Kamervraag 2013Z16767

Jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops

Ingediend 6 september 2013
Beantwoord 4 oktober 2013 (na 28 dagen)
Indieners Lea Bouwmeester (PvdA), Manon Fokke (PvdA)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16767.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-166.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Rechter verklaart OM niet-ontvankelijk in zaak coffeeshops Maastricht»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u een overzicht en een inhoudelijke samenvatting geven van de rechterlijke uitspraken ten aanzien van het ingezetenencriterium vanaf mei 2012 tot heden?

    De regering heeft immers zelf al gezegd dat de beperking van cannabisverkoop aan alleen Nederlanders heeft geleid tot een sterke afname van het drugstoerisme. De Staat moet nu een schadevergoeding betalen aan een aantal coffeeshophouders in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. De hoogte van de schadevergoeding zal nog nader bepaald moeten worden. De beperking van verkoop aan alleen Nederlanders (het «ingezetenen-criterium») is volgens de rechtbank wel geoorloofd, omdat hiermee doelgericht het drugstoerisme uit het buitenland tegengegaan wordt. Dit beleid is volgens de rechtbank vanwege deze doeltreffendheid niet in strijd met Europese regelgeving.»
    De rechtbank is van oordeel dat verweerder, in het kader van het motiveringsbeginsel, in onderhavige zaak niet kan volstaan met een verwijzing naar de (openbare orde) situatie in Maastricht in 2008 (waar de uitspraak van de Afdeling betrekking op heeft), maar dient te motiveren waarom ook thans een minder vergaande maatregel (dan het i-criterium) niet mogelijk zou zijn. (...) De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat het bestreden besluit op dit punt in strijd is met het motiveringsbeginsel.»

  • Vraag 3
    Vormen bovenstaande uitspraken gezamenlijk een eenduidige jurisprudentie ten aanzien van het ingezetenencriterium? Zo ja, waaruit blijkt die eenduidigheid? Zo nee, waarom niet?

    Uit de jurisprudentie tot nu toe blijkt dat het ingezetenencriterium zowel bij de strafrechter als de civiele rechter als de bestuursrechter de toets der kritiek doorstaat.

  • Vraag 4
    Deelt u in zijn algemeenheid de mening dat, indien jurisprudentie geen eenduidige rechtsbron oplevert, de wetgever daar zelf door middel van wetgeving voor moet zorgen?

    Deze vragen zijn gelet op het antwoord op vraag 3 niet van toepassing.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat in het geval de jurisprudentie met betrekking tot het ingezetenencriterium geen eenduidige rechtsbron oplevert, u voor wetgeving over dit onderwerp dient te zorgen? Zo ja, gaat u binnen de in het Regeerakkoord geschetste kaders rondom het ingezetenencriterium en de handhaving daarvan, wetgeving aanhangig maken? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Mededeling - 3 oktober 2013

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Bouwmeester en Fokke (beiden PvdA) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetencriterium voor coffeeshops (ingezonden 6 september) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z16767
Volledige titel: Jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-166
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bouwmeester en Fokke over jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops