Kamervraag 2014Z11076

De regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie

Ingediend 16 juni 2014
Beantwoord 4 juli 2014 (na 18 dagen)
Indiener Selçuk Öztürk (PvdA)
Beantwoord door Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen economie overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z11076.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2473.html
1. ANP 11 juni 2014
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «ANKO pakt regeldruk kappersbranche en winkelambacht aan»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u de uitkomsten van het onderzoek van SIRA Consulting waaruit blijkt dat in 2012 tussen de vijf en acht procent van de kosten van een kappersbedrijf opging aan regeldruk?

    De resultaten van het onderzoek, zoals die op 10 juni jl. door de voorzitter van de branchevereniging ANKO zijn gepresenteerd, laten zien dat een substantieel deel van de bedrijfskosten van een kappersbedrijf wordt veroorzaakt door regeldruk. Bovendien geeft dit onderzoek aan dat de winst bij veel kappersbedrijven marginaal is.
    Het kabinet ziet in het bovenstaande aanleiding om met ANKO over het onderliggende rapport in gesprek te gaan en te bekijken of en zo ja, op welke wijze de regeldruk in de kappersbranche (merkbaar) kan worden verminderd.

  • Vraag 3
    Kunt u gegevens verschaffen over de regeldruk in andere ambachtsbranches? Zo nee, bent u bereid daar onderzoek naar te laten doen?

    Het kabinet heeft een indicatie van de regeldrukknelpunten in andere ambachtsbranches, zoals de bakkers en schilders. Zoals toegelicht in het verslag van de Informele Raad voor Concurrentievermogen, heeft Nederland in 2013 het initiatief genomen om internationaal vergelijkend onderzoek in Nederland, Ierland, Litouwen en Spanje te verrichten naar de (nalevings)kosten en aard van regeldruk voor het mkb, in dit geval bij bakkerijen2. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de zogenaamde KAR-methode (Kostengestuurde Aanpak Regeldruk). Het onderzoek laat zien dat de regeldruk in de vier onderzochte bakkerijen varieert tussen 10% en 12,5% en relatief hoog is ten opzichte van de winst. Recentelijk heeft ook Actal advies uitgebracht over regeldruk bij kleine ondernemers, waaronder schilders3. Daaruit blijkt dat nog altijd veel regeldruk wordt veroorzaakt door generieke wet- en regelgeving, onder andere op het gebied van belastingwetgeving, arbeidsrecht en lokale wet- en regelgeving. Op basis van genoemde onderzoeken en de door ANKO gepresenteerde conclusies is het beeld dat een deel van de knelpunten in de kappersbranche ook in andere winkelambachten wordt ervaren.
    In de voorjaarsrapportage regeldruk die op 18 juni jl. naar de Kamer is gestuurd, presenteert het kabinet de tussentijdse resultaten van het regeldrukverminderingsprogramma «Goed Geregeld» en gaat het ook nader in op het genoemde Actal advies.

  • Vraag 4
    Hoe wordt de bedrijfseffectentoets (BET) aangescherpt om regeldrukeffecten voor het MKB in het algemeen, en de ambachtsbranche in het bijzonder, in beeld te krijgen?

    Zoals ook in de voorjaarsrapportage regeldruk toegelicht, is de Bedrijfseffectentoets (BET) recentelijk vernieuwd. In de vernieuwde BET worden niet alleen vragen beantwoord over het aantal bedrijven en branches waarvoor bedrijfseffecten worden verwacht, maar wordt nu ook antwoord gegeven op de vraag in hoeverre de effecten neerslaan bij het MKB, microbedrijven en zzp’ers. Hiermee wordt het wetgevingsproces transparanter. Tevens moeten in de BET de regeldrukgevolgen van de ontwerpregelgeving zowel kwalitatief als kwantitatief in beeld worden gebracht. Ook daar wordt gevraagd de regeldrukeffecten te specificeren naar bedrijfsgrootte (MKB, microbedrijven en zzp’ers).

  • Vraag 5
    Hoe gaat u bewerkstelligen dat zoveel mogelijk branches uit de ambachtseconomie in 2016 aangesloten zijn bij het Ondernemingsdossier? Welke prioriteit heeft dat voor u?

    De ambachtelijke sectoren zijn een belangrijke pijler van onze economische infrastructuur. De aansluiting van deze sectoren op het Ondernemingsdossier zou zeker verder verkend kunnen worden. Het initiatief daartoe ligt in eerste instantie bij de branches zelf. Immers de implementatie van het Ondernemingsdossier wordt gerealiseerd door de betrokken publieke en private organisaties. Het ministerie van Economische Zaken ondersteunt en faciliteert dit proces. Brancheorganisaties beslissen zelf welke meerwaarde het Ondernemingsdossier voor hun leden kan hebben en of zij het willen gaan invoeren. Zo heeft de bakkersbranche reeds besloten het Ondernemingsdossier in te gaan voeren. De slagersbranche verkent op dit moment de mogelijkheden.
    Samen met VNO/MKB-Nederland worden momenteel alle geïnteresseerde branches geïnformeerd over de mogelijkheden van het Ondernemingsdossier. Indien sectoren uit de ambachtseconomie ook een verkenning willen doen, sta ik daar voor open. Ik zal de mogelijkheden voor specifieke acties richting ambachtelijke sectoren bespreken met VNO/MKB-Nederland.

