Kamervraag 2014Z03140

Overheidssubsidie voor duurzame energie

Ingediend 19 februari 2014
Beantwoord 24 maart 2014 (na 33 dagen)
Indiener Reinette Klever (PVV)
Beantwoord door Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03140.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1522.html
  • Vraag 1
    U zegt in uw antwoord van 9 december 2013 dat de innovatiesubsidies worden verstrekt aan degenen die het initiatief tot het bouwen van dit park hebben genomen; kunt u aantonen, bijvoorbeeld aan de hand van opdrachtbevestigingen voor de bouw, dat de technische en financiële onzekerheden bij de bouw inderdaad voor rekening komen van de initiatiefnemers en niet voor rekening van de leverancier(s) van de turbines?1

    Leveranciers zullen risico’s die zij lopen altijd doorberekenen in de prijzen. Op die manier komt de rekening altijd bij de projectontwikkelaar/initiatiefnemer terecht.

  • Vraag 2
    De SDE+ subsidie vult de marktprijs aan tot aan de door de ondernemers aangegeven kostprijs; hoe hoog was die kostprijs per kilowattuur waarop de SDE+ is gebaseerd en wat is de werkelijke kostprijs, nu gebleken is dat de SDE+ subsidie onvoldoende was?

    Hierover is uw Kamer geïnformeerd bij brief inzake windpark Noordoostpolder van 17 november 2009 (31 239, nr. 75). Er is overigens geen sprake van SDE+ subsidie, maar de SDE subsidie zoals deze in 2009 gold.

  • Vraag 3
    In uw beantwoording van de vorige vragen geeft u aan dat de innovatiesubsidie van € 24 mln. voor de grote binnendijkse turbines nodig was voor locatie specifieke zaken zoals de fundering; bevestigt u daarmee dat de bouw van deze grote turbines niets nieuws is, omdat zij al eerder op andere plekken zijn gebouwd?

    Op het moment van subsidieverlening waren molens van 6 – 8 MW nog niet of nauwelijks gebouwd en al helemaal niet in zulke grote aantallen. Bovendien is de bouw op deze locatie ingewikkeld in verband met de nabijheid van de IJsselmeerdijk en ook het natura2000 gebied, waarmee rekening moet worden gehouden.
    De investeringssubsidie is goedgekeurd door de Europese Commissie, die er op toe ziet dat niet teveel subsidie wordt uitgekeerd. Na de bouw zal nog een Milieusteunkader toetsing plaatsvinden op basis waarvan nogmaals bekeken wordt of er niet teveel subsidie is betaald.

  • Vraag 4
    Kunt u bevestigen dat locatie specifieke zaken overal en altijd verschillend zijn en derhalve geen aanleiding behoren te zijn tot het toekennen van een innovatiesubsidie?

    De SDE+ is geen innovatiesubsidie. Er wordt echter wel vanuit gemeenten, provincies en projectontwikkelaars gepleit om in de SDE+ meer rekening te houden met locatiespecifieke omstandigheden. Niet voor niets is de categorie «wind in meer» in de SDE+ opgenomen en wordt nu gestudeerd op de mogelijkheid van een categorie «wind op dijken».
    Ten algemene ben ik het er niet mee eens dat locatiespecifieke factoren geen rol zouden kunnen spelen bij innovatiesubsidies. Het kan juist innovatief zijn om technologieën toe te passen op plaatsen waar dat niet eerder gebeurd is. Denk aan energieproductie ver uit de kust (niet alleen wind op zee maar ook bijvoorbeeld olie- en gaswinning op grote diepten), nieuwe toepassingen van zonne-energie op gebouwen, zeer diepe geothermie etcetera. Ook op andere manieren kunnen locatieafwegingen een rol spelen bij subsidieverstrekking. Denk bijvoorbeeld aan de regionale steunkaart, waarmee economische ontwikkeling en bedrijvigheid in achtergebleven regio's gestimuleerd kunnen worden.

  • Vraag 5
    De locaties voor de molens in het IJsselmeer liggen volgens de Milieueffectrapportage (MER) op ca. 4 meter waterdiepte, veel minder diep dan die in de Noordzee en bovendien ook veel dichter bij de kust; kunt u aangeven waaruit de extra problemen bestaan die na de ervaringen met de bouw op de Noordzee per molen 1,9 mln. euro innovatiesubsidie noodzakelijk maken?

    Hierover heb ik u al geantwoord op 24 januari 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1033)
    naar aanleiding van uw vragen op 24 december 2013. Zie daarvoor het antwoord onder 2 en 4.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven wat de kosten zijn van het trafostation en van de hoogspanningskabel die speciaal voor het windpark worden gebouwd? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?

    Zoals al eerder aangegeven in mijn antwoorden op 24 januari 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1033) worden deze zaken niet speciaal voor het windpark aangelegd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z03140
Volledige titel: Overheidssubsidie voor duurzame energie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1522
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Klever inzake overheidssubsidie voor duurzame energie