Kamervraag 2012Z17732

Het gebruik van het pistool door agenten in stresssituaties

Ingediend 22 oktober 2012
Beantwoord 19 november 2012 (na 28 dagen)
Indiener Nine Kooiman (SP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z17732.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-598.html
1. Trouw, 20 oktober 2012
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat agenten niet goed voorbereid zouden zijn op het gebruik van een pistool in stresssituaties?1

    De politie beschikt over het geweldsmonopolie en dat brengt een zware verantwoordelijkheid mee. Het toepassen van geweld moet beperkt blijven tot die situaties waarin er echt geen andere mogelijkheid is. De politie geeft hieraan op een goede manier invulling.
    De Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie (RTGP) schrijft voor dat de korpsbeheerder temminste 32 uur per jaar ter beschikking stelt voor training en toetsing van de geweldsbevoegdheden aan iedere politiemedewerker. Het gemiddelde slagingspercentage voor de schiettoets in de laatste 3 jaar bedraagt ruim 93% per jaar. Wie zijn toets niet haalt, dient zijn vuurwapen in te leveren. Zo komen alleen schietvaardige agenten met een vuurwapen op straat.
    Uit eerdere onderzoeken2 naar vuurwapengebruik door de politie blijkt, keer op keer, dat het vuurwapengebruik vrij stabiel is als er over een langere periode gekeken wordt. Sinds 1978 vallen er gemiddeld drie doden en veertien gewonden per jaar. Deze stabiliteit is opmerkelijk, aangezien de politie in die periode anderhalf keer zoveel medewerkers heeft gekregen, de Nederlandse bevolking flink is gegroeid en de geweldscriminaliteit is vervijfvoudigd.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van de onderzoeker dat er bij de politieopleiding en schietoefeningen te weinig aandacht is voor stress die optreedt bij het omgaan met een vuurwapen? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zoals bij het antwoord op vraag 1 gesteld, zijn de schietbeslissingen van de Nederlandse politie in de praktijk in het algemeen adequaat. Dit wil niet zeggen, dat er niet naar constante verbetering gestreefd moet worden.
    Om die reden ben ik samen met de politie, in het kader van het Programma Versterking Professionele Weerbaarheid bezig met het herzien en verbeteren van de Integrale Beroepsvaardighedentraining (IBT) van de politie. Hiervoor is op grond van de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie jaarlijks per medewerker 32 uur beschikbaar. Die uren zijn bedoeld om de politiemedewerker periodiek te kunnen bijscholen, trainen en toetsen op het gebied van (kennis van) geweldsbeheersing, van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden en schietvaardigheid. De inhoud en opbouw van de trainingstijd is op dit moment niet centraal voorgeschreven, de inhoud van de toetsen wel. De Politieacademie en de schietinstructeurs zijn betrokken bij de herziening van de IBT. Ik zal de uitkomsten van het rapport Schieten of niet schieten betrekken bij de herziening van de Integrale Beroepsvaardigheids Trainingen.
    Daarnaast ontvangt iedere politieagent in de frontlinie een vierdaagse mentale weerbaarheidstraining, die als oogmerk heeft om het zelfvertrouwen onder stressvolle omstandigheden te vergroten.

  • Vraag 3
    Wordt de norm van 32 uur schietoefeningen door alle agenten gehaald? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 4
    Deelt u de mening van de politievakbond ACP dat er meer getraind moet worden, om zo het handelen van agenten in stresssituaties te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Bent u bereid om in overleg te treden met de politieacademie en instructeurs bij schietoefeningen om te zorgen dat hier meer aandacht voor komt, zowel in de opleiding als bij de jaarlijkse schietoefeningen? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 6
    Bent u bereid het onderzoek van de psycholoog aan de Vrije Universiteit, voorzien van uw reactie, aan de Kamer te doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
  • Mededeling - 14 november 2012

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het gebruik van het pistool door agenten in stresssituaties (ingezonden 22 oktober 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z17732
Volledige titel: Het gebruik van het pistool door agenten in stresssituaties
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-598
Volledige titel: Antwoord vragen Kooiman over het gebruik van het pistool door agenten in stresssituaties