Kamervraag 2015Z02673

De steeds hogere drempels bij het vragen van extra uren door rechtshulpverleners bij bewerkelijke zaken

Ingediend 13 februari 2015
Beantwoord 9 maart 2015 (na 24 dagen)
Indiener Michiel van Nispen (SP)
Beantwoord door Fred Teeven (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z02673.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1488.html
  • Vraag 1
    Herinnert u uw antwoorden op eerdere vragen over de steeds hogere drempels bij het vragen van extra uren door rechtshulpverleners bij bewerkelijke zaken?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat de toegekende aanvragen voor extra uren bij bewerkelijke zaken niet altijd hele toekenningen betreffen en dus niet alle uren die worden aangevraagd daadwerkelijk worden goedgekeurd? Of wordt er alleen over goedgekeurde aanvragen gesproken als ook alle uren die zijn aangevraagd worden toegekend? Kunt u uw antwoord cijfermatig toelichten?

    Bij bewerkelijke zaken dient onderscheid te worden gemaakt tussen de goedkeuring door de raad voor rechtsbijstand van de aanvraag voor extra uren enerzijds, en de goedkeuring dan wel afwijzing van het aantal gevraagde extra uren anderzijds. Een goedgekeurde aanvraag impliceert derhalve niet dat alle gevraagde extra uren worden goedgekeurd.
    De Raad voor Rechtsbijstand registreert hoeveel aanvragen voor extra uren worden goedgekeurd en eveneens hoeveel aanvragen worden afgewezen. Binnen de categorie «toegekende aanvragen» wordt geregistreerd welk percentage van de gevraagde uren wordt goedgekeurd. In de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand2 worden die gegevens jaarlijks gepubliceerd. Uit die monitor blijkt dat in 2013 77% van de aanvragen voor een extra uren-zaak werd goedgekeurd. In die zaken werd vervolgens 75% van het aantal gevraagde uren goedgekeurd. Ik ben van mening dat deze wijze van registreren een goed beeld geeft van de toekenning en afwijzing van zowel zaken waarin extra uren worden toegekend, als ook het aantal extra uren dat daadwerkelijk wordt toegekend.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het een vertekend beeld geeft als aanvragen als toegekend worden geregistreerd terwijl het dan niet tevens betekent dat alle aangevraagde extra uren daadwerkelijk zijn toegekend? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om dit vollediger te registreren?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Wat is uw reactie op de Kenniswijzer van de Raad voor Rechtsbijstand, die vanaf 1 januari 2015 is ingegaan, waarin letterlijk staat dat in civiele zaken niet snel tot een oordeel wordt gekomen dat een zaak bewerkelijk is, behalve bij uitzonderlijke groepszaken? Hoe moet dit precies worden gelezen en vanaf wanneer geldt deze instructie? Welke gevolgen heeft dit voor rechtzoekenden?

    Het beleid met betrekking tot extra uren-zaken is ongewijzigd gebleven. Vanaf
    1 januari 2015 zijn de nieuwe werkinstructies met betrekking tot extra uren van kracht. Die werkinstructies vervangen de eerdere Leidraad Bewerkelijke zaken.
    In de werkinstructies is op onderdelen getracht concreter toe te lichten in welke gevallen een goedkeuring van extra uren voor de hand ligt, en in welke gevallen dat doorgaans niet het geval is. De uitzonderlijke groepszaken waarnaar wordt verwezen zijn een voorbeeld van zaken die naar hun aard doorgaans bewerkelijk zijn. Dat was echter voor 1 januari 2015 niet anders. De beoordeling in de praktijk is derhalve gelijk gebleven. De wijzigingen hebben dan ook geen gevolgen voor rechtzoekenden. Voor rechtsbijstandverleners is het ook niet moeilijker dan voorheen om in een zaak extra uren toegekend te krijgen.

  • Vraag 5
    Bent u ondanks de mededeling dat niet snel tot het oordeel wordt gekomen dat een civiele zaak bewerkelijk is nog steeds van mening dat er geen sprake is van een beleidswijziging? Is het door deze bepaling voor rechtshulpverleners moeilijker om een vergoeding te krijgen voor bewerkelijke zaken dan voorheen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z02673
Volledige titel: De steeds hogere drempels bij het vragen van extra uren door rechtshulpverleners bij bewerkelijke zaken
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1488
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de steeds hogere drempels bij het vragen van extra uren door rechtshulpverleners bij bewerkelijke zaken