindernisbaan/sportlocatie), opnieuw onderzocht moet worden of er risico’s zijn. Uit dit onderzoek moet blijken of het gebruik verantwoord is. Vooralsnog is er geen aanleiding te veronderstellen dat dit niet het geval is. Zie ook vraag 5.

  • Vraag 3
    Waarom zijn de rapporten uit 2008 niet bij de vergunningverlening betrokken?

    Bevoegd gezag voor deze vergunningverlening is de gemeente Ouder-Amstel. Ouder-Amstel geeft aan dat er op basis van de vergunningaanvraag bij het verlenen van de evenementenvergunning niet vanuit werd gegaan dat de voormalige stortplaats gebruikt zou gaan worden op een wijze zoals beschreven in het artikel gebruikt.

  • Vraag 4
    Vindt u het wenselijk en verantwoord dat de GGD op basis van een gedeeltelijk onderzoek dat niet het gehele terrein beslaat en door deskundigen wordt afgedaan als een «slap en goedkoop aftreksel», een positief advies over het gebruik van de grond heeft gegeven?

    De GGD is onafhankelijk en vanuit haar functie in staat te beoordelen wat de gezondheidsrisico’s zijn. De gemeente Ouder-Amstel heeft haar besluit op basis van dit advies genomen.

  • Vraag 5
    Op welke gronden zijn de benodigde vergunningen verleend? Zijn hierbij alle richtlijnen gevolgd?

    Zoals hierboven aangegeven is de gemeente bevoegd gezag en vergunningverlener. De gemeente heeft de benodigde evenementenvergunning verleend op grond van de «Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ouder-Amstel 2013». Voor het aangevraagde parcours was geen grondslag om de vergunning te weigeren. En voor het Obstacle Course Training Centre (OCTC) was geen vergunning noodzakelijk, aangezien dit gebruik past binnen het vigerende bestemmingsplan.

  • Vraag 6
    Wat is in 2008 met de conclusies van de genoemde rapporten gedaan? Waarom is toen niet het besluit genomen de grond zorgvuldig te saneren?

    Zie ook het antwoord op vraag 2.
    Aangezien er bij het actuele gebruik (extensieve recreatie, wandelpaden) geen risico’s aanwezig waren, zag het bevoegd gezag geen noodzaak om te saneren.

  • Vraag 7
    Hoe oordeelt u over de reactie van de beheerder van het terrein, die niet alleen sporters over de vervuilde grond heeft laten tijgeren maar ook scholieren het vuil heeft laten opruimen, en die nu alle verantwoordelijkheid van zich afschuift en dit afdoet als «een heksenjacht»?

    De reactie waarnaar u verwijst, is – volgens het betreffende artikel – de reactie van de organisator van het evenement. Als dit juist is dan valt het te betreuren dat de reactie inderdaad op deze wijze heeft plaatsgevonden en ligt de verantwoordelijkheid daarvan bij de organisator.

  • Vraag 8
    Hoe oordeelt u over de reactie van de verantwoordelijke bestuurder, die zegt de rapporten niet te kennen maar toch geen reden ziet zich zorgen te maken over de gezondheid van de sporters en scholieren, die daarnaast aangeeft de regels niet te kennen en geen grip te hebben op wat daar gebeurt? Vindt u dit de aangewezen persoon om deze positie te bekleden?

    De reactie waarnaar u verwijst, is – volgens het betreffende artikel – de reactie van de bestuurder. Als dit juist is dan ligt de verantwoordelijkheid van deze uitspraak bij de bestuurder.
    Op basis van de contacten met de gemeente is er voldoende vertrouwen in de aanpak van de gemeente.

  • Vraag 9
    Op welke wijze worden betrokken sporters en scholieren op de hoogte gesteld van het gevaar dat zij hebben gelopen?

    Navraag leert dat de gemeente direct contact heeft opgenomen met de directie van het ROC waar de betrokken leerlingen onderwijs volgen. Door de gemeente is de directie in contact gebracht met de GGD. De GGD heeft de directie van het ROC geadviseerd wat de beste vervolgstappen zijn voor de leerlingen. De gemeente laat aanvullend onderzoek uitvoeren. De uitkomsten van het onderzoek zullen openbaar gemaakt worden voor de betrokken exploitant, de onderwijsinstelling en alle deelnemers.

  • Vraag 10
    Komt er een grondig onderzoek naar dit incident?

    Zie vraag 9. Afhankelijk van het resultaat van het onderzoek is het aan de gemeente als vergunningverlener en aan de provincie als het bevoegd gezag Wet bodembescherming zo nodig verdere stappen te nemen.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat dit slechts één voorbeeld is van een reeks incidenten de laatste weken, dat duidelijk maakt dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid van omwonenden niet altijd in juiste handen is?

    Nee. Het Rijk is verantwoordelijk voor goede wet- en regelgeving. Het beoordelen van de lokale situatie en de vergunningverlening liggen bij het lokaal bevoegd gezag. Deze bevoegdheidsverdeling is zorgvuldig vastgelegd in wet- en regelgeving. In dit verband is bovendien nauw samengewerkt met het Ministerie van BZK, waar het gaat om het omgaan met risico’s en incidenten.

  • Vraag 12
    Hoe oordeelt u in dit licht over de incidenten op Chemelot te Geleen en de brand bij een afvalverwerkingsbedrijf in Middenmeer2? Hoe verhoudt zich bijvoorbeeld de uitspraak van betrokkenen dat er bij de brand in Middenmeer geen schadelijke stoffen vrijgekomen zouden zijn, tot het advies van de brandweer geen groenten uit eigen tuin te eten?

    Er is geen verband tussen de incidenten te Geleen, de brand in Middenmeer en de vergunningverlening voor het evenement op sportterrein Ouderkerk.
    Waar het gaat om het mogelijk vrijkomen van schadelijke stoffen: Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en gemeente Medemblik hebben gemeld dat er geen hoge concentraties schadelijke stoffen zijn vrijgekomen. Door de brand zijn er wel roetdeeltjes vrijgekomen. Daarom is omwonenden geadviseerd om geen groenten uit eigen tuin te eten als ze daar roet op hebben aangetroffen.

  • Vraag 13
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat de gezondheid en veiligheid van de bevolking wel in juiste handen is?

    Gezondheid en veiligheid van de bevolking is in Nederland via wet- en regelgeving goed geregeld, met toewijzing van verantwoordelijkheden aan de betreffende bevoegde gezagen (de provincies en gemeenten).
    In het afwegingskader Bewust Omgaan met Veiligheid is expliciet aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is: overheden, bedrijfsleven, burgers, wetenschappers, media, zodat we elkaar ook kunnen aanspreken op die verantwoordelijkheid en vanuit die verantwoordelijkheden ons gezamenlijk kunnen richten op de aanpak van veiligheidsvraagstukken. Ook voor gezondheidsvraagstukken geldt in principe dit afwegingskader en zoals begin juli gemeld zal de Gezondheidsraad mij nog dit jaar nader adviseren op de meer precieze toepassing daarvan op gezondheidsaspecten, gericht op een kwalitatieve insteek bij het maken van afwegingen. Zoals toegezegd zal dit advies naar verwachting begin 2016 naar uw Kamer gestuurd worden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z14377
Volledige titel: Het bericht dat sporters en scholieren zijn blootgesteld aan gifgrond
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-3183
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Smaling over het bericht dat sporters en scholieren zijn blootgesteld aan gifgrond