Kamervraag 2013Z00444

het bestrijden van recidive en het aan het werk zetten van ex-gedetineerden

Ingediend 15 januari 2013
Beantwoord 25 februari 2013 (na 41 dagen)
Indiener Nine Kooiman
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00444.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1369.html
1. Algemeen Dagblad, 11 januari 2013
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op de artikelen «Na celstraf nauwelijks kans op een baan» en «Besmet met een strafblad»?1

    Ik vind het belangrijk dat mensen zo snel mogelijk na hun detentie weer een betaalde baan hebben omdat het hebben van werk één van de belangrijke voorwaarden is, om niet te recidiveren. Bij re-integratie dient echter altijd het belang van de samenleving ook nadrukkelijk in acht te worden genomen.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het van belang is dat mensen die gedetineerd hebben gezeten na het uitzitten van hun straf zo snel mogelijk weer op een eerlijke manier hun geld gaan verdienen? Deelt u eveneens de mening dat het een slechte zaak is dat ex-gedetineerden zo moeilijk aan een baan kunnen komen, met name omdat het niet hebben van werk in de praktijk vaak leidt tot recidive waardoor de criminaliteit toeneemt?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Bent u bekend met de moeilijkheden die deze specifieke doelgroep ondervindt bij het vinden van werk? Welke mogelijkheden ziet u om deze specifieke problemen te verminderen?

    Ik ben bekend met moeilijkheden die (ex-)gedetineerden kunnen hebben met het vinden van een baan direct na detentie. Een gedetineerde is echter eerst zelf verantwoordelijk voor de invulling van zijn detentieperiode en de stappen die hij onderneemt om al tijdens detentie te werken aan zijn re-integratie. Om de gedetineerden beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt wordt de arbeid tijdens detentie opnieuw ingericht. Belangrijke uitgangspunten zijn: normaliseren, verdienen en promoveren/degraderen. U bent hierover geïnformeerd in de brief over de Modernisering Penitentiaire Arbeid.2
    Mijn inzet is er onder andere op gericht om gedetineerden al tijdens detentie betere mogelijkheden te bieden om te solliciteren en om scholing en arbeid tijdens detentie meer te laten aansluiten bij de vraag uit de arbeidsmarkt. Werken in detentie moet zo veel mogelijk lijken op het werken op de arbeidsmarkt. Ik ga daarbij ook onderscheid maken tussen gemotiveerde gedetineerden en gedetineerden die zich onvoldoende inzetten. Om gedetineerden sterker te motiveren voor arbeid tijdens detentie wil ik het maximale bedrag aan eigen geld dat van buiten komt beperken. Al deze maatregelen vergroten de kans op een kansrijke terugkeer in de samenleving.

  • Vraag 4
    Wat is uw reactie op de uitspraak van de directeur van Reclassering Nederland die signaleert dat door het vereisen van de Verklaring Omtrent het Gedrag ex-delinquenten vrijwel nergens meer terecht kunnen, ook als er geen risico’s zijn?

    De aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) wordt beoordeeld door de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Aan de hand van een vastgesteld beoordelingskader wordt per geval zorgvuldig het
    belang afgewogen dat de aanvrager heeft bij afgifte van de VOG tegen het belang dat de samenleving heeft bij bescherming tegen de risico’s die zijn verbonden aan het vervullen van die specifieke functie. In geval van weigering van de VOG is de ernst van de gepleegde strafbare feiten zodanig dat het belang van de samenleving zwaarder weegt dan het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van de beoogde baan. Om het vinden van een stage of baan te vergemakkelijken heb ik u tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling van Veiligheid en Justitie reeds toegezegd, de terugkijktermijn voor adolescenten te verkorten3. Deze gewijzigde terugkijktermijn geldt voor alle delicten met uitzondering van zedendelicten en zware geweldsdelicten. In eerdere berichtgeving aan uw Kamer heb ik al aangegeven dat jongeren in reactie op een voorgenomen afwijzing van de VOG alle omstandigheden kunnen aanvoeren die zij van belang vinden voor de beoordeling van hun aanvraag. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, de leeftijd ten tijde van het plegen van het strafbare feit en de ontwikkeling die de jongere sindsdien heeft doorgemaakt. In dat kader kunnen bijvoorbeeld diploma’s, referenties van eerdere werkgevers, of een reclasseringsrapport worden meegestuurd4.
    Daarbij betekent het weigeren van een VOG voor een bepaalde functie, niet dat een persoon geheel is uitgesloten van de arbeidsmarkt of geen uitzicht meer heeft op werk. Ex-gedetineerden kunnen werkzaam zijn in vele functies, waarvoor de geconstateerde strafbare feiten geen belemmering vormen of waarvoor een werkgever geen VOG verlangt.
    De reclassering en het gevangeniswezen hebben de verantwoordelijkheid voor het opleidingstraject van de gedetineerde. Een gedetineerde dient alleen een opleiding te volgen als hij of zij hier ook daadwerkelijk mee aan het werk kan gaan.

  • Vraag 5
    Bent u bereid om te bezien of de eisen die aan de Verklaring Omtrent het Gedrag worden gesteld in de praktijk er niet toe leiden dat ex-gedetineerden vrijwel nergens meer aan de slag kunnen, waarmee het doel van de op zichzelf terechte Verklaring Omtrent het Gedrag voorbij wordt geschoten? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Welke initiatieven neemt u om werkgevers aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een geslaagde re-integratie van ex-gedetineerden en hen warm te maken voor het aannemen van mensen met een strafblad die hun leven gebeterd hebben?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Welke mogelijkheden ziet u om gedetineerden reeds in detentie voor te bereiden op een werkzaam leven (arbeidsritme, vaardigheden en toeleiding naar specifiek werk), zodat zij aantrekkelijker worden voor toekomstige werkgevers? Deelt u de mening dat de concrete resultaten van de in het verleden in gang gezette proeven in het kader van «Arbeidstoeleiding in detentie» teleurstellend zijn en dat dergelijke initiatieven juist uitgebreid moeten worden? Welke maatregelen gaat u hiertoe nemen?

    Om de gedetineerden beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt wordt de arbeid tijdens detentie opnieuw ingericht. Zoals in mijn antwoord op vraag 3 worden belangrijke uitgangspunten bij arbeid tijdens detentie: normaliseren, verdienen en promoveren/degraderen. Door deze uitgangspunten wil ik de kans op een succesvolle terugkeer in de maatschappij en op de arbeidsmarkt vergroten.

  • Mededeling - 6 februari 2013

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bestrijden van recidive en het aan het werk zetten van ex-gedineerden (ingezonden 15 januari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z00444
Volledige titel: het bestrijden van recidive en het aan het werk zetten van ex-gedetineerden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-1369
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Kooiman over het bestrijden van recidive en het aan het werk zetten van ex-gedetineerden