Kamervraag 2012Z02148

Ongeldige vonnissen van e-Court

Ingediend 7 februari 2012
Beantwoord 29 februari 2012 (na 22 dagen)
Indiener Sharon Gesthuizen (GL)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z02148.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1682.html
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat vonnissen die e-Court tot nu heeft gedaan niet rechtsgeldig zijn?1 Heeft e-Court daarmee in ieder geval zijn contractanten verkeerd voorgelicht over de afdwingbaarheid van zijn uitspraken?2

    De rechter heeft zich uitgesproken over de rechtsgeldigheid van de arbitrale vonnissen van e-Court. Het lijkt mij in zijn algemeenheid wenselijk en aannemelijk dat e-Court naar aanleiding van de uitspraak van de rechter haar procedure zodanig zal wijzigen dat tegemoet wordt gekomen aan de eisen die door de wet aan een rechtsgeldig arbitraal vonnis worden gesteld. Aangezien het om een private geschilbeslechtingsinstantie gaat is het niet aan mij om actie te ondernemen.
    In het arbitragereglement van e-Court wordt in deel 2, artikel 8, gesteld dat voor het verkrijgen van een executoriale titel in zaken die voor arbitrage aan e-Court worden voorgelegd, verlof van de voorzieningenrechter nodig is. Op dat punt kan ik concluderen dat de informatievoorziening juist is.

  • Vraag 2
    Welke actie heeft u naar aanleiding van deze uitspraken ondernomen of gaat u ondernemen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat e-Court zijn praktijken pas voort mag zetten indien duidelijk is dat alle contracten met zijn relaties zullen leiden tot rechtsgeldige vonnissen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat alternatieve geschillenbeslechting alleen mogelijk moet zijn wanneer beide partijen daarmee akkoord zijn? Deelt u de mening dat de gang naar de normale rechter een optie moet blijven?

    Alternatieve geschillenbeslechting is per definitie een vorm van geschiloplossing die berust op de instemming van beide betrokken partijen. Daarbij blijft de gang naar de overheidsrechter open in die zin dat bij bindend advies de rechter gevraagd kan worden of gebondenheid aan het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is (in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan). In het geval van arbitrage kan vernietiging van het arbitrale vonnis gevraagd worden op een aantal in de wet genoemde gronden. Ook is in bepaalde gevallen herroeping van het vonnis mogelijk. De tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis kan in bepaalde gevallen geweigerd worden, onder andere wegens kennelijke strijd met de goede zeden of de openbare orde.

  • Vraag 5
    Heeft u in uw gesprek met e-Court medio 2011 aangegeven onder welke voorwaarden e-Court gebruik kan maken van arbitrage?3 Wat vindt u ervan dat ondanks dit gesprek nog steeds door e-Court de mogelijkheid wordt geboden om het geschil te beslechten middels een bindend advies?4

    De voorwaarden voor arbitrage zijn opgenomen in artikelen 1020–1076 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en zijn dus openlijk beschikbaar. Het gebruik van bindend advies is een bestaande optie voor geschillenoplossing, met de kanttekeningen die ik daar in mijn brief aan uw Kamer van 23 juni 2011 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 29 279, nr. 122) bij heb gemaakt.

  • Vraag 6
    Heeft u na het gesprek, zoals genoemd in uw brief d.d. 23 juni 2011, nog met e-Court aan tafel gezeten? Zo ja, wat is er toen besproken?

    Ambtenaren van mijn ministerie hebben na 23 juni 2011 nog twee maal met vertegenwoordigers van e-Court om de tafel gezeten. Deze gesprekken hebben plaatsgevonden in het kader van de innovatieagenda rechtsbestel, die op 31 oktober 2011 aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 33 071, nr. 5). Zowel het ministerie als e-Court hebben aangegeven in gesprek te willen blijven en te onderzoeken waar kennisuitwisseling voordelen kan hebben voor innovatie van juridische procedures.

  • Vraag 7
    Wat is uw reactie op het bericht dat e-Court een overeenkomst heeft gesloten met Intrum Justitia, ondanks dat vast is komen te staan dat de werkwijze van e-Court in veel gevallen onrechtmatig is?5

    E-Court en Intrum Justitia zijn private partijen. Het staat hen vrij om een overeenkomst te sluiten. Ik veronderstel dat zij de gevolgen van de recente uitspraak van de rechtbank onderling zullen bespreken, en acht het niet nodig mij daarin te mengen.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat door onder andere verhoging van de griffierechten meer private alternatieven voor geschillenbeslechting zullen ontstaan? Hoe gaat u in de toekomst voorkomen dat dergelijke private initiatieven zich niet aan de wet houden?

    Het is zeker mogelijk dat er meer private initiatieven zullen ontstaan die buitengerechtelijke geschiloplossing aanbieden. Ook het voorstel voor een Europese richtlijn over Alternative Dispute Resolution in consumentenzaken (COM2011 793) en het voorstel voor de verordening Online Dispute Resolution (COM2011 794) zullen wellicht private initiatieven stimuleren.
    Ik ben van mening dat buitengerechtelijke geschilbeslechting zo veel mogelijk door zelfregulering tot stand moet komen, uiteraard met eerbiediging van de geldende wetgeving. Ter waarborging daarvan kunnen uitspraken van buitengerechtelijke geschilbeslechters in bepaalde gevallen getoetst worden door de rechter. De recente beschikkingen ten aanzien van de uitspraken van e-Court zijn een goed voorbeeld van deze toetsing.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z02148
Volledige titel: Ongeldige vonnissen van e-Court
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1682
Volledige titel: Antwoord vragen Gesthuizen over ongeldige vonnissen van e-Court