  • Vraag 6
    Welke economische data zijn in het algemeen beschikbaar over en voor (branches in) de ambachtseconomie, waaruit ook het belang van de sector voor de Nederlandse economie blijkt?

    De ambachtseconomie is niet eenduidig af te bakenen als onderdeel van de economie. Daarom kent iedere poging tot kwantificering van het economisch belang van de ambachten altijd zijn beperkingen. In de afgelopen jaren is een aantal rapporten verschenen dat inzicht geeft in het belang van de ambachtseconomie (zie onder andere EIM4en Ecorys5). Ook heeft het UWV in oktober 2013 een arbeidsmarktbeschrijving van de ambachtseconomie uitgebracht6.
    Volgens de inmiddels vrij gangbare indeling telt de ambachtseconomie 774.000 banen (EIM, 2012). Dat is ongeveer 8 procent van het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Nederland. Vermelding verdient dat van de ongeveer 774.000 banen in de ambachtseconomie er circa 252.700 behoren tot de bouw en de afbouw.
    Op het niveau van de branches binnen de ambachtseconomie is veel informatie beschikbaar. Zo is er via het CBS informatie beschikbaar over beroepen en bedrijven op gedetailleerd niveau. Deze informatie is te raadplegen via onder andere statline, maar ook via persberichten van het CBS. Ook de economische bureaus van Nederlandse banken beschikken over veel informatie over branches, bijvoorbeeld over de kappersbranche en (onderdelen van) de bouwsector.
    Richting de toekomst zal de noodzaak en de (financiële) haalbaarheid worden onderzocht om structureel informatie over de ambachtseconomie als geheel bij te houden. Dit zou bijvoorbeeld kunnen binnen de vernieuwde datavoorziening van het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat vanaf 2015 door het CBS zal worden verzorgd. Hierover vinden nog dit jaar gesprekken plaats met belanghebbenden.

  • Vraag 7
    Welke activiteiten worden op dit moment via de Ondernemerspleinen ontplooid die specifiek gericht zijn op starters en ondernemers in de ambachtseconomie?

    Specifiek voor de ambachtseconomie zijn er ingangen gemaakt op ondernemersplein.nl. Zo is er voor de kappersbranche een aparte ingang voor de persoonlijke dienstverlening met informatie voor deze sector. Deze ingang is te vinden op: http://www.ondernemersplein.nl/brancheinformatie/persoonlijke-dienstverlening. Op basis van input vanuit bedrijven zal deze ingang verder worden doorontwikkeld. Zo zal de informatie in de komende periode verder worden uitgebouwd in overleg met het Centrum voor Ambachtseconomie. Daarnaast is er onlangs een webinar gehouden voor starters en is er een grote hoeveelheid informatie voor ondernemers in de ambachtseconomie aanwezig op ondernemersplein.nl op voor hen relevante onderwerpen. Zo kan er informatie over financiële administratie of over arbeidsomstandigheden worden teruggevonden op ondernemersplein.nl.
    De wijze waarop de regionale ondernemerspleinen zullen worden ingericht krijgt in de loop van dit jaar nader vorm. Dit zal in nauw overleg gebeuren met de regioraden die binnenkort van start gaan. De beschikbare dienstverlening en de daartoe benodigde expertise, ook op het gebied van de ambachtseconomie, zal zoveel mogelijk worden afgestemd op de regionale behoefte.

  • Vraag 8
    Hoe worden kennis en expertise van en over de ambachtseconomie bij (de medewerkers van) de fysieke Ondernemerspleinen bewaakt en vergroot?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Bent u bereid de ambachtseconomie, gezien het belang dat het kabinet blijkens de reactie op het SER-advies Handmate in Holland eraan hecht, een hogere prioriteit toe te kennen binnen uw beleid? Zo nee, waarom niet?

    Het kabinet onderschrijft het belang van de ambachtseconomie voor Nederland. Juist daarom heeft het kabinet in haar reactie op het SER-advies Handmade in Holland een aantal maatregelen aangekondigd om de ambachtseconomie te ondersteunen. Zo komt er meer aandacht voor praktische vaardigheden in het primair onderwijs, komt er meer aandacht voor ondernemersvaardigheden en vermindering van regeldruk en wordt uitbreiding van de
    meester-gezel formule gestimuleerd. Ook verkent het kabinet of het haalbaar is om een nieuwe vak instelling voor uniek specialistisch onderwijs op te richten. Deze maatregelen bevorderen de belangstelling voor ambachtelijke beroepen en de continuïteit van het opleidingsaanbod voor kleine specialistische beroepen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z11076
Volledige titel: De regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-2473
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Öztürk over de regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie