Kamervraag 2012Z20750

De privatisering van het toezicht in de bouw

Ingediend 30 november 2012
Beantwoord 17 december 2012 (na 17 dagen)
Indieners Manon Fokke (PvdA), Albert de Vries (PvdA)
Beantwoord door Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen bouwnijverheid economie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z20750.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-921.html
1. Dagblad Metro 27 november 2012
  • Vraag 1
    Kent u het bericht: «Bouwconstructies zeer onveilig door privaat toezicht»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u toelichten hoe vanaf 2015 het toezicht in de bouw wordt vormgegeven?

    Ik streef naar een nieuw stelsel waarbij vanaf 2015, naast het bestaande bouwtoezicht, private kwaliteitsborging mogelijk is. Zoals in de brief Vernieuwing bouwregelgevingvan 15 december 2011 aan uw Kamer gemeld, werkt het ministerie van BZK aan de uitvoering van de adviezen van de commissie Fundamentele verkenning bouw (de commissie Dekker).

  • Vraag 3
    Bent u met het Centraal Overleg Bouwconstructies van mening dat als opdrachtgevers zelf een constructeur kunnen contracteren de onafhankelijkheid en de kwaliteit van het bouwtoezicht in het geding zijn? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Binnen het nieuwe stelsel zal sprake moeten zijn van voldoende waarborgen («checks & balances») alvorens een vorm van private kwaliteitsborging de huidige publieke toets zal kunnen vervangen. Het te ontwikkelen stelsel zal, zoals in de brief van 15 december is aangegeven, als uitgangspunt hebben «dat bouwwerken voldoen aan het Bouwbesluit, helder geregeld is wie hiervoor verantwoordelijk is en wie aansprakelijk is indien niet aan de voorschriften is voldaan.» Een situatie zoals door het Centraal Overleg Bouwconstructies (COBc) in het artikel geschetst zal dan ook niet aan de orde zijn. Daarnaast zal – voor die gebouwen met een hoog risicoprofiel waarbij dat noodzakelijk wordt geacht – onafhankelijk toezicht een wettelijk vereiste zijn.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven op welke wijze u de kwaliteit van privaat toezicht gaat waarborgen, hoe de aansprakelijkheid van private toezichthouders wordt geregeld en hoe de sanctionering op ondeugdelijke constructies wordt vormgegeven?

    Uitgangspunt is het voldoen aan de voorschriften en een heldere verdeling van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. In het afgelopen jaar is een eerste onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop aansprakelijkheid, sanctionering en het toezicht kan worden vormgegeven.2 Op dit moment werkt het ministerie van BZK aan een verdere concretisering van het stelsel. Ik zal u hierover medio 2013 verder informeren.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat veiligheid primair het domein van de overheid is? Kunt u toelichten hoe dit zich verhoudt met het voornemen om het bouwtoezicht en met name ook het toezicht op constructies te privatiseren?

    Nee. De overheid is bij private toetsing voor wat betreft de veiligheid van bouwconstructies alleen verantwoordelijk voor de regels waaraan deze constructies moeten voldoen en het stelsel van toezicht en handhaving. Uit de Woningwet volgt dat opdrachtgevers en gebouweigenaren primair verantwoordelijk zijn dat hun bouwconstructies voldoen aan het Bouwbesluit en dat gemeenten hierop toe moeten zien. Mijn voornemen is om naast het gemeentelijk ook privaat toezicht mogelijk te maken. Het is mijn verantwoordelijkheid dat er een stelsel komt voor privaat toezicht dat leidt tot een borging van de constructieve veiligheid dat minimaal gelijk is aan het gemeentelijke toezicht.

  • Vraag 6
    Hoe kijkt u aan tegen een systematiek waarin het bouwtoezicht niet wordt geprivatiseerd, maar wordt belegd bij de regionale Uitvoeringsdiensten, om zodoende de kwaliteit en onafhankelijkheid van de toetsing van constructies beter te concentreren en te waarborgen? Kunt u ook aangeven welke synergievoordelen dit zou kunnen opleveren?

    Recent heb ik van het COBc een position paper ontvangen waarin wordt voorgesteld om de constructieve toets te beleggen bij een landelijke uitvoeringsorganisatie. Naar de mening van het COBc zal een dergelijke organisatie los moeten staan van gemeenten of andere bestuursorganen (zoals Regionale Uitvoeringsdiensten) om volledige onafhankelijkheid te garanderen. Alvorens te reageren op het voorstel van het COBc wil ik het standpunt van de Vereniging Bouwtoezicht Nederland (VBWTN) afwachten over de wijze waarop private kwaliteitsborging naar hun mening kan worden ingevuld. Ik heb de Vereniging Bouwtoezicht Nederland – waar het COBc deel van uitmaakt – gevraagd om het COBc hier nauw bij te betrekken.
    Op voorhand wil ik als bezwaar tegen het voorstel van het COBc wel opmerken dat een dergelijke opzet voorbijgaat aan het integrale karakter van de bouwregelgeving. Een gebouwontwerp kan naar mijn mening niet worden beoordeeld op constructieve veiligheid, brandveiligheid, energiezuinigheid, etc. zonder daarbij het gehele ontwerp integraal te beschouwen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z20750
Volledige titel: De privatisering van het toezicht in de bouw
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-921
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Albert de Vries en Fokke over de privatisering van het toezicht in de bouw