Kamervraag 2014Z17660

De vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi)

Ingediend 9 oktober 2014
Beantwoord 17 november 2014 (na 39 dagen)
Indieners Nine Kooiman , Gert-Jan Segers (CU)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen recht rechtspraak strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z17660.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-566.html
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het besluit van het arrondissementsparket Noord-Nederland tot het plaatsen van de veroordeelde mensenhandelaar A. el Y. in een zbbi terwijl hij nog niet de helft van zijn straf heeft uitgezeten?

    Ja. Echter, niet het arrondissementsparket, maar de selectiefunctionarissen van de afdeling Individuele Zaken Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn, conform artikel 15 van de Penitentiaire beginselenwet, belast met plaatsing in een ZBBI.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u het feit dat het slachtoffer pas werd geïnformeerd nadat verdachte zijn eerste verlof al had genoten?

    Het slachtoffer is over het eerste verlof tijdig geïnformeerd door het Informatiepunt Detentieverloop (IDV) van het Openbaar Ministerie (OM), hetgeen inhoudt dat het slachtoffer hierover voorafgaand aan het eerste verlof is ingelicht.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het een enorme schok moet zijn voor de voormalige slachtoffers van A. el Y. dat hij al in dit stadium van zijn straf in een zbbi wordt geplaatst waarbij hij vanaf heden ook wekelijks met verlof zal mogen gaan?

    Ik kan mij zeker indenken dat het ingrijpend voor slachtoffers kan zijn, wanneer aan een gedetineerde verlof wordt toegekend op een moment dat het slachtoffer dit wellicht nog niet verwacht. De betreffende gedetineerde voldoet echter aan de voorwaarden om in deze fase van de gevangenisstraf in aanmerking te komen voor meer vrijheden.

  • Vraag 4
    Waarom is er toestemming gegeven voor dit verlof, zonder dat er sprake is van bijvoorbeeld een verbod zich op te houden in de buurt van de betrokken slachtoffers? In hoeverre wordt er bij het verlenen van verlof aan veroordeelde mensenhandelaren bekeken of voorwaarden als een gebieds- of contactverbod opgelegd dienen te worden?

    Wekelijks verlof maakt deel uit van het ZBBI-regime. Voorafgaand aan het verlenen van dergelijk regimair verlof wordt een inschatting gemaakt van de risico’s die hieraan verbonden zijn, waarbij de directeur van de penitentiaire inrichting (PI) zich zo nodig laat adviseren door bijvoorbeeld de politie, het OM en/of de reclassering. Indien de informatie hiertoe aanleiding geeft, worden bij het toekennen van het verlof bijzondere voorwaarden, zoals een contact- en/of locatieverbod, gesteld om risico’s – mede ten aanzien van het slachtoffer – te beperken.
    Van de directeur van de PI heb ik vernomen dat ook in de onderhavige zaak thans een contactverbod met het slachtoffer als bijzondere voorwaarde geldt. Hierdoor kan de veiligheid van, alsmede een ongewenste confrontatie met het slachtoffer zoveel mogelijk worden geborgd tijdens verloven.

  • Vraag 5
    Is de slachtoffers om advies gevraagd? Zo ja, wat is daarmee gedaan? Zo nee, waarom is dat achterwege gebleven? Op welke manier wordt er bij de verlofverlening aan mensenhandelaren rekening gehouden met het belang van het slachtoffer?

    Van advisering door slachtoffers bij het toekennen van vrijheden tijdens detentie is geen sprake. Indien het zogeheten spreekrechtwaardige delicten betreft, zoals mensenhandel, wordt desgewenst informatie door het IDV aan het slachtoffer verstrekt over het detentieverloop van gedetineerden om te voorkomen dat zij onverwacht worden geconfronteerd met de dader. Het tijdig informeren van het slachtoffer door het IDV is in lijn met het beleid om de positie van slachtoffers te versterken.

  • Vraag 6
    Hoe wordt de veiligheid van de slachtoffers gewaarborgd op het moment dat deze persoon met verlof gaat?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Waren er bijzondere persoonlijke redenen om A. el Y. wekelijks verlof te geven? Welke garanties zijn er dat hij geen contact zal opnemen met zijn voormalige slachtoffers?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 8
    Hoe verhoudt dit verlof voor deze mensenhandelaar zich dit tot uw voornemen om slachtoffers van veroordeelde criminelen in een betere positie in het rechtsproces te brengen?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Mededeling - 4 november 2014

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Segers (Christen Unie) en Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) (ingezonden 9 oktober 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z17660
Volledige titel: De vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi)
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-566
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Segers en Kooiman over de vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi)