Kamervraag 2011Z23337

Ambulante hulp bij zelfdoding aan huis

Ingediend 17 november 2011
Beantwoord 1 december 2011 (na 14 dagen)
Indiener Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU)
Beantwoord door Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z23337.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-818.html
1. Algemeen Dagblad 16 november 2011.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de berichten «Hulp bij zelfdoding aan huis» en «Mens met doodswens sterft het liefst thuis»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Welke partijen zijn betrokken bij de oprichting van de levenseindekliniek?

    Mij is alleen de betrokkenheid van de NVVE bekend.

  • Vraag 3
    Wat is uw oordeel over de berichtgeving van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) dat zij verwacht een groot deel van de eerder afgewezen patiënten in het reguliere traject wel te kunnen helpen in een levenseindekliniek?

    Het initiatief van de Nederlandse vereniging voor vrijwillig levenseinde (NVVE) om een levenseindekliniek te starten is een reactie op een signaal dat er patiënten zijn die hun verzoek om levensbeëindiging niet ingewilligd zien worden bij hun arts, terwijl wel zou zijn voldaan aan zorgvuldigheidseisen.
    Het is mijns inziens het meest wenselijk dat een verzoek om levensbeëindiging en het proces om dit verzoek te onderzoeken, plaatsvindt binnen de bestaande arts-patiëntrelatie. Immers deze arts heeft inzicht in de gehele situatie van de patiënt en is bekend met zijn of haar achtergrond. Naar mijn mening moet de aandacht daarom met name uitgaan naar het verder verbeteren van die communicatie tussen de arts en de patiënt als het gaat om een verzoek om levensbeëindiging. Daarbij is het de professionele verantwoordelijkheid van de arts om de patiënt tijdig door te verwijzen wanneer hij of zij om principiële redenen het verzoek niet wil inwilligen. Indien de patiënt dat wenselijk vindt, kan de arts hem of haar doorverwijzen naar een ambulant team of kliniek.
    Echter het mag niet zo zijn dat het bestaan van een levenseindekliniek of ambulant team er toe leidt dat artsen bij een verzoek om levensbeëindiging eerder geneigd zijn door te verwijzen naar een dergelijke kliniek of team. Ook daarom is de professionele verantwoordelijkheid van de arts in deze zo van belang.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de oprichting van een levenseindekliniek in het licht van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding niet mogelijk is?

    De wet bevat geen regels over de plaats waar de euthanasie of de hulp bij zelfdoding plaatsvindt. De zorgvuldigheidseisen waarop ingevolge de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding wordt getoetst zijn van toepassing op de artsen die de euthanasie of de hulp bij zelfdoding uitvoeren, ongeacht of dit thuis, in een ziekenhuis of in een kliniek plaatsvindt. Dat betekent ook dat de toetsingscommissies zullen oordelen over de zorgvuldigheid van een individueel geval op basis van een melding. Indien de toetsingscommissie tot het oordeel komt dat sprake is van onzorgvuldigheid op een of meerdere criteria, zal de toetsingscommissie het oordeel aan het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de gezondheidszorg doen toekomen. Deze zullen ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bezien welke maatregelen nodig zijn.

  • Vraag 5
    Hoe rijmt dit initiatief zich met artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht? Deelt u de mening, gezien deze bepaling, dat de beoogde werkzaamheden van de ambulante teams, namelijk het bieden van hulp bij zelfdoding, te beschouwen zijn als strafbare handelingen?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u het oordeel dat het OM in actie zal moeten komen indien de activiteiten van een levenseindekliniek niet voldoen aan de zorgvuldigheidseisen van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Wilt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg euthanasie op 30 november a.s.?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z23337
Volledige titel: Vragen van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) aan de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over ambulante hulp bij zelfdoding aan huis (ingezonden 17 november 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-818
Volledige titel: Vragen van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) aan de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over ambulante hulp bij zelfdoding aan huis (ingezonden 17 november 2011).